Maandelijks archief: november 2016

Willem Jobse (1877 – 1958) uit Serooskerke

Willem Jobse is de jongste en uiteindelijk ook enige zoon van Jan Jobse en Jacomina Dekker. Hij wordt geboren op 20/2/1877 op Oostkapelle. Zijn ouders vernoemen hem naar zijn grootvader Willem Jobse, die op zijn beurt een zoon is van Laurina Bajens. Willem groeit op met zijn ouders en zijn oudere zuster Susanna.

Zijn vader is veldarbeider maar Willem leert een ambacht: hij wordt timmerman. En als hij 23 is, trouwt hij met een dorpsgenoot: Pieternella den Hollander, een dochter van Cornelis den Hollander, een hovenier, en Willemina Melis. Ze is geboren op 18/5/1875 op Oostkapelle en dus twee jaar ouder dan haar bruidegom.

Hun huwelijk wordt voltrokken op het gemeentehuis van Oostkapelle op 25/5/1900. Het is het eerste huwelijk van dat jaar in Oostkapelle. Na hun huwelijk vestigen bruid en bruidegom zich op Serooskerke. Daar wonen langs moederskant een aantal ooms van Willem Jobse. Op Serooskerke worden de volgende kinderen geboren:

  • 4/3/1901: Jacomina, vernoemd naar haar grootmoeder Jacomina Dekker. Ze wordt 52 jaar en sterft ongehuwd.
  • 13/2/1902: Wilhelmina, vernoemd naar haar grootmoeder Willemina Melis. Ze blijft ongehuwd bij haar ouders wonen.
  • 14/12/1902: Jannetje, vernoemd naar haar grootvader Jan Jobse. Ze trouwt op 26-jarige leeftijd met Jacobus Francke.
  • 21/5/1904: Cornelia, vernoemd naar haar grootvader Cornelis den Hollander. Ze trouwt op 23-jarige leeftijd met Pieter Jacobus Wattel.
  • 21/7/1906: Pieternella, vernoemd naar haar moeder Pieternella den Hollander. Ze blijft ongehuwd bij haar ouders wonen.

Op 23/9/1953 moet Willem aangifte gaan doen van de dood van zijn oudste dochter, de dan 52-jarige Jacomina. Hij is dan 76 en nog altijd timmerman. Jacomina heeft haar leven lang bij haar ouders gewoond en blijft “zonder beroep”.

Willem Jobse sterft vier jaar na zijn oudste dochter op 14/4/1958 op Serooskerke. Hij is dan 81 jaar en inmiddels gestopt met werken. Zijn weduwe Pieternella den Hollander sterft twee maanden later op 24/6/1958, eveneens op Serooskerke. Ze is dan 83 jaar.

Peter Baijens uit Lithoijen (ongeveer 1610 – ongeveer 1667)

sam_3369

Peter Baijens is een zoon van Hanrick Baijens en Harnske. Ik heb van hem geen geboorte aantekening. Ik heb maar één tekst gevonden die een verwijzing geeft naar zijn leeftijd. Die is gedateerd 5/10/1632. Peter verkoopt in Oss een stuk land uit de erfenis van zijn ouders. Hij verklaart daarbij “mundich van jaeren” te zijn.

Er is in 1632 dus twijfel over de vraag of hij al volwassen is, en het recht heeft in eigen naam te handelen. Dat kan er op wijzen dat hij geboren moet zijn omstreeks 1610 of misschien een paar jaar eerder. Vermoedelijk is hij daarmee één van de jongste kinderen in het gezin.

Hij groeit op met nog twee (oudere) broers en vier zusters.  Hij trouwt met Stijntje, een dochter van Lambert Willem Lamberts en Claesken Jacopssen. Stijntje komt uit Litthoijen. Peter en Stijntje krijgen minstens vier kinderen, die alle vier worden geboren op Lithoijen:

  • Henrick, vernoemd naar zijn grootvader Hanrick Baijens. Hij verhuist naar Nieuwaal en trouwt met Jenneke van Lent.
  • Jan, vermoedelijk vernoemd naar een nog onbekende voorvader uit het geslacht Baijens. Hij trouwt met Ida (IJke) Gijsbrechts.
  • Baltus, vernoemd naar zijn oom Balthasar Baijens die op zijn beurt mogelijk is vernoemd naar een nog onbekende voorvader uit het geslacht Baijens. Hij trouwt met Marieke Jans Ceelen / Maria Joannis Marceli.
  • Hanriske, vernoemd naar haar grootmoeder Harnske, de vrouw van Hanrick Baijens. Ze trouwt voor de Schepenbank op 21/2/1665 te Lith met Aert Peter Aerts. Bruid en bruidegom zijn volgens de huwelijksaantekening afkomstig van Lithoijen.

Op latere leeftijd, tussen 1651 en 1659, is Peter één van de schepenen van Lithoijen. Het lijkt er op dat de diverse mannelijke familieleden van de familie Baijens elkaar aflossen in die functie. Zijn oudere broer Willem sterft namelijk in 1651 en hij is jarenlang schepen in de jaren ervoor. Willem heeft op zijn beurt het ambt overgenomen van de oudste broer Baltus Baijens, die sterft in 1637.

Eén van de regels voor het schepenambt luidt dat er van elke familie maar één man in het schepencollege mag zitten. Zo kan er in theorie nooit een te grote machtsconcentratie ontstaan van één familie. Na 1659 nemen de zonen van Baltus en Willem het schepenambt over. Wellicht voelt Peter zich tegen die tijd oud en versleten.

Tijdens zijn actieve jaren koopt Peter een eindeloze hoeveelheid land. Wat hij ook graag doet is gronden ruilen, bijvoorbeeld om allerhande versnipperde stukjes grond tot een grotere lap aaneen te kunnen breien. Of om slechte grond te ruilen voor goede. Dit heet “erfmangelinge”.

De kans is groot dat Peter deze gronden koopt voor zijn kinderen. En dat elk kind al weet wat hij of zij precies zal gaan erven later, als vader er niet meer is. In dat geval moet het wellicht een onaangenaam bericht voor Peter zijn geweest dat zijn oudste zoon er voor kiest zich te gaan vestigen in het verre Nieuwaal, in plaats van op de boerderij en de landerijen die zijn vader voor hem heeft gekocht.

Deze oudste zoon, Hendrik, verhuist naar Nieuwaal in ongeveer dezelfde periode als dat Peter het schepenambt opgeeft. De kans bestaat dat Peter die functie jarenlang heeft “warmgehouden” voor zijn oudste zoon, met de bedoeling dat zoon Hendrik het ambt van hem zal overnemen. Niet dus. Ook de twee andere zonen van Peter en Stijntje worden trouwens nooit schepen.

Ik ga er van uit dat Peter als jonge man niet vanaf nul is moeten beginnen, maar dat hij aanvankelijk samen met zijn broers werkt op de gronden van zijn vader in Lithoijen. Na de dood van zijn ouders zal hij een stevige erfenis hebben gekregen. Die erfenis is dan de basis voor zijn eigen familiebedrijf waar hij met vrouw en zonen op werkt.

Je wordt namelijk alleen maar schepen van een dorp wanneer je behoort tot de groep families met de meeste eigendommen. Daarnaast moet een schepen kunnen lezen en schrijven. Ook dat geeft een zekere voorsprong op iedereen die nooit naar school is geweest omdat zijn ouders het niet kunnen betalen.

Ergens tussen half juli en eind september 1667 sterft Peter Baijens; zijn vrouw Stijntje is dan al overleden. Op 23/9/1667 wordt de verdeling van de erfenis beschreven in het schepenboek. De volledige tekst hiervan luidt als volgt:

Voor Jan Henricx van Lenth ende Henrick Baltissz Baijens, schepenen in Lithoijen, zijn verschenen Henrick, Jan en Baltus Petersz Baijens, gebroeders ende Aert sone Peter Aerts als man van Hanrisken Peter Baijens sijne huijsvrouwe alle wettige kinderen ende erffgenamen van wijlen Peter Hanrick Baijens ende Stijntjen Lamert Willems echteluijden tesamen overleden. Dezen hebben mits desen erffmaechgescheijt gedeijlt alle de goederen daer Peter ende Stijntje haer vader ende moeder voornoemt inne bestorven zijn ofte haer met ter doot hebben ontruijmt ende achtergelaten.
(1) een huijs ende hoff etc. in Lithoijen ter plaetse genoemt op den Grooten Engh aenden maesdijck, belendingen: den gemeijnen straet; den Wertgraeff; item 7 hont lants opten Podelair, belendingen: Jurrien Geurtss; Hanrick Beecken; de gemeijne straet; de rijckerhoeve; item 2 hont in Aert Damen camp, belendingen: mr. Jan van Vorstenbosch; Jan Hermans; erffgenaemen Jan Hermans van Elshout; Aert Dirck Henricx cum suis; sijn te deel gevallen Henrick Petersz Baijens. Hieruit te btalen aen Philippus vanden Bergh tot sHertogenbossche de somme van 100 carolus gulden; item aen Nieuwhoff 50 gulden; item alnoch aen Jan Peters sijnen broeder eens de somme van 6 gulden op Smite Martensdagh anno 1667; te onderhouden 5 voet maesdijcx gelegen onder de schauwe van Litthoijen boven de sluijs tusschen dijck Stijntjen weduwe Rijnder Harmans boven ende Thonis Hermans benedennaest; item 11 voet maesdijcx gelegen tegen Jan Hermans campken tusschen dijck Jenneken dochtere Peter Jan IJwens boven ende Peter Corsten tot Litth benedennaest; item alnoch [niet ingevuld] roeijen maesdijcx gelegen tegens het voors huijs ende hoff tusschen dijck [niet ingevuld] boven ende erffgenamen Jan Hermans van Elshout benedennaest; item het vierde part van 28½ voet maesdijcx gelegen tegens d’Elsen tusschen dijck Jan Huijberts Cleijn boven ende Goort Huijberts benedennaest; item 3 voeten maesdijcx gelegen tegen Gerit van Roijs hoff tusschen dijck Jenneken weduwe Peter Hanrick Blanckers boven ende Jenneken weduwe Jacob Lamers benedennaest; item de helft van 2½ roeije maesdijcx gelegen onder de voors schauwe tusschen dijcken tegens Thonis Hermans hoff Gerit van Roij boven ende Willem Lamers benedennaest.
(2) een hoff ende hoffstadt landts in Lithoijen ter plaetse genoemt opten grooten Engh, belendingen: den maesdijck; den gemeijnen straet; Henrick Henrick Beecken; erffgenamen Wouter Claessen; item 2 hondt lants genoemt Brauwers heesken gelegen opten voors grooten Engh, belendingen: den gemeijnen straet; Thonisken weduwe Rijnder Anthonissz; Peter Willem Gerits; erve der condividenten in desen; item 4½ hont lants aldaar ter plaetse genoemt inden Block, belendingen: den schauwgraeff; den tientwech; Steven Geurtss; den gemeijnen straet; sijn te deele gevallen Jan Peters Baijens. Hieruit te onderhouden een halve roeije maesdijcx gelegen onder de schauwe van Litthoijen boven de sluijs tusschen dijck Jenneken Cornelissz boven ende Aert Jan Aert Otten benedennaest; item 2 roeijen maesdijcx gelegen onder de voors schauwe tegen Jan Hermans campken tusschen dijck Evert sone Goossen Hanrick Everts boven ende Jurrien Geurtss benedennaest; item een halve voet maesdijcx daeromtrent gelegen tusschen dijck Walraven Gijsberts boven ende benedennaest.
(3) een hoffstadt landts in Lithoijen ter plaetse genoemt opten Engh, belendingen: Jenneken weduwe Jan Gerits Ruijsch; t’gemeijne steegsken; de gemeijne straet; Jurrien Geurtsz. Item eenen halven mergen lants opten grooten Engh, belendingen: erffgenamen Peter Jan Cornelis Aerts; Geurt Huijberts cum suis; de gemeijne straet; erffgenamen Jan Dirck Clingh; item 4½ hont gelegen op de Corteweijen, belendingen: convent van Sinte Geertruijden; de gemeijne straet; den schauwgraeff vande Belgeren; item anderhalff hont gelegen opten Geer, belendingen: Lamert Gerits van Heesch; den polder-dijck; de proosdije van Meerssen; sijn te deel gevallen Baltus Petersz Baijens. Hieruit te betalen aen Frans van Nieuwhoff de somme van 50 carolus gulden; noch aen Philippus vanden Bergh eens de somme van 50 carolus gulden; item alnoch aen Jan Peters sijnen broeder voornoemt eens de somme van 6 carolus gulden op Sinte Martens dagh anno 1668; te onderhouden een halve roeije maesdijcx gelegen onder de schauwe van Litthoijen omtrent de sluijs tusschen dijck Geurt Peter Smitz boven ende Jan Aerts van Bakel benedennaest; item 6 voeten maesdijcx gelegen tegen Dirck Huijberts campken tusschen dijck Thonis Aert Gerit Smith boven ende Dirck Huijberts benedennaest; item 4 voeten maesdijcx tegen Dirck Huijberts campken voornt tusschen dijck Claesken weduwe Peter Herberts boven ende Hanrick Lamers Gerwen benedennaest; item anderhalve voet in een cloft van 9 voeten maesdijcx gelegen tegen t’huijs van Gerit van Roij tusschen dijck Dirck Hanricx boven ende d’erffgenamen Gerit Goossens benedennaest; item een vierendeel ende de helft van een vierendeel in derd’halve roeije maesdijcx ende noch de helft vande helft van een vierendeel tegen Peter Aerts hoff tusschen dijck Jenneken de Raeth boven ende Cornelis Gerit Claessz benedennaest; item de helft van 8 voet ende een derdendeel van eenen voet tegen Thonis Hermans campken tusschen dijck Hanrick Beecken boven ende Lenart Crijnen benedennaest.
(4) een hoffstadt lants groot 3½ hont in Lithoijen opten heuvel, belendingen: Jan Ceelen; Dirck Baltissz; de gemeijne straet; door den maesdijck inden wiell; item 2 hont lants opten grooten Engh, belendingen: t’beneficie landt; Jan Gerits van Lenth; de erffenisse der condividenten in desen; Jenneken weduwe Jan Gerits Ruijsch; item 4 hont lants inden Zebosch, belendingen: Jan Ceelen; Geurt Peter Smitz; Huijbert Jan Huijberts; Jan Huijberts Hoep; item 2¼ hondt in Coolenhoeff, belendingen: den schauwgraeff vande Rijckerbrempt; Geurt Wemmers; den tientwech; erffgenamen mr. Henrick Crijnen; zijn te deel gevallen Aert sone Peter Aerts als man van Hanrisken dochtere Peter Hanrick Baijens voornt. Hieruit te betalen aen Dirck Roeckarts binnen den Bosch de somme van 100 gulden; item aent’Clarissen clooster binnen den Bosch een jaerlijcke chijns van 21 stuijvers; item aen de heer Johan Hamel een jaerlijcxe chijns van 28 stuijvers; item alnoch aen Jan Peters sijnen zwager de somme van 6 gulden eens op sinte Marten anno 1668; te onderhouden tien voeten maesdijcx onder de schauwe van Litthoijen tegens den zack tusschen dijck Gerit sone Jan Dircx boven ende Dirck Aerts benedennaest; item de helft vande helft van 3 roeijen maesdijcx ende noch het resterende deel vande helft gelegen tegen den gasthuijs camp tusschen dijck Willem Peters van Maren boven ende Wellen Dircx van Teeffelen benedennaest; item 4 voeten maesdijcx gelegen tegen Peter Aerts hoff, tusschen dijck Uken weduwe Corst Zijmonts boven ende Willem Janssz Prickvanger benedennaest; item een roeij maesdijcx daeromtrent gelegen tusschen dijck Jan Ceelen boven ende Geurt Peter Smitz benedennaest; item het sevenste gedeelte van 6 voeten maesdijcx gelegen achter de kerck tegens den campert tusschen dijck Cornelis Ariens Bacx boven ende d’erffgenamen Wouter Claessz benedennaest.

Een mergen landts (“mergen” = morgen) is de hoeveelheid grond die op één ochtend kan worden geploegd. Het komt overeen met bijna één hectare oftewel 10.000 vierkante meter (pakweg 100 x 100 meter). Eén mergen = 6 hont, een oppervlaktemaat die hieronder vaak wordt gebruikt. Eén hont is 0.14 hectare oftewel een lap van bijvoorbeeld 14 x 100 meter.

Op 9/7/1655 wordt de erfenis verdeeld van de ouders van echtgenote Stijntje. Ze is het vierde kind in de rij erfgenamen. Het is haar man, Peter, die officieel erfgenaam is en de erfenis beheert in naam van zijn vrouw.

Stijntje erft het volgende: “twee hont lants aldaar ter plaetsschen genoempt in aert Aemen camp, belendingen: mr. Jan Janssen schoolmr.; de onmundige kijnderen Willem Willem Aukens; Jan Hermans vanden Elshout; Dierck Henrick Hoorens secretaris; noch anderhalff hont lants aldaar ter plaetsschen genoempt inden Geer int groot broeck, belendingen: Lambert Gerits van Hees; Jan Thijssen den ouden van Oss; den polderdijck; erffenisse tconvent van Sint Geertruijden binnen den Bosch; zijn te deell gevallen Peeter Henrick Baijens als man van Stijntken voors. Hieruit te onderhouden eenen voet maesdijcx onder de schauw van Littoijen gelegen omtrent tegen Peter Aerts gehueft tusschen dijcken Peeter Henrick Baijens voors boven ende Willem Janssen Prickenvanger van Oijen beneden; noch het sevenste gedeelte in sess voeten maesdijcx onder de voors schauw gelegen beneden de kerck in een clofte tusschen dijcken Dersken dochtere Dierck Huijgen inde selve cloft bovennaest ende tusschen dijcken Wouter Claessen inde selve cloft benedennaest; noch de helft van 8 voeten ende de helft van een dordendeell van eender voet maesdijcx inde voors schauw gelegen in een cloft omtrent Delis Beecken huijs tusschen dijcken Gerit Janssen Coppeler van Lith inde selve cloft bovennaest ende Lenart Crijn Diercxen Hollander benedennaest”.

Akte uit 21/10/1665:

9 Voor Claes Goossensz van Leucken presidenth ende Hendrick Baltissz Baijens, schepenen in Lithoijen, is verschenen Handricxken alias Elisabeth Willem Wouters huijsvrouwe van sr. Niclaes Piccaert als speciale procuratie hebbende van haeren voors man d.d. 8-10-1665 voor notaris ende getuigen in Brussel gepasseert. Zij heeft eenen hoff ende hoffstadt landts in Lithoijen ter plaetse genoemt opten Enge, belendingen: den maesdijck; den gemeijnen straet; erffgenamen Henrick Henrick Beecken; erffgenamen Wouter Claessen; bij maniere van erffmangelinge opgedraegen Peter Hanrick Baijens. Hieruit te onderhouden 2 roeijen oudts maesdijcx onder de schauwe van Litthoijen gelegen tegens Aert Aven camp tot Leuth tusschen dijck [niet ingevuld] bovennaest ende Jurrien Geurtss benedennaest.
IN MARGE: metten onraeth gecoft voor 70 gulden.
Datering:
21-10-1665

 

Susanna Jobse (1874 – 1961) uit Middelburg

Susanna Jobse is een kleindochter van Laurina Bajens. Ze wordt geboren op 11/7/1874 als het (op dat moment) oudste kind en de enige dochter van Jan Jobse en Jacomina Dekker. Ruim twee jaar later komt broer Willem Jobse het gezin voltooien. Haar vader is veldarbeider; haar moeder werkt mee op het land.

Als Susanna 22 is, vertrekt ze naar Middelburg waar ze zich vanaf 9/11/1896 laat inschrijven in het bevolkingsregister van de stad. Op de kop af 5 jaar later, op 8/11/1901, staat ze opnieuw op het stadhuis, maar dit keer om te trouwen. Een dag eerder heeft ze zich al laten inschrijven op het adres van haar toekomstige echtgenoot.

Dat is Pieter Breel, een dan 23-jarige koetsier en geboren op 5/6/1878 in Middelburg als zoon van Joost Breel en Helena Johanna de Troije. Voor Pieter is dit zijn tweede huwelijk; op zijn 20ste trouwt hij met de dan 19-jarige Adriana Janse uit Zoutelande. Ze sterft 6/4/1901, zeven maanden voordat Pieter trouwt met Susanna Jobse. Ik kan vooralsnog geen kinderen vinden uit het eerste huwelijk.

De kinderen van Susanna Jobse en Pieter Breel, geboren in Middelburg:

  • Joost, geboren 4/8/1902 en vernoemd naar zijn grootvader Joost Breel.
  • Jacomina, geboren 19/7/1904 en vernoemd naar haar grootmoeder Jacomina Dekker.
  • Leendert Johannes, geboren 27/9/1912.

Pieter verandert tijdens zijn huwelijk een aantal malen van beroep. In 1902 is hij expediteur, in 1904 werkt hij als “sleeper” en in 1912 is hij sjouwerman. Later wordt hij los arbeider. Maar dan woont hij niet meer bij zijn gezin. Intussen is vermoedelijk wel de bejaarde (schoon)vader, Jan Jobse, bij het gezin komen wonen. Hij sterft eind oktober 1925 op 88-jarige leeftijd.

Op 27/4/1928 trouwt dochter Jacomina op het stadhuis van Middelburg met Jacobus de Ruijter. Alleen haar moeder is aanwezig. Haar vader is dan vanuit het gezichtspunt van vrouw en dochter al een tijdje met de Noorderzon vertrokken. Kort daarop besluit Susanna Jobse dat het welletjes is geweest en zet ze de procedure in gang die tot éénzijdige ontbinding van het huwelijk moet leiden.

Omdat Pieter niet reageert op de oproepen om te verschijnen voor de rechtbank, wordt op  26/9/1928 de echtscheiding uitgesproken. Susanna wacht nog even of haar man niet alsnog komt opdagen. Dat is niet het geval en op 6/1/1929 vraagt ze om een definitieve inschrijving van het vonnis in de burgerlijke stand.

Susanna Jobse overleeft als werkvrouw en wasvrouw. Ze sterft 6/11/1961 in Middelburg; ze is dan 87 jaar. Vermoedelijk brengt ze de laatste jaren van haar leven door bij haar dochter Jacomina Breel. Dochter Jacomina sterft 7/8/1987 in Middelburg op 83-jarige leeftijd. Van de twee zonen van Susanna Jobse en Pieter Breel heb ik tot nu toe geen verdere gegevens.

Het is mogelijk dat echtgenoot Pieter Breel al die tijd in Amsterdam heeft gewoond. In elk geval sterft op 11/6/1945 in Amsterdam “een” Pieter Breel op 67-jarige leeftijd.  (wat perfect klopt met de Pieter Breel die op 5/6/1878 in Middelburg wordt geboren) Hij ligt begraven op de Nieuwe Noorderbegraafplaats in Amsterdam.

Jan Jobse (1837 – 1925) uit Oostkapelle

Jan Jobse is de tweede en jongste zoon van Laurina Bajens en Willem Jobse. Hij wordt geboren op 25/9/1837 op Meliskerke en vernoemd naar zijn grootvader Jan Bajens. Zijn moeder is naaister, zijn vader landmansknecht. Jan groeit op met zijn broer Willem, die een jaar ouder is.

Als Jan 7 jaar is, sterft zijn moeder. Anderhalf jaar later hertrouwt zijn vader, die dan 41 is, met een 28-jarige dienstmeid van Zoutelande. Jan heeft dan dus een stiefmoeder. Maar niet lang. Twee weken na zijn tweede huwelijk, sterft namelijk ook de vader van Jan. En dan is hij dus volledig wees.

Jan mag samen met zijn broer Willem gaan wonen bij zijn grootvader Jan Bajens (naar wie Jan is vernoemd) en zijn grootmoeder Adriana de Klerk, die allebei ook op Meliskerke wonen en die blijven leven tot Jan ruim volwassen is.

Als hij volwassen is, gaat hij werken als boerenknecht bij een boer op vrouwenpolder. Hij wordt verliefd en van het één komt het ander: er is een kind op komst. Jan besluit te trouwen met de aanstaande moeder van zijn kind. En hij gaat nietsvermoedend naar het gemeentehuis van Meliskerke om een uittreksel van zijn geboorte akte.

En dan blijkt dat hij officieel nooit heeft bestaan. Zijn vader is vergeten hem aan te geven bij zijn geboorte. Of de ambtenaar heeft hem niet ingeschreven. En dus kan er niet getrouwd worden. Intussen groeit de buik van zijn aanstaande vrouw. Maar er is geen geboorte akte en dus kan er van een huwelijk geen sprake zijn. Wet is wet.

Vervolgens moet hij bewijzen wie hij is en dat hij bestaat. Dat gebeurt voor de rechtbank in Middelburg, die zijn broer Willem Jobse oproept als getuige. Blijkbaar slaagt Willem in zijn missie, want Jan krijgt alsnog een inschrijving in het geboorteregister van Meliskerke. Hij gaat vervolgens zelf aangifte doen van zijn geboorte, in gezelschap van zijn dan 70-jarige oom Anthony Jobse.

En dan kan er eindelijk getrouwd worden. Dat gebeurt op 8/4/1868 op Oostkapelle, nog juist op tijd. De hoogzwangere bruid is Jakomina Dekker, een 26-jarige dienstbode die op dat moment op Oostkapelle woont. Jakomina is geboren op 7/2/1842 op Serooskerke als dochter van Jacobus Dekker en Susanna Joosse.

Hun kinderen, geboren op Oostkapelle:

  • 13/5/1868: Willem, vernoemd naar zijn grootvader Willem Jobse. Hij sterft tien weken later op 26/7/1868 ’s nachts om 2 uur.
  • 11/7/1874: Susanna, vernoemd naar haar grootmoeder Susanna Joosse. Ze trouwt met Pieter Breel, van wie ze zich 24 jaar later ook weer laat scheiden. Ze sterft op 6/11/1961 in Middelburg (87 jaar).
  • 20/2/1877: Willem, vernoemd naar zijn grootvader Willem Jobse. Hij trouwt met Pieternella den Hollander. Hij sterft 14/4/1958 op Serooskerke (81 jaar).

Jacomina Dekker sterft 22/4/1902 op Oostkapelle, ze is dan 60 jaar. Jan werkt dan nog als veldarbeider. Uiteindelijk gaat hij inwonen bij het gezin van zijn dochter Susanna en haar man in Middelburg. Daar sterft hij op 88-jarige leeftijd op 21/10/1925.

 

Willem Verhoeven (1822 – 1888) uit Dordrecht

Willem Verhoeven is een achterkleinzoon van Judith Baijens. Hij wordt geboren omstreeks 1822 in Dordrecht als zoon van Willemina Willemsen en Willem Verhoeven. Zijn ouders zijn dan al ruim 10 jaar getrouwd maar hebben vermoedelijk nog maar één kind wat is blijven leven: Willems twee jaar oudere broer Pieter.

Willem wordt dus de tweede (in leven blijvende) zoon en na hem komen nog twee broers en een zuster. Als hij ongeveer 16 is, sterft zijn vader waardoor Willem en zijn oudere broer wellicht de rol van kostwinners voor het gezin op zich moeten nemen. Zijn broer Pieter is metselaar, Willem wordt timmerman.

Als hij 27 is, vindt Willem dat het tijd wordt om te trouwen. Dat gebeurt op 31/10/1849 in Dordrecht. Zijn bruid is de dan 30-jarige Dieonisia Helena Maria Niessen, een dochter van Johannes Leonardus Niessen en Josina van Hemert. Ze is geboren in Buren op 7/6/1819  maar ze woont in Dordrecht.

Willem en Dieonisia krijgen de volgende kinderen, die allemaal worden geboren in Dordrecht:

  • 1851: Willemina Josina, vernoemd naar haar beide grootmoeders Willemina Willemsen en Josina van Hemert. Ze sterft als ze 5 jaar is (11/4/1856) in de Nieuwstraat in Dordrecht.
  • 23/3/1853: Jozina Johanna Leonarda, vernoemd naar haar beide grootouders van moederskant. Ze trouwt op 48-jarige leeftijd met Willem Leendert Broeksmit. Ze sterft op 80-jarige leeftijd op 26/7/1933 in Dordrecht.
  • 1/7/1855: Dieonisia Helena Maria, vernoemd naar haar moeder. Ze sterft ongehuwd op 14/4/1912 in Dordrecht; ze is dan 56 jaar.
  • 8/11/1958: Willemina Josina, vernoemd naar haar beide grootmoeders Willemina Willemsen en Josina van Hemert. Ze sterft ongehuwd op 76-jarige leeftijd in Dordrecht (27/12/1934).
  • 29/12/1860: Gijsberdina Johanna, vernoemd naar haar overgrootmoeder Gijsberdina van Veen. Ze sterft ongehuwd op 7/5/1945 op 84-jarige leeftijd in Dordrecht.
  • 1/8/1863: Johannes Leonardus, vernoemd naar zijn grootvader Johannes Leonardus Niessen. Hij sterft op 8-jarige leeftijd op 15/2/1872 om 3 uur ’s middags in een huis in de Nieuwstraat in Dordrecht.

Willem Verhoeven sterft op 66-jarige leeftijd in Dordrecht (25/12/1888). Zijn weduwe Dieonisia Helena Maria Niessen sterft 10 jaar later (22/4/1899), ook in Dordrecht. Ze is dan 79 jaar. Ze laat vier ongehuwde dochters na: de 47-jarige Jozina, de 43-jarige Dieonisia, de 40-jarige Willemina en de 38-jarige Gijsberdina.

Anderhalf jaar na de dood van haar moeder, op 25/9/1901, trouwt de oudste dochter Jozina Johanna Leonarda, die dan 48 jaar is, met de dan 45-jarige Willem Leendert Broeksmit. Het huwelijk blijft kinderloos, zodat deze tak van de familie niet meer verder loopt.

 

Pieter Verhoeven (1820 – 1887) uit Dordrecht

Pieter Verhoeven is een achterkleinzoon van Judith Baijens. Hij wordt geboren in Dordrecht omstreeks 1820 als zoon van Willemina Willemse en Willem Verhoeven. Zijn ouders vernoemen hem naar zijn grootvader Pieter Verhoeven.

Hij is minstens het vierde kind van zijn ouders, maar doordat al zijn voorgaande broers en zusters waarschijnlijk sterven als baby, wordt Pieter waarschijnlijk de oudste in het gezin. Hij groeit op met drie jongere broers en een jongere zuster.

Als Pieter ongeveer 17 is, sterft zijn vader. Vermoedelijk is Pieter dan al zelf aan het werk als metselaar, en door de dood van zijn vader wordt zijn inbreng in het gezinsbudget dan wellicht letterlijk van levensbelang voor de rest van zijn familie.

Vier jaar later, in oktober of november 1841, wordt Pieter vader van een zoon. De moeder is Wilhelmina Hurkmans, een dochter van Johannes Hurkmans en Johanna Held. Ze is een jaar jonger dan Pieter, dus geboren omstreeks 1821, eveneens in Dordrecht. Als ze trouwen zijn ze allebei nog officieel minderjarig; Pieter is 22, zijn bruid 21.

Dat huwelijk vindt pas plaats als hun zoon ongeveer een half jaar oud is. Tijdens deze ceremonie, op 27/4/1842 in Dordrecht, erkent Pieter zijn zoon Willem, die is vernoemd naar zijn grootvader Willem Verhoeven. Nog geen jaar later, op 5/3/1843, ’s nachts om 1 uur in een huis in de Vriesestraat in Dordrecht, sterft de kleine Willem op de leeftijd van 16 maanden.

Na Willem komen er nog de volgende kinderen:

  • Willem, geboren omstreeks 1845 en vernoemd naar zijn grootvader Willem Verhoeven. Hij trouwt met Judith Pieternella Reus en sterft in Dordrecht op 53-jarige leeftijd (14/11/1898).
  • Johanna, geboren omstreeks 1847 en vernoemd naar haar grootmoeder Johanna Held. Ze trouwt met Christianus Johannes van Olst en sterft op 57-jarige leeftijd in Dordrecht (12/10/1904).
  • Pieter Johannes Martinus, geboren omstreeks april 1850 en overleden op 22/10/1850 in Dordrecht; hij wordt 6 maanden oud.

Het is heel goed mogelijk dat er nog meer kinderen worden geboren in het gezin, maar daarvan zijn de gegevens dan verloren gegaan.

Pieter sterft op 67-jarige leeftijd in Dordrecht (22/2/1887). Zijn vrouw Wilhelmina Hurkmans sterft zeven jaar later op 15/6/1894, ook in Dordrecht. Ze is dan 73 jaar.

 

 

Willemina Willemse (1789 – 1871) uit Dordrecht

Willemina Willemse is een kleindochter van Judith Baijens. Ze wordt geboren in Dordrecht en gedoopt op 11/9/1789 als derde kind van Maggiel Willemse en Jannigje Langeweg. Van haar vader weet ik nagenoeg niets, behalve zijn naam en het feit dat hij bij zijn ondertrouw beweert afkomstig te zijn uit het tegenwoordige Kaliningrad, een Russische enclave binnen de EU. In die dagen heet dat Koningsbergen in Oostpruisen.

Haar ouders trouwen “pro deo” wat betekent dat ze arm zijn – net als nagenoeg iedereen in Dordrecht op dat moment. Willemina groeit op met twee zusters. Later komt er nog een broertje wat waarschijnlijk niet erg oud wordt. Haar vader blijft leven tot dat Willemina minstens zes jaar is. Haar moeder sterft als ze 26 jaar is en al zelf een gezin heeft.

Een week na de dood van hun moeder sterft haar oudste zuster Judith in een krankzinnigengesticht. Ze blijft ongehuwd. Ook haar jongste zus Geertruij ondergaat het zelfde lot, maar met een vertraging van 34 jaar. Zodoende is Willemina de enige in het gezin die trouwt en kinderen krijgt.

Willemina trouwt met Willem Verhoeven, een zoon van Pieter Verhoeven en Gijsberdina van Veen. Hij wordt gedoopt op 3/10/1783 in Dordrecht. Het koppel blijft daar ook verder hun hele leven wonen. Het lijkt me logisch dat ze ook in Dordrecht zijn getrouwd, maar ik kan daar tot nu toe geen gegevens van vinden.

Hun kinderen, geboren in Dordrecht:

  • Gijsberdina, gedoopt 20/4/1811 en vernoemd naar haar grootmoeder Gijsberdina van Veen. Vermoedelijk sterft ze als baby.
  • Jannigje, geboren in het voorjaar van 1816 en vernoemd naar haar grootmoeder Jannigje Langeweg. Ze wordt 14 maanden oud en sterft 30/7/1817.
  • Jannetje, geboren 6/8/1818 en vernoemd naar haar grootmoeder Jannetje Langeweg. Ze wordt 6 dagen oud en sterft 12/8/1818.
  • Pieter, geboren omstreeks 1820 en vernoemd naar zijn grootvader Pieter Verhoef. Hij trouwt met Wilhelmina Hurkmans en sterft op 67-jarige leeftijd (22/2/1887) in Dordrecht.
  • Willem, geboren omstreeks 1822 en vernoemd naar overgrootvader Willem van Veen. Hij trouwt met Dieonisia Helena Maria Niessen.
  • Johannes, geboren omstreeks 1824. Hij trouwt met Dieuwertje Kaan.
  • Geertruij, geboren omstreeks 1825. Ze trouwt met Barend Morée en met Hendrik Jan Geurink. Ze sterft 29/9/1905 in Dordrecht en wordt 79 jaar.
  • Arie, geboren omstreeks 1829 en vernoemd naar overgrootvader Arie Verhoeven. Hij trouwt met Krijntje van der Linden en met Rooksje Barendina van de Weg en sterft op 66-jarige leeftijd (13/11/1895) in Dordrecht.

Vermoedelijk zijn er nog meer kinderen geboren, maar daarvan ontbreken de gegevens. Alleszins, op 11/7/1837 sterft de vader van het gezin, Willem Verhoeven, in Dordrecht. Hij is dan 53 jaar. Willemina blijft achter met de 8-jarige Arie, de 13-jarige Geertruij, de 14-jarige Johannes, de 16-jarige Willem en de 17-jarige Pieter.

Zelf sterft ze 12/5/1871 ’s ochtends om 8 uur in een huis aan de Kalkhaven in Dordrecht; ze is dan 81 jaar en ruim 33 jaar weduwe.

 

Jannigje Langeweg (1760 – 1815) uit Dordrecht

sam_3347

Jannigje Langeweg is een kleindochter van Jan Baijens en zijn vrouw Jannigje Boon, naar wie ze is vernoemd. Ze wordt gedoopt op 15/7/1760 in Dordrecht als dochter van Judik Baijens en Bartholomeus Langeweg. Haar vader is schipper; Jannigje groeit vermoedelijk op aan wal bij haar moeder en eventueel haar grootvader Jan Baijens die één jaar voordat Jannigje wordt geboren alleen is achtergebleven na de dood van zijn vrouw.

Veertien jaar lang blijft Jannetje het enige kind in het gezin. Dan wordt er een broertje geboren: Gerrit Bartholomeus. Nog eens zeven jaar later vindt Jannigje de man van haar leven: Machiel Willemzen. Hij is geboren in Koningsbergen in Oostpruisen  (tegenwoordig Kaliningrad). Van hem heb ik geen geboorte gegevens, ik weet dus niet hoe oud hij is als hij Jannigje ontmoet. Ik weet ook niets over zijn achtergrond of zijn beroep.

Op 19/9/1782 gaan ze “pro deo” in ondertrouw in Dordrecht. Jannigje heeft haar vader mee als getuige; Machiel is in gezelschap van een goede vriend. “Pro deo” wil zeggen dat bruid en bruidegom geen geld hebben. Ze zijn daarin niet uniek; nagenoeg alle huwelijken in die periode in Dordrecht zijn “pro deo”.

Het feitelijk huwelijk wordt voltrokken 22/10/1782 in Dordrecht. Jannigje en Machiel laten in Dordrecht de volgende kinderen dopen:

  • 7/1/1785: Judik, vernoemd naar haar grootmoeder Judik Baijens. Ze wordt 30 jaar en blijft ongehuwd.
  • 30/5/1787: Willem, vernoemd naar zijn grootvader Willem…. uit Oostpruisen. Vermoedelijk sterft Willem als baby.
  • 11/9/1789: Willemina, ze trouwt met Willem Verhoeven en sterft 12/5/1871 in Dordrecht (81 jaar).
  • 5/3/1793: Geertruij, ze wordt 56 jaar en blijft ongehuwd.
  • 23/4/1796: Bartholomaeus, vernoemd naar zijn grootvader Bartholomeus Langeweg. Ik kan verder niets vinden over Bartholomeus. Het is mogelijk dat hij als kind is gestorven.

De vader van het gezin, Machiel Willemsen, sterft ergens tussen 1795 en 1811; ik heb geen idee waar of wanneer. Alleszins, wanneer Jannetje Langeweg op 7/8/1815 in Dordrecht sterft is ze weduwe; ze is dan 65 jaar. Dochter Willemina is dan al getrouwd en heeft een gezin. De andere twee dochters, Judith van 30 en Geertruij van 23, zijn dan nog ongehuwd.

Zowel Judith als Geertruij sterven in een krankzinnigengesticht. Ik weet niet hoe lang ze daar dan al zijn. Judith sterft exact een week na het overlijden van haar moeder op 14/8/1815 ’s avonds om vijf uur in “het Stads krankzinnig en beterhuys” in Dordrecht. Ze is dan dus 30 jaar.

Haar zus Geertruij sterft 34 jaar later op 6/6/1849 om half twee ’s nachts in het krankzinnigengesticht aan de Lindengracht in Dordrecht. Geertruij is dan nog altijd  ongehuwd en wordt 56 jaar.

 

 

 

Willemina Jobse (1874 – 1961) uit Middelburg

Willemina Jobse is een kleindochter van Laurina Bajens. Ze wordt geboren op 15/7/1874 op Aagtekerke als jongste dochter van Willem Wisse en Frederika Boon en ze wordt vernoemd naar haar grootmoeder Willemina Jacobse. Haar ouders zijn landbouwers. Willemina groeit op met één oudere zuster en twee halfbroers uit het eerste huwelijk van haar moeder.

Willemina gaat uit werken als dienstmeid, eerst in Meliskerke en later in Aagtekerke. Op een bepaald moment krijgt ze verkering met Adriaan Dingemanse. Hij is geboren op 17/7/1873 op Biggekerke als zoon van Gerrit Dingemanse en Maatje Harpe, maar zijn ouders zijn verhuisd naar Middelburg waar zijn vader landbouwer is.

Als ze op 16/3/1900 trouwen op het gemeentehuis van Aagtekerke, woont Adriaan op Sint Laurens waar hij werkt als landbouwersknecht. Maar kort na hun huwelijk verhuizen Adriaan en Willemina naar Middelburg. Adriaan gaat daar aanvankelijk werken als veldarbeider. Later wordt hij bouwvakker en opperman.

In Middelburg worden de volgende kinderen geboren:

  • Op 14/7/1901, bijna op de verjaardag van hun beider ouders, wordt de tweeling Gerrit en Willem geboren, vernoemd naar hun grootvaders Gerrit Dingemanse en Willem Jobse. Willem Dingemanse wordt assistent apotheker en trouwt op 3/9/1930 in Terneuzen met Johanna Adriana Feij, een winkeliersdochter. Hij sterft 3/10/198? in Terneuzen. Gerrit Dingemanse sterft op 27/8/1976, eveneens in Terneuzen.
  • Op 30/3/1906 wordt Maatje geboren, vernoemd naar haar grootmoeder Maatje Harpe. Maatje Dingemanse trouwt met Karel Johan Holster, een schildersknecht uit Vlissingen en zoon van een winkelier. Ze sterft 5/6/1963 in Middelburg; ze is dan 57 jaar.

Adriaan Dingemanse sterft 22/1/1946 in Middelburg op 72-jarige leeftijd. Willemina sterft kort na haar 87ste verjaardag op 21/7/1961 in Middelburg. Wellicht woonde ze de laatste jaren van haar leven bij haar schoonzoon en haar dochter Maatje, die zelf twee jaar later sterft.

2016-08-06-15-46-50

 

Louwerina Jobse (1871 – 1962) uit Meliskerke

Louwerina Jobse is een kleindochter van Laurina Bajens naar wie ze ook is vernoemd. Ze is de oudste dochter van Willem Jobse en Frederika Boon en wordt geboren op 24/9/1871 op Aagtekerke op de boerderij van haar ouders. Ze groeit op met haar jongere zus Willemina en met Aarnout en Levinus Domisse, haar twee halfbroers.

Ze is amper 19 wanneer ze zwanger raakt van Anthonie Poppe, een landbouwer uit Meliskerke. Er moet getrouwd worden en dat gebeurt op 20/3/1891 op Aagtekerke. Alhoewel bruid en bruidegom allebei nog minderjarig zijn, zijn ze wel van dezelfde stand: hun ouders zijn allebei landbouwer. Dat zal de toestemming van beide families versoepeld hebben.

Anthonie Poppe is het elfde kind van Jan Poppe en Adriana Sneevlied. Hij is geboren op 11/9/1869 op Meliskerke. Het jonge koppel gaat op Meliskerke wonen waar de volgende kinderen worden geboren:

  • 21/9/1891: Adriana, vernoemd naar haar grootmoeder Adriana Sneevlied. Ze trouwt 20/11/1912 op Meliskerke met Jan Marijs.
  • 8/1/1900: Willem, vernoemd naar zijn grootvader Willem Jobse. Hij trouwt 4/5/1928 op Meliskerke met Elizabeth Wisse.
  • 25/6/1902: Frederika, vernoemd naar haar grootmoeder Frederika Boon. Ze trouwt 10/5/1929 op Meliskerke met Jakobus Jobse.
  • 8/12/1903: Jan, vernoemd naar zijn grootvader Jan Poppe. Na twaalf dagen moeten zijn ouders definitief afscheid van hem nemen (20/12/1903).
  • 20/2/1907: Jans.

Anthonie Poppe sterft op 88-jarige leeftijd op Meliskerke (19/10/1957); zijn oudste zoon Willem doet aangifte van zijn lijk. Vijf jaar later, op 16/7/1962, sterft ook Louwerina Jobse op de gezegende leeftijd van 90 jaar. Ook nu weer doet de inmiddels 62-jarige oudste zoon Willem aangifte van het lijk van zijn moeder.