Maandelijks archief: juni 2015

Jacobus Israel (1829 – 1902) uit Zuid-Beijerland

Jacobus Israel is een kleinzoon van Katharina Bajens uit Koudekerke. Hij wordt geboren op Colijnsplaat op 1/2/1829 als jongste zoon van Maria Wisse en Jacob Israel. Eigenlijk had hij vernoemd moeten worden naar zijn grootvader Floris Wisse, de echtgenoot van Katharina Bajens. Deze Floris Wisse moet iets vreselijks gedaan hebben, waardoor zijn beide kinderen kinderen zijn naam niet meer willen gebruiken. Evenals zijn neef Jacobus Wisse, is Jacobus Israël dan maar vernoemd naar de vader van Floris Wisse, Jacobus Wisse.

Jacobus komt terecht in een arbeidersgezin waar tot dat moment alleen vier van zijn zusters hun jeugd hebben overleefd. Ook het broertje wat na Jacobus komt, haalt het niet.

Zijn vader zal hij nooit echt kennen; Jacob Israel senior sterft wanneer zijn enige overlevende zoon nog geen 4 jaar oud is. Nog eens 8 jaar later sterft ook zijn moeder. Ik weet niet wat er dan gebeurt met de jongste kinderen uit het gezin, met name met Jacob en Geertruid. Misschien komen ze terecht in het weeshuis, misschien mogen ze bij familie wonen.

Jacob kiest er voor om evenals zijn ouders op het boerenland te blijven werken – in tegenstelling tot veel van zijn leeftijdgenoten die richting de grote stad trekken. Het duurt even voordat hij een geschikte vrouw heeft gevonden. Die blijkt uiteindelijk een paar eilanden verderop te wonen.

Op 22/5/1863 trouwt hij op het gemeentehuis van Zuid-Beijerland met de weduwe Aaltje van Zorgen, een dochter van Klaas van Zorgen en Adriaantje Doornik. Aaltje komt uit Zuid-Beijerland waar ze werd geboren op 26/11/1831. Als ze trouwen is de bruidegom 34; de bruid is 31. Aaltje heeft met haar eerste man twee dochters gekregen, waarvan het eerste kindje is overleden. Haar jongste dochter, Klaasje Klomp (4/10/1860), krijgt dus een stiefvader.

Jacob Israel en Aaltje van Zorgen krijgen samen de volgende kinderen die allemaal worden geboren op Zuid-Beijerland:

  • Maria, geboren op 23/4/1864 en vernoemd naar haar grootmoeder Maria Wisse
  • Klaas, geboren op 5/5/1865 en vernoemd naar zijn grootvader Klaas van Zorgen. Klaas Israel wordt 2 maanden en sterft op 15/7/1865.
  • Adriaantje, geboren 9/9/1866 en vernoemd naar haar grootmoeder Adriaantje Doornik
  • Jaapje, geboren 15/6/1868. Ze sterft 11/4/1876 en werd net geen 8 jaar.
  • Klaasje, geboren 9/5/1871 en vernoemd naar haar grootvader Klaas van Zorgen. Klaasje Israel sterft 7 maanden na haar geboorte op 13/12/1871.

Een jaar voor de geboorte van Klaasje Israel, sterft halfzus Klaasje Klomp, het dochtertje uit het eerste huwelijk van Aaltje van Zorgen. Klaasje overlijdt op 27/5/1870 en werd 10 jaar. Ook Aaltje van Zorgen verlaat het gezin; ze sterft 27/11/1873. Jacobus blijft achter met zijn twee dochters – de 9-jarige Maria en de 7-jarige Adriaantje. Er komt een stiefmoeder.

Op 9/10/1874 trouwt de dan 45-jarige Jacob Israel met de 48-jarige Nelia Veldhoen op het gemeentehuis van Zuid-Beijerland. Nelia is geboren op 2/3/1826 in Oud-Beijerland als dochter van Dingeman Veldhoen en Teuntje van der Mast.

Ook voor Nelia is dit haar tweede huwelijk. Met haar eerste man Gerrit Veerman krijgt ze twee zonen van wie er één blijft leven. Deze zoon is al volwassen wanneer zijn moeder hertrouwt. Nelia krijgt enkele jaren na de dood van haar man ook nog een zoon Abraham van een “onbekende vader” die sterft als baby.

Stiefmoeder en tweede echtgenote Nelia Veldhoen sterft na 6 jaar huwelijk op 1/7/1881; ze werd 55 jaar.

Drie jaar jater, op 24/4/1884 hertrouwt de 55-jarige Jacobus Israel met de 56-jarige Dirkje van Bezij, een dochter van Wouter van Bezij en Maria Suzanna Beversluis en geboren op 16/12/1827 in Nieuw-Beijerland. Ook voor Dirkje is dit haar derde huwelijk; van al haar echtgenoten heeft ze één volwassen dochter overgehouden.

Uiteindelijk zal Dirkje haar laatste echtgenoot overleven. Jacob Israel sterft zondag 4/5/1902 in Zuid-Beijerland; hij werd 73 jaar. Zijn weduwe sterft op woensdag 4/4/1906, eveneens in Zuid-Beijerland. Dirkje werd 78 jaar.

Geertruid Israel (1827 – 1903) uit Wissenkerke

2013-02-06-09-35-04

Geertruid Israel is een kleindochter van Katharina Bajens van Koudekerke. Ze wordt geboren als achtste kind van Maria Wisse en Jacob Israel op 17/10/1827 in het Zeeuwse vissersdorp Colijnsplaat. Van haar zeven oudere broers en zussen zijn er bij haar geboorte dan intussen al vier overleden. Haar ouders zijn boerenarbeiders en dat betekent hard werken en desondanks arm zijn. Geertruid is vermoedelijk vernoemd naar grootvader Gerard Israel.

Wanneer ze amper 6 jaar oud is, sterft haar vader. Wellicht heeft haar moeder vervolgens de taak van kostwinner op zich genomen. Maar niet lang, want 7 jaar later sterft ook haar moeder en is de 13-jarige Geertruid volledig wees. Ik weet niet wat er dan met haar gebeurt. Misschien moet ze naar het weeshuis, misschien gaat ze bij familie wonen.

Wat ik wel weet is dat Geertruid gaat werken als dienstmeid op Wissenkerke. Begin 1854, als Geertruid 26 is, raakt ze zwanger van een man die geen verantwoordelijkheid voor zijn daden wil nemen. Kort voor haar 27ste verjaardag, op 8/10/1854, bevalt Geertruid van een dochter die ze Pieternella noemt, hoogstwaarschijnlijk met een verwijzing naar de vader.

Het kind wordt twee dagen later op het gemeentehuis van Wissenkerke aangegeven door Frans Versluis, een 39-jarige schoenmaker die verklaart dat het kind “in zijne tegenwoordigheid” is geboren. Baby Pieternella wordt 5 weken oud en sterft op 14/11/1854 op Wissenkerke.

Twee jaar na de dood van haar dochtertje, op 20/11/1856, trekt Geertruid Israel naar het gemeentehuis van Colijnsplaat om daar te trouwen met Dingenus van Stelle. De bruidegom is geboren in Wissenkerke op 31/1/1811 als zoon van Cornelis van Stel en Neeltje Verschelling. Dingenus is op het moment van zijn huwelijk bakker op Colijnsplaat.

Voor de 45-jarige bruidegom is dit al zijn derde huwelijk. Het begint voor hem allemaal in 1835 wanneer hij als 24-jarige arbeider trouwt met de 19-jarige Poulina Kouwer. Ze krijgen samen zes kinderen waarvan er vier volwassen worden. Als Poulina Kouwer sterft in 1852, blijft Dignus achter met de 15-jarige Cornelis, de 13-jarige Marinus, de 8-jarige Leendert en de 6-jarige Neeltje.

Een paar maanden na de dood van zijn vrouw hertrouwt hij met de 36-jarige Maria de Visser, feitelijk zijn aangetrouwde nicht, voor wie dit al haar derde huwelijk is. Van haar twee vorige echtgenoten brengt Maria de Visser drie kinderen mee in haar derde huwelijk. Het nieuw samengesteld gezin telt dan dus zeven kinderen.

Binnen twee jaar na zijn tweede huwelijk moet Dingenus op zoek naar een nieuwe stiefmoeder, dit keer niet alleen voor zijn eigen vier kinderen maar ook voor de zoon van zijn aangetrouwde neef en twee stiefkinderen van zijn laatste echtgenote, namelijk de 12 jarige Cornelia Braamse en de 9-jarige Marinus Braamse die dan totaal verweesd zijn.

En dan valt zijn oog op Geertruid Israël die hij wellicht al heel lang kent omdat ze allebei van Colijnsplaat zijn. Voor Geertruid is het haar eerste officiële huwelijk. Dingenus van Stelle en Geertruid Israel laten op Colijnsplaat de volgende kinderen inschrijven in het geboorteregister:

  • Hendrik, geboren 4/12/1860 en vernoemd naar zijn overgrootvader Hendrik van Stel. Baby Hendrik sterft na 20 dagen.
  • Maria, geboren 28/2/1862 en vernoemd naar haar grootmoeder Maria Wisse. Het kind sterft na 6 weken.
  • Dingenis, vernoemd naar zijn vader en geboren op 29/3/1863. Dingenis van Stelle sterft ongehuwd op 65-jarige leeftijd in de Bakkersstraat 75 in Hilversum op 2/11/1928.

Na de geboorte van de jongste zoon Dingenis in 1863, loopt het grote samengestelde bakkersgezin in hoog tempo leeg. Het begint op 31/8/1864 met de dood van Marinus van Stelle die werkt in de bakkerij van zijn vader; hij werd 25 en bleef ongehuwd. Stiefzoon Pieter Blok sterft op 24-jarige leeftijd in 1866, hij was alleenstaand en arbeider. Stiefzoon Marinus Braamse tenslotte, emigreert naar de VS in 1868.

Andere stiefkinderen van Geertruid trouwen en krijgen hun eigen gezin. Oudste zoon en bakkersknecht Cornelis Stelle trouwt in 1865, zoon Leendert Stelle trouwt in 1868 en dochter Neeltje Stelle trouwt in 1873. Stiefdochter Cornelia Braamse was al in 1870 getrouwd.

Opvallend aan vader en echtgenoot Dingenus van Stelle tenslotte,  is zijn veelzijdige carrière. Hij begint als arbeider en wordt vervolgens “priseerder van ’t geslagt” wat zoveel wil zeggen als iemand die de waarde bepaalt van slachtvee. In 1843 is hij winkelier, vervolgens “koehouder” en “commies”. Als hij trouwt met Geertruid Israel is hij bakker, en dat blijft zo tot zijn dood op 17/1/1888, enkele dagen voor zijn 77ste verjaardag.

Geertruida israel sterft op 75-jarige leeftijd op Oud-Beijerland op vrijdag 2 oktober 1903. Ik heb een vermoeden dat ze de laatste jaren van haar leven heeft doorgebracht bij haar jongere broer Jacob Israel of bij één van diens dochters, die allemaal in de omgeving van Oud-Beijerland wonen. Broer Jacob Israel sterft ruim een jaar eerder dan Geertruida op 4/5/1902.

Louisa van Sintemaartensdijk (1861 – 1922) uit Amsterdam

Louisa van Sintemaartensdijk is een achterkleindochter van Katharina Bajens uit Koudekerke. Ze wordt geboren op 4 april 1861 in Vlissingen als oudste dochter van Thona Israel en Albertus van Sint Maartensdyk. Haar vader is schoenmaker, haar moeder was dienstbode en heeft er al een eerder huwelijk op zitten, waardoor Louisa opgroeit met een ouder stiefzusje.

Na de geboorte van Louisa, die is vernoemd naar haar Brabantse grootmoeder Louisa van Duinen, komen er op relatief korte tijd nog twee zusjes bij. Als Louisa nog geen 4 jaar oud is, sterft haar stiefzuster. Haar ouders besluiten dan om te verhuizen naar Amsterdam. Ik weet geen exacte datum van de verhuizing, maar ze is definitief.

Zodra dat enigszins mogelijk is, wordt Louisa uit werken gestuurd. Ze belandt in Den Haag als dienstmeid. Vlak voor haar 18e verjaardag raakt Louisa daar zwanger van een man die haar laat zitten met de schande. Op 3 december 1879 bevalt ze in Den Haag van een zoon die ze vernoemt naar haarzelf en naar de vader van het kind: Lodewijk Willem.

Louisa brengt haar zoon naar haar ouders aan de Brouwersgracht in Amsterdam, waar ook haar twee jongere zusters nog wonen. Zelf gaat ze ook nog een tijdje bij haar ouders wonen – en werken.

Louisa krijgt verder geen kinderen meer, haar twee zusters ook niet. Ik heb een vermoeden dat haar ouders hevig zijn geschrokken van de ongeplande zwangerschap van Louisa en dat vervolgens alle dochters de rest van hun leven amper nog in de buurt van een man mogen komen – zo lang hun ouders leven.

Want een paar maanden na de dood van hun vader – moeder is al eerder overleden – op donderdag 19/4/1906, trouwt jongste zus Helena Hendrika op 42-jarige leeftijd in Amsterdam met de 53-jarige weduwnaar Hendrik Jan van Swinderen, een kruier.

En ook Louisa zelf trouwt nog op latere leeftijd. In Haarlem leert ze Anne Dinhart kennen, een weduwnaar en “koffiehuishuider” – eigenaar van een koffiehuis dus. Anne is geboren in Rotterdam en twintig jaar ouder dan zijn bruid. Het huwelijk wordt voltrokken op 24/9/1915 in Haarlem. De bruidegom is 74, de bruid 54.

Vier jaar en twee weken later sterft Anne Dinhart in Haarlem op maandag 6/10/1919. Louisa blijft niet hangen in Haarlem en keert terug naar Amsterdam. Daar sterft ze op 9 juni 1922; ze werd 61 jaar. Wellicht woonde ze de laatste maanden of jaren van haar leven bij haar zoon, die dan al een groot gezin heeft met volwassen kinderen.