Maandelijks archief: november 2017

Maarten Baijens (1875 – 1903) uit Middelburg

maarten baijens

Maarten Baijens wordt geboren op 4/4/1875 op Wolphaartsdijk als vierde kind van Pieter Baijens en Pieternella Boom. Hij wordt vernoemd naar zijn grootvader Maarten Baijens, die langer zal leven als zijn eigen ouders. Wanneer Maarten namelijk net twee jaar is, sterft zijn vader. En vier dagen na zijn derde verjaardag sterft ook zijn moeder.

Maarten wordt vanaf dan eigendom van de Weesmeesters van Wolphaartsdijk. Zij organiseren elk jaar een veilig waarop alle plaatselijke wezen worden uitbesteed tegen een alsmaar hoger wordend bedrag, totdat iemand van de aanwezigen “mijn” roept. Het kindje woont dan voor een jaar bij (het gezin van) de persoon die “mijn” riep in ruil voor het bedrag wat op dat moment wordt genoemd.

Vanaf zijn derde levensjaar wordt Maarten dus elk jaar geveild op de wezenveiling van Wolphaartsdijk. Ook zijn broers en zusjes staan daar, maar ze komen allemaal terecht in een ander gezin bij wildvreemde mensen. Ik kan van Maarten niet zijn volledige reeks gastgezinnen achterhalen. Het kan zijn dat hij ook een aantal jaren wordt meegenomen door iemand (vermoedelijk een bakker) uit ’s Heer Arendskerke.

Pas op 20/8/1889 staat hij (opnieuw) in Wolphaartsdijk in het bevolkingsregister. Hij woont dan als bestedeling bij broodbakker Jan Westveer en zijn vrouw Jozina Hoekman. Maarten is dan intussen 14 jaar. Drie jaar later, kort na zijn 17e verjaardag, vertrekt hij naar Stavenisse op het eiland Tholen om daar als bakkersknecht te gaan werken.

Een paar jaar later wordt hij op het eiland Walcheren verliefd op Pieternella Hendrikse. Bijna exact 20 jaar na de dood van zijn vader, op 7/5/1897, trouwt hij in Middelburg met de vrouw van zijn leven. Ze is een dochter van Maarten Hendrikse, een arbeider, en Adriana Jacoba Hubrechtse. Ze is geboren op 14/3/1875 in Middelburg en dus even oud als haar bruidegom.

Maarten heeft voor zijn huwelijk de toestemming gevraagd van zijn twee ooms Jacobus Baijens en Guilliam Baijens, respectievelijk zijn voogd en toeziend voogd sinds de dood van zijn ouders. Samen zijn ze vanuit Wolphaartsdijk naar het stadhuis van Middelburg gereisd om mondeling hun toestemming te kunnen geven.

Het koppel vestigt zich in Koudekerke waar Maarten werkt als bakkersknecht en Pieternella de kost verdient als “particuliere”, zeg maar zelfstandig ondernemer. Hier worden de volgende kinderen geboren:

  • 12/2/1898: Pieter Maarten, vernoemd naar zijn grootvaders Pieter Baijens en zijn grootvader Maarten Hendrikse. Hij trouwt op 19/7/1922 in Middelburg met Pieternella Simpelaar.
  • 31/10/1898: Adriana Jacoba, vernoemd naar haar grootmoeder Adriana Jacoba Hubregtse. Het te vroeg geboren kindje sterft drie dagen later op 3/11/1898.

Daarna verhuist het gezin naar Middelburg waar Maarten bakker wordt, en waar de volgende kinderen worden geboren:

  • 4/1/1900: Adriana Jacoba Pieternella, vernoemd naar haar beide grootmoeders Adriana Jacoba Hubregtse en Pieternella Boom. Ze sterft twee dagen later op 6/1/1900.
  • 20/1/1901: Adriaan Jacobus, vernoemd naar zijn grootmoeder Adriana Jacoba Hubregtse. Hij trouwt 23/4/1930 in Middelburg met Ida Cornelia Witte. Hij sterft op 90-jarige leeftijd op 29/7/1991 in Middelburg.
  • 2/3/1902: Pieternella, vernoemd naar haar grootmoeder Pieternella Boom. De baby sterft een dag later op 3/3/1902.

Maarten wordt één van de oprichters van de S.D.A.P. in Middelburg, de Sociaal Democratische Arbeiderspartij (later zou dit de PvdA worden) die vecht voor betere arbeidsomstandigheden en voor collectieve voorzieningen zoals pensioenen, uitkeringen voor weduwen en wezen, voor werklozen en een goede sociale bescherming voor zieken en invaliden.

Op 9/5/1903 sterft de vader van het gezin, Maarten Baijens. Hij is dan 28 jaar. De geschiedenis lijkt zich te herhalen want ook Maartens vader liet een gezin met kleuters achter toen hij stierf. Trouwens, het jongste zusje van Maarten sterft twee maanden na haar broer in Amsterdam op 26-jarige leeftijd en ook zij laat een gezin met kleuters na.

Voor de weduwe Pieternella Hendrikse zit er niets anders op dan te hertrouwen. Op 7/6/1905 treedt ze in het huwelijk met Geeraard Bosschaart, een 22-jarige fabrieksarbeider uit Middelburg. Zijn bruid is op dat moment 30 jaar. Opvallende huwelijksgetuige is Johannis Morauw, borstelmaker en getrouwd met Sara Baijens, de oudste zus van Maarten Baijens.

Geeraard Bosschaart is geboren op 1/2/1883 in Middelburg als zoon van Pieternella Bosschaart. Zijn moeder is geboren op 3/6/1864 op Oost- en West-Souburg als dochter van Geraard Lambertus Bosschaart en Elizabeth Jasperse.

De 7-jarige Pieter Maarten en de 4-jarige Adriaan Jacobus krijgen dus een stiefvader die van beroep broodbezorger wordt. En er komt nog een zusje, wat in Middelburg wordt geboren:

  • 1/6/1908: Pieternella Elizabeth Bosschaart, vernoemd naar haar grootmoeder Pieternella Bosschaart en haar overgrootmoeder Elizabeth Jasperse.

Vermoedelijk is Geeraard Bosschaart een goede vader voor zijn stiefzonen. Wanneer ze trouwen (respectievelijk in 1922 en 1930), is hij hun huwelijksgetuige. Ook vernoemt Adriaan Jacobus zijn oudste zoon zowel naar zijn stiefvader als naar zijn biologische vader Maarten Baijens.

Deze zoon, Gerard Maarten Baijens (30/7/1932 – 3/12/2007), wordt later in zijn vrije tijd onder andere acteur en oprichter van een Middelburgs toneelgezelschap. Hij is ook degene die in contact komt met familielid Shirley Rawson uit de VS wanneer zij op goed geluk Middelburg bezoekt op zoek naar sporen van haar voorouders. Gerard geeft haar een kopie van onze stamboom zodat Shirley een onvergetelijke reis heeft.

Stiefvader Geeraard Bosschaart sterft op 70-jarige leeftijd in Middelburg (27/7/1953). Zijn weduwe Pieternella Hendrikse wordt 79 jaar; ze overlijdt 14/1/1955 in Middelburg.

Sara Baijens (1871 – 1946) uit Wolphaartsdijk

Sara Baijens wordt geboren op 13/6/1871 op Wolphaartsdijk als het oudste kind van Pieter Baijens en Pieternella Boom. Ze wordt vernoemd naar haar grootmoeder Sara Slink. Na haar komen nog vier broertjes en zusjes. En dan sterft haar vader. En een jaar later sterft haar moeder. En dan is Sara wees. Ze is amper 7 jaar wanneer ze achter blijft met 4 jongere broers en zusjes, waarvan de jongste dan anderhalf jaar oud is.

Aanvankelijk mogen Sara en haar jongste zusje Adriana bij haar grootouders gaan wonen. Dat is niet toevallig. Sara en Adriaantje zijn namelijk vernoemd naar grootmoeder Sara Slink en naar de moeder van Sara Slink, Adriana Westplate. Grootmoeder ziet het als haar plicht om de kleinkinderen die naar haarzelf zijn vernoemd, in huis te nemen. Ook al is er eigenlijk geen geld hiervoor.

Helaas heeft grootmoeder niet het eeuwige leven; bijna twee jaar later (op 1/1/1880) sterft ze en komen Sara en haar kleine zusje alsnog onder het gezag van de Weesmeesters van Wolphaartsdijk. Die hadden eerder ook al haar zusje Johanna en haar broertje Maarten onder hun hoede genomen.

In Wolphaartsdijk is geen weeshuis. Weeskinderen worden van elkaar gescheiden en ondergebracht bij gezinnen die hiervoor geld krijgen. De hoogte van dat bedrag wordt bepaald tijdens een veiling wanneer de weeskinderen elk jaar opnieuw letterlijk worden geveild aan iedereen die dat maar wil.

Deze wezenveiling vindt jaarlijks plaats in een herberg op het dorp waar ook Sara, net als alle andere wezen, op een tafel wordt gezet zodat iedereen haar kan betasten en een paar stevige klappen en duwen kan geven om te zien of ze tegen een stootje kan. Want het bedrag wat de Weesmeesters uitkeren voor de verzorging van de kinderen is bij lange na niet voldoende voor degelijke kost en inwoning, dus worden de kinderen vooral als extra arbeidskracht in huis gehaald.

SAM_4112

Sara komt vanaf 1880 als “bestedeling” terecht bij één van de plaatselijke slachters van Wolphaartsdijk, de al wat oudere Marinus van de Kreeke en zijn vrouw Jannetje van der Bliek. De vrouw des huizes zal op 19/8/1884 op 62-jarige leeftijd overlijden.

Opvallend detail: Jannetje van der Bliek is de zus van Marinus van der Bliek, bij wie  Sara’s zusje Johanna als “bestedeling” in huis is. Na de dood van Marinus van der Bliek en zijn vrouw komt Johanna terecht bij Neeltje van der Bliek, ook weer een zus van Jannetje en Marinus van der Bliek.

Sara blijft tot 5/5/1889 bij slachter Marinus van de Kreeke, daarna vertrekt ze naar ’s Heer Arendskerke om te gaan werken als dienstmeid. Op dat moment is ze bijna 18 jaar. En op ’s Heer Arendskerke ontmoet ze ook haar toekomstige echtgenoot Johannis Morauw, die daar op dat moment woont met zijn moeder.

Johannis Morauw is op 26/7/1859 geboren op Ovezande als zoon van Bernardus Morauw en Maria Knuijt. In het voorjaar van 1892 zit Johannis zonder werk, ligt zijn moeder op sterven en raakt Sara zwanger. Een maand na het overlijden van Maria Knuijt stappen Johannis en Sara naar het gemeentehuis van Wolphaartsdijk om zich in de echt te laten verbinden.

Dat gebeurt op 21/4/1892; de bruid is dan 20 en de bruidegom 34. Sara werkt als dienstbode. En ze is minderjarig. Daarom heeft ze toestemming nodig van haar wettelijke voogden, haar oom Jacobus Baijens en oom Guiljam Baijens. Die lijken geen voorstander van haar huwelijk.

Haar 81-jarige grootvader Gerard Boom uit Goes biedt uitkomst. Op de huwelijksdag reist hij naar Wolphaartsdijk om uit naam van zijn overleden dochter zijn mondelinge toestemming te komen geven. Wat niet evident is, want de bruidegom is Rooms Katholiek en de bruid Nederlands Hervormd. In die tijd weegt dat erg zwaar.

Na hun huwelijk vindt Johannis werk in Woudrichem. Hier wordt hun eerste kind geboren:

  • 1/1/1893: Bernardus Pieter Johannis. Hij trouwt op 22/3/1917 in Schiedam met Meintje van der Vlugt. Hij sterft op 64-jarige leeftijd op 1/9/1957 in Doorn.

Ze verhuizen naar Zevenbergen waar Johannis werkt als postbode. Daar komen ook Sara’s jongere zusjes Adriana en Johanna een tijdje inwonen. En er wordt een dochter geboren:

  • 12/2/1894: Pieternella Maria Gerarda. Ze trouwt op 15/11/1916 in Rotterdam met Willem Vermeulen. Ze sterft op 7/1/1963 in Rotterdam, ze is dan 68 jaar.

Daarna verhuizen ze naar Woensel waar Johannis werkt als brieven(be)steller. Ook hier wonen de zusjes Johanna en Sara een tijdje in huis terwijl ze elders in Woensel als dienstbode werken. Zus Johanna raakt in die tijd zwanger van een onbekende vader. In Woensel wordt opnieuw een zoon geboren:

  • 24/9/1895: Pieter Maria Martinus. Hij trouwt op 19-jarige leeftijd op 21/1/1915 in Schiedam met de dan 18-jarige Cornelia van der Wilt.

Volgens het bevolkingsregister van Woensel verhuist het gezin op 19/4/1897 naar Maastricht. Maar vijf maanden later vind ik ze terug in Groede waar Johannis werkt als “brievengaarder” en waar de volgende kinderen worden geboren:

  • 19/9/1897: Johannis. Hij trouwt op 19/5/1920 in Rotterdam met Johanna Hendrica Timmermans. Hij sterft op 62-jarige leeftijd in Rotterdam (21/11/1959).
  • 15/11/1898: Gerard Maarten, vernoemd naar zijn overgrootvaders Gerard Boom en Maarten Baijens. Hij trouwt op 10/9/1924 in Rotterdam met Bardina Josina Merkus. Hij sterft 26/9/1940 in Rotterdam (41 jaar).
  • 1/8/1902: André Ernest Frederik Willem Marie.

In het jaar 1903 moet Johannis naar de strafgevangenis in Middelburg. Hij verliest daarmee vermoedelijk zijn werk bij de posterij. Een jaar later wordt er opnieuw een zoon geboren, dit keer in Kruiningen, waar Johannis een nieuwe carrière is gestart als borstelmaker:

  • 25/8/1904: Willem Christiaan. Hij trouwt 20/11/1929 in Rotterdam met Arendje van den Bosch.

Kort daarop, op 28/11/1904, verhuist het gezin naar Middelburg waar Johannis ook weer werkt als borstelmaker. Daar worden de volgende kinderen geboren:

  • 15/3/1906: een levenloos geboren dochtertje.
  • 2/8/1907: Marinus Bernardus.

Daarna verhuist het gezin naar Schiedam en op 15/7/1915 naar Rotterdam, waar Johannis werkt als los werkman. Intussen is kleinzoon Nico Bernard Pieter Morauw opgenomen in de familie. De kleine Nico wordt geboren op 15/4/1915 in Schiedam als zoon van Pieternella Maria Gerarda, de enige dochter van Sara en Johannis. Op 15/11/1916 trouwt ze met Willem Vermeulen en dan wordt de kleine Nico “gewettigd”.

Johannis Morauw sterft op 5/12/1928 in Rotterdam; hij is dan 71 jaar en “rente trekkend”. Een paar maanden later verhuist zijn weduwe Sara Baijens samen met twee van haar zoons (André en Marinus) naar Landsmeer, waar haar oudste zoon Bernardus woont met zijn vrouw en hun twee zoontjes.

Een paar maanden later vertrekt de hele familie naar Amsterdam. Op 11/9/1940 keert Sara weer terug naar Rotterdam, twee weken voor de dood van haar gehuwde zoon Gerard. Sara Baijens sterft 22/10/1946 in Rotterdam. Ze werd 75 jaar.

 

Adriana Baijens (1876 – 1903) uit Amsterdam

Adriana Baijens wordt op 8/12/1876 op Wolphaartsdijk geboren als jongste dochter van Pieter Baijens en Pieternella Boom. Ze wordt vernoemd naar haar overgrootmoeder Adriana Westplate en verwelkomd door twee zusjes en twee broertjes. Zes maanden later overlijdt haar vader en als Adriana anderhalf jaar oud is, sterft ook haar moeder en is ze volledig wees.

Aanvankelijk wordt ze samen met haar oudste zusje Sara opgevangen bij opa Maarten Baijens en oma Sara Slink. Dat is niet toevallig. Adriana is vernoemd naar de moeder van oma Sara Slink, en Sara is vernoemd naar oma zelf. Oma Sara voelt zich als enige van de grootouders verantwoordelijk voor de kinderen die naar haar (kant van de familie) zijn vernoemd.

De andere kinderen in het gezin hebben niet dat geluk. En wanneer oma Sara sterft op 1/1/1880 valt voor de twee kleindochters ook hun opvang weg en komen ze evenals hun broers en andere zusje terecht bij de weesmeesters van Wolphaartsdijk. Adriana is dan intussen juist drie jaar geworden.

De weesmeesters van Wolphaartsdijk hebben geen weeshuis, ze besteden de kinderen uit bij gezinnen in het dorp die hiervoor een vergoeding krijgen die zeker niet alle kosten dekt. Dit uitbesteden verloopt via een jaarlijkse veiling. De weeskinderen worden door de veldwachter van Wolphaartsdijk weggehaald uit het gezin waar ze op dat moment verblijven en in de plaatselijke herberg op een tafel gezet.

SAM_4112

Daar worden de kinderen betast en krijgen ze een paar ferme duwen om te zien of ze tegen een stootje kunnen. Het is namelijk de bedoeling dat ze zullen werken voor de kost, ook als het nog kleuters zijn. Tenslotte volgt de veiling en kan elke belangstellende het kind van zijn keuze “mijnen”. Dat kind blijft dan een jaar bij hem in huis wonen.

Een jaar later komen de kinderen opnieuw op dezelfde veiling terecht waar ze ofwel een nieuwe eigenaar krijgen, ofwel opnieuw een jaar bij hun pleegouders blijven. Adriana woont vanaf 1/12/1881 als “bestedeling” op Wolphaartsdijk bij Jan Wondergem en zijn veel oudere echtgenote Cornelia Zoeteweij plus hun zoon Gillis en dochter Tannetje.

Wanneer er op 1/1/1890 een nieuw bevolkingsregister wordt gemaakt op Wolphaartsdijk, woont Adriana als bestedeling bij Jacob Houtekamer en Cathalina Lena Kallemein. Van daar uit vertrekt ze op 21/5/1892 naar ’s Heer Arendskerke. Ze is dan 15 jaar. Later woont ze onder andere ook een tijdje samen met haar zusters Johanna en Sara in Woensel waar ze werkt als dienstbode.

Op 1/7/1899 arriveert ze in Amsterdam waar op 13/10/1899 haar dochter Bartha Henderina wordt geboren, vernoemd naar Bartha Henderina Wanner, de moeder van haar toekomstige echtgenoot. Op 10/1/1900 trouwt ze met Willem Jacobus Gijzelaar, die haar dochtertje erkend als zijn kind. Waarmee niet is gegarandeerd dat hij ook de biologische vader van het meisje is.

Willem Jacobus Gijzelaar is geboren op 15/11/1871 in Amsterdam als zoon van Willem Jacobus Christiaan Gijzelaar en Bartha Henderina Wanner. Vermoedelijk gaan Adriana en Willem Jacobus vanaf begin juli 1899 al samenwonen in Amsterdam, waar Willem Jacobus werkt als schoenmaker. Naast hun oudste dochter, komen er nog de volgende kinderen:

  • 31/12/1900: Pieternella Adriana. Ze trouwt op 11/2/1920 in Amsterdam met Johan Hodde.
  • 16/9/1902: Johanna Bartha. Ze trouwt op 17-jarige leeftijd op 19/2/1920 in Amsterdam met Ferdinand Kasper Frerejean.

Begin februari 1903 komt zus Johanna Baijens een paar maanden inwonen. Misschien gaat het dan al niet zo goed met de moeder van het jonge gezin. Alleszins, op  8/7/1903 sterft Adriana Baijens. Ze is dan 26 jaar. De geschiedenis lijkt zich te herhalen want ook de moeder van Adriana sterft wanneer haar kinderen nog kleuters zijn.

Weduwnaar Willem Jacobus Gijzelaar vindt zo gauw geen andere vrouw om voor hemzelf en zijn drie jonge dochtertjes te zorgen. Pas op 24/12/1908 trouwt hij opnieuw met Jansje Hoek, een 31-jarige gescheiden vrouw die is geboren in Noordwijk. Een aantal jaren later zullen Willem Jacobus en zijn vrouw verhuizen naar Noordwijk.

Daar sterft Jansje Hoek op 20/4/1947; Willem Jacobus Gijzelaar sterft 1/6/1950, eveneens in Noordwijk. Hij is dan 78 jaar.

Dochter Bartha Henderiena trouwt 21/10/1925 in Amsterdam met Jan de Graaf. Ze sterft op 51-jarige leeftijd in Amsterdam (11/4/1951).

Johanna Baijens (1873 – 1956) uit Middelburg.

Johanna Baijens wordt geboren op 20/12/1873 op Wolphaartsdijk als de tweede dochter van Pieter Baijens en Pieternella Boom. Ze wordt vernoemd naar haar dan al overleden grootmoeder Johanna Lemson. Haar ouders zullen in totaal vijf kinderen krijgen, en dan kort na elkaar sterven.

Op 4-jarige leeftijd is Johanna volledig wees en komt ze onder het gezag van de Weesmeesters van Wolphaartsdijk. Omdat Wolphaartsdijk een relatief klein dorp is, is er geen weeshuis maar worden de wezen uitbesteed aan gezinnen op het dorp. Iedereen die dat wil kan tegen betaling een weeskind in huis nemen.

De weesmeesters organiseren voor dat doel één keer per jaar een veiling in een plaatselijke herberg waarop iedereen de weeskinderen kan betasten en bekijken en beoordelen op hun kwaliteiten als arbeider. Want de kinderen zullen op het land of in het huishouden moeten werken. Hoe zo’n veiling er uit ziet staat afgebeeld op de prent hieronder.

SAM_4112

Voor de weeskinderen is dit uiteraard een afschuwelijke ervaring omdat ze min of meer als slaven worden verhandeld, en meestal definitief van hun broers en zusjes worden gescheiden. Officieel moeten hun nieuwe eigenaars beloven dat ze het weeskind wat ze in huis halen goed zullen verzorgen, maar in de praktijk gebeurt meestal het tegendeel.

Tijdens de veiling begint de veldwachter annex veilingmeester met een basisbedrag, wat hij telkens verhoogt totdat iemand van de aanwezigen “mijn” roept. Hij krijgt dan het kind voor een jaar mee naar huis voor het bedrag wat de veldwachter op dat moment noemde. Dat bedrag wordt betaald door de weesmeesters van Wolphaartsdijk.

Voor de toekomstige nieuwe eigenaars van het kind is het dus de kunst om zo lang mogelijk te wachten tot het bedrag zo hoog mogelijk is, zodat ze het maximaal mogelijke bedrag krijgen om een jaar lang voor het kind te zorgen. In de praktijk verdwijnt dit geld meestal naar andere zaken dan naar de verzorging van het weeskind.

Na een jaar komen de weeskinderen opnieuw terecht op de veiling en begint alles van voren af aan. Uit de bevolkingsregisters van Wolphaartsdijk kan ik afleiden dat Johanna alleszins op 1/12/1881 als bestedeling woont bij Marinus van der Bliek en zijn echtgenote Willemina Caan, die dan respectievelijk 70 en 66 jaar oud zijn. Marinus van der Bliek zal kort daarop overlijden.

Bij dezelfde pleegouders woont op dat moment ook nog een andere bestedeling: Jan de Witte (geboren 14/1/1863). Het lijkt er op dat Johanna bij Willemina Caan is blijven wonen tot haar bejaarde pleegmoeder sterft op 16/9/1887. Johanna is dan bijna 14 jaar en heeft wellicht al die tijd als bejaardenverzorgster annex huishoudster gewerkt.

In het bevolkingsregister wat op 1/1/1890 begint, woont Johanna als bestedeling bij Marinus Kole en Neeltje van der Bliek. Zij zijn respectievelijk de schoonzus en zwager van Willemina Caan. Wellicht hebben ze Johanna dus ‘overgenomen’ na de dood van hun schoonzuster.

Alleszins, op 8/5/1894 is ze eindelijk verlost van de weesveilingen van Wolphaartsdijk. Op die dag gaat ze in Goes als dienstmeid werken. Ze is dan 20 jaar en ze zal om begrijpelijke redenen nooit meer terugkeren naar haar geboortedorp.

Op 7/4/1896, als Johanna 22 is, komt haar dochter Johanna junior ter wereld in Utrecht. Moeder en dochter staan ingeschreven onder de naam Baaijens. Officieel woont Johanna dan nog in Eindhoven waar ze 31/10/1895 vanuit Woensel is gearriveerd om als dienstmeid te gaan werken. Maar dan is ze dus al zwanger.

In Woensel staat Johanna vanaf 15/3/1895 in het zogenoemde dienstbodenregister. In deze periode moet ze dus zwanger zijn geraakt. In de kantlijn bij haar registratie staat “Morauw”. Hiermee wordt Johannis Morauw bedoeld, haar zwager, die op dat moment samen met haar zus Sara en hun gezin eveneens in Woensel woont.

Ook zus Adriana woont op dat moment trouwens in Woensel en ook zij staat in het dienstbodenregister, ook met in de kantlijn de naam “Morauw”. Wat daar exact mee wordt bedoeld weet ik niet. Johannis Morauw is postbode. Het lijkt me niet waarschijnlijk dat hij twee dienstbodes in dienst heeft, maar mogelijk sliepen ze wel in zijn huis.

Officieel heeft de dochter van Johanna geen vader, wat er op wijst dat het vrijwel zeker gaat om een getrouwde man. Of om iemand uit een hogere maatschappelijke klasse, al dan niet getrouwd. Zoals haar werkgever of een familielid van deze werkgever. De naam van haar dochter kan verwijzen naar de vader (Johannis) of naar haarzelf.

Johanna is op dat vlak zeker geen uniek geval. Duizenden meisjes van haar generatie maken het zelfde mee. Ze gaan “dienen” in een deftige familie of in een gezin waar de moeder bijvoorbeeld langdurig ziek is, en vervolgens worden ze door de heer of de zoon des huizes misbruikt.

Zodra de zwangerschap dan zichtbaar wordt, wordt de aanstaande moeder op staande voet ontslagen. Ze mag dan terug naar haar ouders om te bevallen. Helaas is er in het geval van Johanna al heel lang geen ouderlijk huis meer, maar wel een zuster en een zwager. Opvallend genoeg wordt Johanna niet ontslagen. En ze bevalt ook niet bij haar zuster. Ze bevalt in Utrecht.

En een paar maanden later verhuist ze ook officieel naar Utrecht waar ze andermaal als dienstbode werk vindt. Ze slaagt er in om haar baby tijdelijk onder te brengen bij een gezin in Utrecht. Ik vind dochtertje Johanna Baaijens terug bij de familie de Jong waarvan de vrouw des huizes een winkeltje heeft in de Goedestraat in Utrecht.

Van 23/8 tot 19/11/1900 mag dochtertje Johanna een tijdje in Amsterdam wonen bij haar tante Adriana en oom Willem Jacobus Gijzelaar. En in 1903 wonen Johanna junior en senior samen een tijdje bij zus Adriana en haar gezin in Amsterdam. En dan gaan ze weer terug naar Utrecht, waar de kleine Johanna in de kost is bij een gastgezin, terwijl haar moeder als dienstbode bij een deftige familie elders in de stad werkt.

En zo gaat het jarenlang van de ene naar de andere betrekking in deftige huizen op locaties zoals het Wilhelminapark in Utrecht. En al die tijd heeft Johanna haar dochter nog altijd niet officieel erkend. Dat doet ze pas op 24/11/1914 op het gemeentehuis van Middelburg.

Heeft ze al die jaren gehoopt dat de vader van haar dochter alsnog zijn verantwoordelijkheid op zich zou nemen en zijn kind zou erkennen? Of is ze gewoon vergeten om het eerder te doen?

Alleszins, tegen de tijd dat ze haar dochter erkent is ze al getrouwd met Johannes Lefevre, geboren in Biggekerke op 2/9/1864 als zoon van Jakob Lefevre en Leintje de Priester. Johanna is 40 wanneer ze het huwelijksaanzoek van Johannes accepteert; haar bruidegom is dan 49, gescheiden en werkman. Hun huwelijk vindt plaats op 20/2/1914 op het stadhuis van Middelburg.

En dat huwelijk zal ruim 40 jaar stand houden. Op 31/1/1956 sterft Johanna Baijens in Middelburg, ze is dan 82 jaar. Haar man Johannes Lefevre sterft ruim vier jaar later op 19/10/1960, eveneens in Middelburg. Hij werd 96 jaar.

Dochter Johanna Baaijens houdt het niet lang uit bij haar moeder en stiefvader. Op 26/5/1916 – ze is dan 20 jaar – trouwt ze in Middelburg met de 23-jarige Jan Smaardijk, geboren op 3/8/1892 in Middelburg als zoon van Abraham Smaardijk en Maria Willemse. Johanna is op haar huwelijksdag al een paar maanden zwanger.

Jan Smaardijk is de zoon van een smid. Als hij trouwt is hij metaalbewerker, later zal hij een rijwielhandel hebben in de Korte Noordstraat in Middelburg. Jan en Johanna blijven een leven lang samen. Omdat geboorte aktes pas na 100 jaar ontsloten worden, zit hun gezin nog verborgen in de archieven.

Alleszins wordt wel op 16/10/1916 hun oudste zoon Abraham geboren in Middelburg, vernoemd naar zijn grootvader Abraham Smaardijk. Een ander kindje, Pieter, sterft als baby van 1 jaar op 3/10/1921 in Middelburg. Jan Smaardijk sterft op 12/4/1977 in Middelburg, hij werd 84 jaar. Zijn weduwe Johanna Baaijens sterft 5 jaar later op 21/4/1982, eveneens in Middelburg. Ze werd 86 jaar.

Pieter Baijens (1844 – 1877) uit Wolphaartsdijk.

Pieter Baijens is de oudste zoon van Maarten Baijens en Sara Slink. Hij wordt geboren op Wolphaartsdijk op 2/10/1844 en zijn ouders vernoemen hem naar zijn grootvader Pieter Baijens, die juist een half jaar eerder is overleden. Na Pieter zullen nog 12 broertjes en zusjes worden geboren, waarvan er uiteindelijk maar 3 volwassen zullen worden.

Als Pieter 26 is, trouwt hij in Goes (op 15/12/1870) met Pieternella Boom, een 25-jarige dienstmeid afkomstig van Kloetinge. Ze is geboren op 23/9/1845 als dochter van Geerard Boom en Johanna Lemson, samen met haar tweelingzusje Pauwelina. Later verhuist Pieternella met haar familie naar Goes waar haar vader koopman is. Op haar huwelijksdag is Pieternella al een paar maanden zwanger.

Het koppel gaat op Wolphaartsdijk wonen waar Pieter werkt als arbeider en waar de volgende kinderen worden geboren:

  • 13/6/1871: Sara, vernoemd naar haar grootmoeder Sara Slink. Ze trouwt 21/4/1892 op Wolphaartsdijk met Johannis Morauw. Ze sterft 22/10/1946 in Rotterdam.
  • 25/8/1872: Gerard, vernoemd naar zijn grootvader Gerard Boom.
  • 20/12/1873: Johanna, vernoemd naar haar grootmoeder Johanna Lemson. Ze trouwt 20/2/1914 in Middelburg met Johannes Lefevre. Ze sterft 31/1/1956 in Middelburg.
  • 4/4/1875: Maarten, vernoemd naar zijn grootvader Maarten Baijens. Hij trouwt 7/5/1897 op Wolphaartsdijk met Pieternella Hendrikse. Hij sterft 9/5/1903 in Middelburg.
  • 8/12/1876: Adriana, vernoemd naar haar overgrootmoeder Adriana Westplate. Ze trouwt op 10/1/1900 in Amsterdam met Willem Jacobus Gijzelaar. Ze sterft op 26-jarige leeftijd (8/7/1903) in Amsterdam.

En dan gaat het mis. Op 8/5/1877 sterft Pieter Baijens. Hij is dan 32 jaar en laat een vrouw en vijf zeer jonge kinderen na.

Nog eens ruim een jaar later, op 4/8/1878, sterft ook zijn weduwe Pieternella Boom. Ook zij werd 32 jaar. Haar schoonvader Maarten Baijens gaat aangifte doen van haar levenloze lichaam. En dan? Opeens zijn er vijf zeer jonge kinderen totaal verweesd. Wat gebeurt er met deze kinderen?

Sara en Adriana worden aanvankelijk opgevangen door hun grootmoeder Sara Slink, totdat ze sterft en de kinderen alsnog bij de Weesmeesters van Wolphaartsdijk terecht komen. Grootvader Gerard Boom zorgt er voor dat zijn kleinzoon Gerard Baijens wordt ondergebracht bij een pleegvader en een pleegmoeder op Wolphaartsdijk, zodat hij bij zijn broer en zusters in de buurt blijft. En Johanna en Maarten komen betrekkelijk snel onder de hoede van de Weesmeesters van Wolphaartsdijk.

Deze Weesmeesters hebben geen eigen weeshuis maar organiseren in plaats daarvan elk jaar een weesveiling waar de wezen van het dorp worden geveild. Wie een kind wil, hoeft tijdens de veiling maar “mijn” te roepen en hij krijgt het betreffende kind voor een jaar mee naar huis voor een bedrag wat de veldwachter heeft afgeroepen op het moment dat de “mijn” werd geroepen.

SAM_4112

Dat bedrag volstaat bij lange na niet om een weeskind fatsoenlijk (op te) voeden en dus worden de kinderen hoofdzakelijk in huis gehaald als goedkope arbeidskracht. Drie van de vijf weeskinderen van Pieter Baijens en Pieternella Boom komen terecht bij oudere koppels waarvan er minstens één niet lang meer leeft.

Die kinderen dienen dus min of meer als bejaardenhulp. De andere twee komen respectievelijk bij een bakker en een slachter terecht en moeten meehelpen in het bedrijf. Het maakt daarvoor niet uit hoe oud ze zijn. Ook een kleuter kun je al een taak geven.

 

 

Maarten Baijens (1821 – 1886) uit Wolphaartsdijk.

Maarten Baijens wordt geboren op 29/10/1821 op Wolphaartsdijk als zoon van Pieter Baijens en Jacoba Tramper. Zijn ouders vernoemen hem naar zijn overgrootvader Maarten Bevelander. Hij wordt verwelkomd door een ouder zusje en een oudere broer. Na hem komen er nog vijf kinderen, waarvan er twee als baby sterven.

Doordat zijn ouders behoren tot de arbeidersklasse, begint Maarten zijn leven met een zeer beperkt aantal keuzes. Zijn ouders werken voor boeren op het land, en Maarten zal later het zelfde gaan doen. Hij is daarbij niet uniek. Nagenoeg iedereen leeft in dezelfde armoede en doet het zelfde slecht betaalde werk.

Op 28/3/1844, als hij 22 jaar is, ‘moet’ Maarten trouwen met de 5 jaar oudere Sara Slink, de dochter van de smid van Heinkenszand. Sara is dan drie maanden zwanger. Maarten is officieel nog minderjarig en heeft om te kunnen trouwen de toestemming van zijn ouders nodig.

Maar vermoedelijk is zijn vader op dat moment al te ziek om die toestemming mondeling te komen geven tijdens de huwelijksplechtigheid op het gemeentehuis van Wolphaartsdijk.  Dus laten zijn ouders hun toestemming schriftelijk vastleggen door  notaris Lenshoek op Wolphaartsdijk. Anders kan het huwelijk niet doorgaan.

Sara Slink is geboren op 31/1/1817 op Heinkenszand als dochter van Guiljaam Slink en Adriana Westplate. Als ze oud genoeg is, verlaat ze haar geboortedorp om als dienstmeid te gaan werken op Wolphaartsdijk. Haar vader is aanwezig op haar huwelijk en geeft mondeling zijn toestemming – haar moeder is dan al overleden. Sara ondertekent niet haar huwelijksakte omdat ze nooit heeft geleerd te lezen of te schrijven.

Het koppel vestigt zich op Wolphaartsdijk waar de volgende kinderen worden geboren:

  • 2/10/1844: Pieter, vernoemd naar zijn grootvader Pieter Baijens die dan juist enkele maanden eerder is overleden. Hij trouwt 15/12/1870 in Goes met Pieternella Boom en sterft 8/5/1877 op Wolphaartsdijk.
  • 5/12/1845: Jacob, vernoemd naar zijn grootmoeder Jacoba Tramper. Hij sterft op 23/9/1846 als baby van 10 maanden.
  • 4/12/1847: Jacobus, geboren op Heinkenszand en vernoemd naar zijn overgrootvader Jacob Westplate. Hij trouwt 30/1/1879 op Wolphaartsdijk met Jannetje Nieuwenhuize en sterft 9/8/1922 in Middelburg.
  • 31/7/1849: Jacob, vernoemd naar zijn grootmoeder Jacoba Tramper. Hij sterft drie maanden later op 29/10/1849, toevallig ook de 28ste verjaardag van zijn vader.
  • 30/7/1850: Adriaan, vernoemd naar zijn grootmoeder Adriana Westplate. Hij blijft 4 dagen leven en sterft 4/8/1850.
  • 11/8/1851: Guiljam, vernoemd naar zijn grootvader Guiljam Slink. Hij trouwt 20/5/1887 op Wolphaartsdijk met Anna van Strien.
  • 17/8/1852: Jozias, vernoemd naar zijn overgrootvader Jozias Slink. Hij sterft twee weken na zijn geboorte op 31/8/1852.
  • 14/2/1854: Jozias, vernoemd naar zijn overgrootvader Jozias Slink. Op 19/3/1854, vijf weken na zijn geboorte, eindigt het leven van dit kindje.
  • 18/3/1856: Jozias, vernoemd naar zijn overgrootvader Jozias Slink. Hij sterft wanneer hij 15 maanden oud is op 11/7/1857.
  • 1/9/1857: Adriaan, vernoemd naar zijn grootmoeder Adriana Westplate. Het kindje sterft 9 dagen na zijn geboorte op 10/9/1857.
  • 20/7/1859: Adriana, vernoemd naar haar grootmoeder Adriana Westplate. Ze trouwt 12/9/1878 op Wolphaartsdijk met Joost Ruissen. Ze sterft 24/3/1898 op ’s Heer Abtskerke.
  • 27/4/1861: Jacoba, vernoemd naar haar grootmoeder Jacoba Tramper. Ze sterft wanneer ze 10 maanden oud is op 7/3/1862.
  • 26/6/1862: Jozias, vernoemd naar zijn overgrootvader Jozias Slink. Hij blijft 2 maanden leven; op 31/8/1862 moeten zijn ouders hem afgeven.

Op 1/1/1880 sterft Sara Slink, ze is dan 62 jaar en heeft het grootste deel van haar leven als arbeider op het land gewerkt. Van de 13 kinderen aan wie ze het leven schonk, heeft ze er dan 10 moeten begraven.

Maarten Bayens sterft 19/3/1886 op 64-jarige leeftijd op Kloetinge. Hij werkt tot zijn dood als arbeider. Na de dood van zijn vrouw is hij ingetrokken bij zijn dochter Adriana en zijn schoonzoon Joost Ruissen, een schaapherder. Vanaf 2/5/1882 zijn ze van ’s Heer Abtskerke verhuisd naar de Zandweg in Kloetinge.

Barendina Baijens (1823 – 1895) uit Goes.

Barendina Baijens wordt geboren op 21/1/1823 op Wolfaartsdijk als dochter van Pieter Baijens en Jacoba Tramper. Ze wordt vernoemd naar haar grootmoeder langs moederskant, Berendina Bevelander. Ze groeit op met één oudere zuster en vier broers. Een jonger zusje sterft als baby.

In het gezin van Barendina overheerst vooral de armoede. Haar vader heeft een opleiding als kleermaker gehad, maar omdat hij daar niet genoeg mee kan verdienen  om zijn gezin van te onderhouden, wordt hij noodgedwongen arbeider. En ook dat levert niet veel op.

Barendina is 19 wanneer haar vader sterft, en nog eens twee jaar later moet ze ook haar moeder begraven en is ze volledig wees. Haar oudste zus Maatje en haar broers Adriaan en Maarten zijn dan al getrouwd en het huis uit. Broer Martinus vertrekt naar Kapelle waar hij trouwt en de rest van zijn leven blijft wonen.

En Barendina blijft achter met haar tien jaar jongere broer Jan, die 11 jaar is als hun moeder sterft. Wellicht blijven ze samen in het ouderlijk huis wonen en leven ze van de opbrengst van de moestuin, aangevuld met wat ze van anderen krijgen. Wellicht is de situatie bedoeld als tijdelijk. Totdat één van de twee trouwt.

Maar Jan trouwt niet. Hij blijft samen met zijn zuster tot hij sterft op 30/6/1877 op Wolfaartsdijk, hij is dan 43 jaar en van beroep koopman. Twee dagen na zijn dood gaat broer Maarten aangifte doen van zijn overlijden op het gemeentehuis. Broer Adriaan, de oudste van het gezin, is dan al overleden.

Barendina blijft op haar 54ste dus alleen achter en zonder gezin is dat erg stil. Maar dan krijgt ze een huwelijksaanzoek van de tien jaar oudere Jacob Kwaak, een arbeider die in Goes woont en weduwnaar is. Op 20/3/1879 trouwen ze op het stadhuis van Goes; Barendina is dan 56 jaar en kort voor haar huwelijk is ze naar Goes verhuisd.

Hun huwelijk is kosteloos want zowel de bruid als bruidegom zijn in het bezit van een zogenoemd bewijs van onvermogen. Ook kunnen beiden hun huwelijksakte niet ondertekenen omdat ze nooit geleerd hebben te lezen of te schrijven. Barendina verklaart tijdens haar huwelijksvoltrekking dat ze geen beroep heeft.

Jacob Kwaak is geboren op Sint Annaland op 17/3/1813 als zoon van Adriaan Kwaak en Neeltje van Dommele. Samen met zijn eerste vrouw, Pieternella Douw, krijgt hij vijf kinderen, waarvan er twee jong sterven. Als Jacob trouwt met Barendina Baijens is hij al ruim twee jaar weduwnaar en ook zijn kinderen zijn dan allemaal al getrouwd.

Op 6/8/1883, wanneer ze ruim 4 jaar getrouwd is en inmiddels 60 jaar, vindt Barendina een betrekking als inwonende dienstbode in Kloetinge waar ze zich officieel laat inschrijven in een woning aan het Noordeinde. Ze werkt er bij A. Zuidweg en G. Westdorp. Op 29/1/1887 keert ze weer terug naar haar bejaarde echtgenoot in Goes, die wellicht op dat moment zelf inwoont bij één van zijn dochters.

Twee jaar later – ze is dan inmiddels 66 jaar – laat Barendina zich op 12/7/1889 opnieuw inschrijven als dienstbode in Kloetinge, dit keer bij Leys. Ze is er amper en dan sterft haar man in Goes (op 23/7/1889, hij werd 76 jaar). Vier maanden later keert Barendina als weduwe terug naar Goes. Haar huwelijk heeft tien jaar geduurd.

Twee dagen na haar 72ste verjaardag, op 23/1/1895, sterft Barendina Baijens in Goes. Ik ga er van uit dat ze tot haar dood heeft moeten werken.

Adriana Nagelkerke (1884 – 1910) uit Wolfaartsdijk.

Adriana Nagelkerke is een dochter van Janna Baijens en Jacob Nagelkerke. Ze wordt geboren op 30/9/1884 op Wolfaartsdijk en haar ouders vernoemen haar naar haar grootvader Adriaan Baijens. Na Adriana komen er nog twee kinderen die allebei jong zullen sterven. Zodoende blijft Adriana de jongste dochter in het gezin.

Wanneer ze zes jaar oud is, sterft haar moeder. Wellicht wordt ze dan een tijdje verzorgd door haar grootmoeder Maria Glerum die een winkeltje heeft op Wolfaartsdijk. Een half jaar later is er een stiefmoeder (Jacomina Priester) die twee jaar later sterft in het kraambed kort na de geboorte haar dochterje Elizabeth. De baby sterft na 4 maanden.

Als Adriana tien jaar is, hertrouwt haar vader met Elizabeth Verheule die zelf al een driejarig zoontje heeft uit haar eerste huwelijk. Er komen vervolgens twee halfbroertjes. En dan is Adriana oud en sterk genoeg om zelf uit werken gestuurd te worden.

Ze wordt dienstmeid, net als alle vrouwelijke leeftijdgenootjes uit haar sociale klasse – omdat er geen ander werk is. Ze werkt onder andere in Goes, en later in ’s Heer Arendskerke. En dan, in 1907, wil haar vader met zijn gezin emigreren naar Amerika. Haar twee oudere zussen Jannetje en Maria zijn dan al in Amerika.

Adriana gaat niet mee. Ze wil trouwen met Jacob Priester en (voorlopig nog even) in Zeeland blijven. Haar vader gaat akkoord en voordat hij vertrekt naar Amerika bezoekt hij in Goes notaris Johannes Pilaar waar hij een verklaring aflegt waarmee zijn dochter kan trouwen. Want zonder toestemming van haar vader is een huwelijk namelijk onmogelijk.

Op 2/4/1907 neemt Adriana afscheid van haar vader, stiefmoeder en stiefbroertjes. Zes weken later, op 16/5/1907, trouwt ze op het gemeentehuis van ’s Heer Arendskerke. Haar huwelijksgetuigen zijn twee broers van haar vader plus haar oudste broer Nicolaas Jan Nagelkerke, die (voorlopig) ook in Zeeland is gebleven.

Haar bruidegom is Jacob Priester, geboren op 14/2/1882 op ’s Heer Arendskerke als zoon van Frederik Priester en Dina Lamper. Jacob werkt als winkelbediende. Het koppel vestigt zich op ’s Heer Arendskerke waar de volgende kinderen worden geboren:

  • 5/3/1908: Dina, vernoemd naar haar grootmoeder Dina Lamper. Ze trouwt op 30-jarige leeftijd in Goes (30/6/1938) met de dan 25-jarige Pieter Luteijn. Drie jaar later sterft ze in Goes (21/11/1941) op 33-jarige leeftijd.
  • 7/5/1909: Jacob, vernoemd naar zijn grootvader Jacob Nagelkerke die op dat moment in Grand Rapids, Michigan, USA woont. Jacob Priester wordt kantoorbediende. Hij trouwt op 26-jarige leeftijd op Yerseke (9/5/1935) met de dan 26-jarige Leuntje Elisabeth Soeters. Hij sterft 20/5/1995 in Goes op 86-jarige leeftijd.

En dan, op 15/10/1910, sterft Adriana Nagelkerke in Goes, wellicht in het ziekenhuis. Ze is dan 25 jaar. Ik weet niet wat er vervolgens gebeurt met de twee zeer jonge kinderen maar wellicht worden die grootgebracht door familieleden.

Vier jaar na het overlijden van Adriana Nagelkerke, op 27/8/1914, hertrouwt Jacob Priester. Hij is dan zelf 32 jaar, zijn bruid is de 33-jarige, tot dan ongehuwde Klazina van der Maale. En dan hebben de kinderen dus een stiefmoeder. Ik weet niet of er uit dit tweede huwelijk nog kinderen worden geboren.

Jacob Priester senior sterft 28/7/1973 in Goes op 91-jarige leeftijd, tien jaar na het overlijden van zijn tweede vrouw Klazina van der Maale.

Nicolaas Jan Nagelkerke (1881 – ) uit Wyoming, Michigan, USA.

Nicolaas Jan Nagelkerke wordt geboren op 20/9/1881 op Wolfaartsdijk als oudste zoon van Janna Baijens en Jacob Nagelkerke. Hij wordt vernoemd naar zijn grootvader Nicolaas Jan Nagelkerke die twee jaar later zal overlijden. Na Nicolaas Jan komen nog drie zusjes en twee kindjes die als baby sterven.

Als Nicolaas Jan nog geen tien jaar oud is, sterft zijn moeder. Zijn grootmoeder Maria Glerum, die op Wolfaartsdijk een winkeltje heeft, zal wellicht tijdelijk voor de kinderen zorgen, maar door haar winkeltje heeft ze ook haar handen vol met andere zaken. Dus komt er een half jaar later stiefmoeder, Jacomina Priester.

Twee jaar later sterft ook de stiefmoeder in het kraambed. Er is een halfzusje Elizabeth geboren wat vier maanden zal blijven leven, en wellicht zorgt grootmoeder Maria Glerum weer een tijdje voor het gezin. Als Nicolaas Jan dertien is, komt er een nieuwe stiefmoeder (Elizabeth Verheule) die zelf al een driejarig zoontje heeft.

Er komen twee halfbroertjes terwijl Nicolaas Jan intussen zelf aan zijn eerste werkgever toe is. Hij wordt landbouwersknecht, wat min of meer het enige soort werk is wat voor handen is. En hij wordt verliefd op Cornelia Pieternella Tazelaar. Wanneer ze zwanger raakt, moet er getrouwd worden.

Dat gebeurt op het gemeentehuis van Kats op 23/3/1905. De bruid is een dochter van Abraham Tazelaar en Livina Schippers en geboren op Kats op 18/10/1882. Bij het huwelijk zijn de beide vaders aanwezig die hun mondelinge toestemming geven. Nicolaas en Cornelia vestigen zich op Kats waar de volgende kinderen worden geboren:

  • 29/9/1905: Jacob Nicolaas, vernoemd naar zijn grootvader Jacob Nagelkerke en zijn overgrootvader Nicolaas Jan Nagelkerke.
  • 4/11/1909: Abraham, vernoemd naar zijn grootvader Abraham Tazelaar.
  • 20/7/1911: Janna, vernoemd naar haar grootmoeder Janna Baijens. Na drie weken, op 10/8/1911, sterft Janna.
  • 12/5/1914: Levina, vernoemd naar haar grootmoeder Levina Schippers. Na 9 maanden moeten haar ouders haar begraven; ze sterft 28/2/1915 op Kats.
  • 9/1/1917: Jan. Hij sterft twee dagen later op 11/1/1917 op Kats.
  • 11/7/1921: Levina. Ze sterft op 3-jarige leeftijd op 26/1/1925 in Wyoming, Kent, Michigan tijdens haar eerste winter in de VS.

In 1923 vindt Nicolaas Jan het namelijk welletjes geweest op Kats, waar hij op zijn 40ste nog altijd niet verder is gekomen dan een slecht betaalde baan als knecht bij een landbouwer. Zijn hele familie woont dan al bijna 20 jaar in Amerika, en op 2/9/1923 zet ook Nicolaas Jan met zijn gezin voet op Amerikaanse bodem.

Het gezin vestigt zich in Wyoming, Kent, Michigan, waar 26/1/1925 hun dochtertje Levina sterft. Vijftien jaar later, tijdens de volkstelling van 1940, wonen Nicholas Nagelkirk en zijn vrouw Cornelia in Wyoming Township waar ze een vegetable farm hebben.

Zoon Abraham Nagelkirk trouwt met Lilian en tijdens de volkstelling van 1940 hebben ze een 2-jarig dochtertje Cornelia, vernoemd naar haar grootmoeder Cornelia Pieternella Tazelaar. Het gezin woont eveneens in Wyoming township. Abraham sterft op 22/5/2003 in Grandville, Michigan. Hij werd 92 jaar.

Zoon Jacob (Nicolaas) Nagelkirk woont tijdens de volkstelling van 1940 met zijn vrouw Alice in Kent County, Michigan. Ze hebben een 7-jarig dochtertje Lavina, vernoemd naar haar overgrootmoeder Levina Schippers.

Op 24/7/1953 sterft Cornelia Pieternelaa Tazelaar onverwachts aan een hartaanval in Grand Rapids, Michigan. Ze werd 70 jaar. Van Nicolaas Jan heb ik tot nu toe geen overlijden kunnen vinden.

 

 

Janna Baijens (1857 -1891) uit Wolfaartsdijk.

Janna Baijens wordt geboren op 18/8/1857 op Wolfaartsdijk als dochter van Adriaan Baijens en Jannetje Verburg. Haar ouders vernoemen haar naar overgrootmoeder Jannetje van Damme, naar wie ook haar eigen moeder is vernoemd. Ze wordt verwelkomd door een broer en vier oudere zusjes.

Na Janna komen er nog vier kinderen die geen van allen volwassen zullen worden. Zodoende is Janna na verloop van tijd de jongste. Bovendien sterft haar vader wanneer ze 7 jaar is, terwijl het gezin hoe dan ook al veel armoede kent. Na de dood van haar vader wordt dat zeker niet beter.

Net als alle jonge vrouwen uit de arbeidersklasse waar ze toe behoort, wordt ook Janna dienstmeid zodra ze oud en sterk genoeg is om uit werken te gaan. En ze wordt verliefd op Jacob Nagelkerke met wie ze op 28/4/1880 op Wolfaartsdijk in het huwelijk treedt. Jacob is dan 24 en arbeider. Later is hij soms winkelier.

Jacob Nagelkerke is een zoon van Nicolaas Jan Nagelkerke en Maria Glerum. Zijn moeder heeft een winkeltje op Wolfaartsdijk waar Jacob op 4/9/1855 samen met zijn tweelingzusje Cornelia wordt geboren. Jacob en Janna vestigen zich op Wolfaartsdijk waar de volgende kinderen worden geboren:

  • 20/9/1881: Nicolaas Jan, vernoemd naar zijn grootvader Nicolaas Jan Nagelkerke. Hij trouwt 23/3/1905 op Kats met Cornelia Pieternella Tazelaar.
  • 6/9/1882: Jannetje, vernoemd naar haar grootmoeder Jannetje Verburg. Ze schenkt op 10/1/1903 het leven aan een dochter die ze Jannetje noemt, en die ze vernoemt naar haar overleden moeder Janna Baijens. Ze emigreert 24/4/1903 met haar baby  naar de VS. Helaas kan ik verder niets van haar vinden. Vermoedelijk is ze in de VS gehuwd en in dat geval leeft ze verder onder de naam van haar man.
  • 31/8/1883: Maria, vernoemd naar haar grootmoeder Maria Glerum. Ze vertrekt 19/3/1907 als ongehuwde emigrant naar Grand Rapids, Michigan, USA. Ook van Maria kan ik helaas niets vinden in de VS. Ook in haar geval zal het betekenen dat ze is gehuwd.
  • 30/9/1884: Adriana, vernoemd naar haar grootvader Adriaan Baijens. Ze trouwt 16/5/1907 op ’s Heer Arendskerke met Jacob Priester. Ze sterft op 15/4/1910 in Goes, ze is dan 25 jaar.
  • 28/11/1885: een doodgeboren jongetje.
  • 29/4/1887: Cornelia. Ze sterft 31/8/1887 als baby van 4 maanden.

En dan, op 13/5/1891, sterft Janna Baijens op Wolfaartsdijk. Ze is dan 33 jaar. Kort voor haar dood zijn zowel haar oudste broer Pieter als haar oudste zus Jacoba met hun respectievelijke gezinnen vertrokken naar Noord-Amerika.

Jacob Nagelkerke blijft achter met vier kinderen die geen van allen op eigen benen kunnen staan. Zes maanden later, op 29/10/1891, hertrouwt hij op 36-jarige leeftijd op Wolfaartsdijk met de dan 32-jarige Jacomina Priester, afkomstig van ’s Heer Arendskerke. Voor haar is het haar eerste huwelijk.

Op 6/10/1893 wordt hun dochter Elizabeth geboren op Wolfaartsdijk. Ze wordt vernoemd naar haar grootmoeder Elizabeth Hunders. Acht dagen later, op 10/10/1893, sterft Jacomina Priester in het kraambed. Ze werd 33 jaar. De baby sterft 4 maanden later op 14/2/1894 op Wolfaartsdijk.

Jacob hertrouwt op 39-jarige leeftijd op 13/12/1894 op Wolfaartsdijk met Elizabeth Verheule, een 27-jarige weduwe geboren op Kapelle met voor zover ik weet één zoontje van op dat moment drie jaar. Op 24/9/1895 wordt hun gezin uitgebreid met Pieter, vernoemd naar zijn grootvader Pieter Verheule. En op 23/3/1898 wordt Jacob Nagelkerke geboren.

Op 2/4/1907 neemt Jacob Nagelkerke definitief afscheid van zijn 83-jarige moeder, zijn oudste zoon en zijn 25-jarige dochter Adriana. Zij blijven in Nederland terwijl Jacob emigreert naar de VS samen met zijn derde vrouw, hun twee zoontjes en het zoontje van Elizabeth uit haar eerste huwelijk.

Op dat moment wonen twee van zijn dochters, Janna en Maria, al in de VS. Dochter Adriana blijft in Zeeland en trouwt zes weken na het vertrek van haar vader op ’s Heer Arendskerke met Jacob Priester. Ook Nicolaas Jan, zijn vrouw en hun gezin blijven aanvankelijk in Zeeland, maar emigreren uiteindelijk ook naar de VS.

Jacob Nagelkerk sterft op 18/12/1937 in Wyoming, Kent, Michigan. Hij is dan 82 jaar. Vermoedelijk woont hij dan bij zijn oudste zoon Nicolaas Jan en zijn vrouw die in Wyoming op dat moment een boerenbedrijf hebben waar ze groente kweken.