Maandelijks archief: december 2013

Lucas Bajus (1705 – na 1734) uit Hurwenen

Lucas Bajus is de tweede zoon van Arien Bajense en diens derde vrouw Jenneke Koldui. Hij is gedoopt op 29/11/1705 in Gameren (Nederlands Hervormd) en vernoemd naar zijn grootvader Lucas Koldui. Hij groeit op met zijn tien jaar oudere halfbroer Hendrik Bajese. De moeder van Lucas sterft wanneer hij ongeveer 7 jaar oud is.

Anderhalf jaar na de dood van zijn moeder, krijgt Lucas een stiefmoeder en een stiefzus (Grietje van Raveswaaij, die per toeval een week ouder is dan hijzelf). Daarna volgt een hele reeks halfbroers en halfzusjes. Drie daarvan bereiken de volwassen leeftijd. Lucas groeit dus op binnen een betrekkelijk groot gezin van halfbroers en zussen.

Op 15/7/1734, Lucas is dan 28 jaar oud, wordt binnen de Rooms Katholieke gemeente van Zaltbommel de “natuurlijke dochter” gedoopt van Lucaz Bajus en Joanna van Zoelen. Ze noemen hun dochter Rebecca. Doopgetuige is Maria van Zoelen. Vermoedelijk is het kind geboren in Hurwenen, en is ze daar ook opgegroeid.

Ik heb tot nu toe geen huwelijk kunnen vinden van Lucas en Joanna van Zoelen. Hun dochter krijgt alleszins de achternaam van haar vader en gaat verder door het leven als Rebecca Baijens. Mogelijk zijn Lucas en Joanna nooit gehuwd maar vormden ze wel gewoon een gezin samen met hun dochter. Het is ook mogelijk dat Lucas betrekkelijk snel na de geboorte van zijn dochter is overleden.

De doop van zijn dochter is het enige levensteken wat ik tot nu toe van Lucas Bajus heb gevonden. De moeder van zijn dochter, Joanna van Zoelen, overlijdt tweeëntwintig jaar na de geboorte van Rebecca in Zaltbommel. Ze wordt begraven op of rond 23/10/1756.

Dochter Rebecca trouwt op 21-jarige leeftijd op 9/5/1756 in Driel met Johannes Valentijn. Rebecca is bij haar huwelijk afkomstig van Hurwenen, de bruidegom van Rossum. Feitelijk trouwen ze tweemaal op dezelfde dag, namelijk in de Nederlands Hervormde gemeente en binnen de Rooms Katholieke gemeente. Bij hun Rooms Katholieke huwelijk zijn er twee getuigen: Laurentius Hoppenbrouwer en Aldegundis van Wel.

Johannes Valentijn is een zoon van Theodorus Valentijn en Anna van Turnhout. Tot nu toe heb ik van hem nog geen geboorte aantekening gevonden, maar de kans is zeer groot dat hij Rooms-Katholiek is gedoopt en is geboren in de streek tussen Rossum en Hurwenen.

Op 19/10/1757 wordt in Rossum (RK) hun zoon Theodorus gedoopt, doopgetuigen zijn Theodorus Valentijn en Sebilla Valentijn.

Ergens tussen de doop van haar zoon en het volgende huwelijk van haar echtgenoot (begin 1762) sterft Rebecca Baijens. Ze wordt niet ouder dan 27 jaar.

Ruim vijf jaar later hertrouwt weduwnaar Johannes Valentijn met Johanna van Rooij. Het huwelijk wordt ingezegend op 21/2/1762 in Driel. Nog eens twaalf jaar later, op 27/10/1785 trouwt Johannes Valentijn met Johanna van der Steen.

Wat er met zoon Theodorus Valenteijn is gebeurd, blijft tot nu toe onzeker. In de Bommelerwaard vind ik vooralsnog geen nakomelingen van hem. Het is uiteraard mogelijk dat Theodorus als baby is gestorven. Maar in dat geval zou ik verwachten dat één van zijn zeven halfbroers zijn naam zou krijgen. Dat is niet gebeurd. Dus concludeer ik voorzichtig dat Theodorus tot 1795 (geboorte van Henricus Valentyn, de jongste halfbroer) is blijven leven. Hij is dan minstens 37 jaar oud geworden.

Maria Hendrika van Erberveld (1758 – 1829) uit Hellevoetsluis

Maria Hendrika van Erberveld is het middelste kind van Pieter van Erberveld en Anna de Looij. Ze is een kleindochter van Jantje Baijens en vernoemd naar haar grootmoeder Marie Franken en naar haar overgrootmoeder Henderijn van der Zee. Ze zal later door het leven gaan als “Maria”.

Maria Hendrika groeit op in Gorinchem waar ze op 13/10/1758 werd gedoopt binnen de Nederlands Hervormde gemeente. Mogelijk groeit ze op samen met nog een oudere zus Johanna en een jongere zus Maria. Later komen er in elk geval nog drie jongere broers, waarvan er twee voor de VOC gaan werken en nooit meer terugkeren.

Vermoedelijk groeit ze op met haar beide ouders; pas wanneer Maria 25 jaar is, hertrouwt haar vader met een weduwe uit Aalsmeer. Een jaar later sterft haar vader. Het is niet helemaal duidelijk of Maria Hendrika al die tijd in het ouderlijk huis blijft wonen, maar de eerste 37 jaar van haar leven woont Maria Hendrika in Gorinchem.

Een paar dagen na haar 37ste verjaardag, op 18/10/1795, reist Maria Hendrika naar Hellevoetsluis om daar in ondertrouw te gaan met Jasper Vogelesang. Haar aanstaande man woont op dat moment in Hellevoetsluis, maar is evenals Maria Hendrika geboren in Gorinchem. Op 8 november 1795 luiden de huwelijksklokken in Gorinchem.

Het koppel vestigt zich in Hellevoetsluis waar op 12/12/1796 hun zoon Arie wordt gedoopt. Arie trouwt op 27/7/1820 in Gorinchem met zijn achternicht Cornelia Antonia van Meegdenburg. Hij overlijdt op 22/5/1870 in Hellevoetsluis. Arie blijft – voor zover ik weet – het enige kind.

Maria Henderika sterft op 12 februari 1829, ’s ochtends om half elf in Hellevoetsluis. Ze werd 72 jaar en was bij haar overlijden weduwe. Ik heb tot nu toe geen overlijden kunnen vinden van Jasper Vogelesang.

Engel van Erberveld uit Vianen.

Engel van Erberveld is de oudste zoon van Pieter van Erberveld en Anna de Looij. Hij wordt gedoopt in Gorinchem op 6/3/1761 samen met zijn tweelingzus Maria, en  is vernoemd naar zijn grootvader Engel van Erberveld. Hij behoort tot de familie Baijens omdat hij een kleinzoon is van Jantje Baijense uit Dalem.

Tot nu toe is Engel een groot mysterie voor mij. Het eerste levensteken wat ik van hem kan vinden – na zijn doop in Gorinchem – speelt zich af bij notarissen in Utrecht.

Op 8/5/1795 verkoopt de dan 34-jarige Engel bij een notaris in Utrecht “hoeve lands, groot 18 mergen en bouw- en weyland”. Het is gelegen aan de “Crommenryn, over de Wyckseweg tot aan de landscheydinge zw : heer van Beverwaard, heeren van den Dom en de Buurkerk te Utrecht”. Kopers zijn Willem van Schaik en zijn vrouw Gysbertje Hazenbergh uit Werkhoven.

Op 13/6/1795 verkoopt hij aan Goyert van Schaik uit Jutphaas “4 morgen zoo bouw, wey als hooyland, in 2 ackers aan de Helmigerkade”. Dat wil zeggen: “achter: Laagravense watermolen en N.N. van Ravesteyn boven : koper beneden: Vaartsenryn”. Het land is gelegen in Laagraven.

Tenslotte is er op 22/6/1795 nog een “Procuratie – tot verkoop en overdracht van schuldbekentenis groot f 30.000-0-0 ten laste van D.J. Valkenier”. Het lijkt er op dat Engel (een deel van) zijn bezittingen moest verkopen om zijn schulden te kunnen betalen.

Een ander mysterie betreft de namen van twee pasgeboren meisjes. Engel is zowel in 1798 als in 1799 doopgetuige bij de geboorte van een kind met de naam Maria Johannetta. Het ene kind is zijn nichtje, dochter van zijn neef Engel van Meegdenburg die op dat moment in Vianen woont. Op zich is dat niet bijzonder, Engel is doopgetuige in naam van de familie zou je kunnen zeggen.

De tweede Maria Johanetta is Maria Johanetta Willemina van Maren, gedoopt 6/9/1798 in Vianen, dochter van Jacobus van Maren en Sara Carpentier. Is dit misschien aangetrouwde familie? Ik kan alleszins in Vianen geen huwelijk vinden van Engel van Erberveld.

Ik kan hoe dan ook buiten deze vermeldingen helemaal niets vinden van Engel van Erberveld. Blijkbaar woonde hij tussen 1795 en 1799 in Vianen, en dat is alles wat ik tot nu toe weet.

Pieter van Erberveld (1723 – 1786) uit Gorinchem

Pieter van Erberveld is – na het overlijden van zijn broertje – de oudste zoon van Jantje Baijens en Engel van Erberveld. Hij wordt gedoopt op 11 december 1723 in Herwijnen en is vernoemd naar zijn grootvader Pieter Baijens. Pieter krijgt drie jaar later nog een broer Jan. Tien en zestien jaar later krijgt hij nog tweemaal een zusje.

Pieter trekt vanuit Dalem naar het nabijgelegen Gorinchem. Hij ontmoet er Anna de Looij, die de ene keer “Anna” en de andere keer “Johanna” wordt genoemd.  Ze is afkomstig van Dussen, waar ze 5 november 1724 wordt gedoopt als Anna, dochter van Pieter de Loij en Marie Franken. Op 10/2/1747 gaat het koppel in ondertrouw en 26/2 luiden de huwelijksklokken in Gorinchem. De bruid heet dit keer “Johanna”.

Hun kinderen, gedoopt binnen de Nederlands Hervormde gemeente van Gorinchem:

  • 29/11/1747: Maria, vernoemd naar haar grootmoeder Marie Franken. Doopgetuigen zijn Piter de Looi en Arti de Looi, respectievelijk grootvader en tante van de baby. Maria sterft een maand later op 30 december 1747.
  • 2/5/1751: Jannegje, vernoemd naar haar grootmoeder Jantje Baijens. Doopgetuige is de trotse grootmoeder zelf, die in het kerkeboek beschreven staat als “Jannegje van Erberveld”.
  • 4/10/1754: Maria, vernoemd naar haar grootmoeder Marie Franken. Doopgetuigen zijn Willem de Looij en Anneke van Breda, respectievelijk oom en tante van de baby.
  • 24/9/1756: Johanna Hendrika, vernoemd naar de beide overgrootouders Johannes van Erberveld en Henderijn van de Zee. Doopgetuigen zijn de grootouders Engel Elbervelt en Jannegie Elberveldt (alias Jantje Baijens). Anna de Looij heet nu weer “Johanna”.
  • Zowel op 1/6 als op 14/6/1758 wordt “een kind” van Pieter van Erberveld begraven.
  • 13/10/1758: Maria Hendrika, vernoemd naar grootmoeder Marie Franken en overgrootmoeder Henderijn van der Zee. Doopgetuigen zijn Artjie de Looij en Willem de Looij, tante en oom. Maria Hendrika sterft 12/2/1829 in Hellevoetsluis als echtgenote van Jasperte Vogelenzang. Haar moeder heet in de overlijdensacte “Johanna”. Maria Hendrika werd 72 jaar.
  • Op 21/9/1759 wordt “een” kind van Pieter van Erberveld begraven.
  • 6/3/1761: de tweeling Engel en Maria. Engel is vernoemd naar zijn grootvader Engel van Erberveld, die ook als doopgetuige aanwezig is, samen met tante Johanna van Erberveld uit naam van de grootmoeder. Maria is vernoemd naar haar grootmoeder Marie Franken. Doopgetuigen voor Maria zijn Willem de Looij en Aartie de Looij, oom en tante.
  • 25/9/1763: Pieter, vernoemd naar zijn grootvader Pieter de Looij. Doopgetuigen zijn Frank de Looij en Aartje de Looij, oom en tante. Doopgetuige Aartje de Looij sterft 31 maart 1768 in Gorinchem.
  • 14/3/1766: Jan Hendrik, vernoemd naar zijn beide overgrootouders Jan van Erberveld en Hendrijntje van der Zee. Doopgetuigen zijn grootvader Engel van Erberveld en tante Johanna van Erberveld.

Ik weet vooralsnog niets over het beroep van Pieter van Erberveld. Ik weet wel dat hij minimaal één naamgenoot had. Mogelijk was het deze naamgenoot (uit Rotterdam) die op 27/6/1768 als zijnde koopman, voor de rechtbank van Dordrecht moet  verschijnen in verband met een schuld van 14.500 florijnen aan een andere koopman. Ofwel is het Pieter van Erberveld uit Gorinchem. In dat geval weten we iets meer over zijn bezigheden.

Een jaar later, in 1769, is “een” Pieter van Erberveld betrokken in een civiele procedure in Tuil. Het gaat om zogenaamde contentieuse rechtspraak. Zijn opponent is Dirk Walvraven van Kerkwijk.

Op 20/4/1785 hertrouwt Pieter – inmiddels weduwnaar – in Gorinchem met Dirkje van Vuuren, afkomstig van Aalsmeer. Nog geen jaar later, op 10 maart 1786, sterft hij in Gorinchem. Hij wordt begraven in Dalem. Zijn kinderen zijn op dat moment allemaal groot genoeg om op eigen benen te staan.

Pieter en zijn eerste vrouw laten – voor zover ik weet – in totaal negen kinderen dopen. Wat is daarvan geworden? Ik blijf met een aantal vragen en raadsels zitten. Het belangrijkste raadsel is de vraag: wie is de Jannetje van Erberveld die in 1770 in Dalem wordt aangenomen als lidmaat? Is het Jantje Baijens alias mevrouw Jannetje van Erberveld, of is het haar kleindochter?

Gaat het hier om het tweede kind van Pieter en zijn vrouw? Probleem is dat ik vier naamloze begrafenissen van “een” kind heb gevonden, voor precies de vier jongste kinderen – inclusief Jannetje dus. Tenzij één van de vier begraven kinderen al sterft voordat het gedoopt kon worden. Dat zou het geval geweest kunnen zijn met het kind wat sterft in 1759.

Dan nog blijft de vraag wat er van Jannetje is geworden nadat ze (eventueel) op 19-jarige leeftijd wordt aangenomen als lidmaat in Dalem. Dezelfde vraag kan ik stellen voor dochter Maria – de tweelingzus van Engel – van wie ik geen overlijden maar ook geen verder levensteken heb gevonden tot nu toe.

Alleen van het vijfde kind – Maria Hendrika – heb ik een officieel overlijden gevonden waarbij duidelijk is dat het echt om deze persoon gaat. Ook is het zeker dat twee van de drie Maria’s als baby overleden.

Ook wat er met zoon Engel is gebeurt, blijft tot nu toe vaag. Tussen 1795 en 1799 duikt “een” Engel van Erberveld op in Vianen. Hij is doopgetuige, hij verkoopt land en hij heeft schulden. Tot nu toe heb ik geen keihard bewijs kunnen vinden dat dit de zoon is van Pieter. Er zijn wel sterke vermoedens. Zo is hij doopgetuige bij een kind van Engel van Meegdenburg – zijn neef.

Idem voor zoon Pieter. “Een” Pieter van Erberveld gaat werken voor de VOC als soldaat. Maar volgens de internet gegevens van de VOC is hij afkomstig uit Groningen – waar de naam Erberveld in die periode niet voorkomt voor zover ik kan nagaan. Is het misschien mogelijk dat de onderzoeker die deze gegevens intikte, niet heeft gezien dat er feitelijk Gorinchem staat? Het scheelt maar een paar letters…

Staat er feitelijk Gorinchem, dan is de op één na jongste zoon van Pieter van Erberveld, Pieter junior, vier jaar na zijn vaders dood (16/6/1790) ingescheept op het VOC-schip “Gerechtigheid”. Het schip vertrekt vanuit Goeree en bereikt 9 maanden later (1/2/1791) de bestemming Batavia. Aan boord zijn onder andere 27 Chinese passagiers waarvan er onderweg 15 sterven.

Pieter blijft nog in dienst van de VOC tot 31/8/1793. De reden van zijn vertrek is onduidelijk. Feit is dat hij uit dienst is gegaan in Zuid-Afrika, in Kaap de Goede Hoop. Het is niet zeker of hij ooit in Batavia is geweest; mogelijk is hij al bij zijn eerste reis afgestapt in Kaapstad en is hij daar nog als soldaat voor de VOC blijven werken tot september 1793. Het is onduidelijk of hij in 1793 is gestorven, of gewoon van werk is veranderd in Zuid-Afrika.

Ook de allerjongste zoon, Jan Hendrik, gaat als soldaat werken voor de VOC. Eveneens vier jaar na de dood van zijn vader, op 2/10/1790, stapt hij op Texel aan boord van het schip “Willem de Vierde” met bestemming Batavia. Hij zal tot 1 juni 1800 in dienst blijven van de VOC. Op dat moment (juni 1800) is hij in Azië. Evenals bij zijn broer Pieter is het onduidelijk of hij op dat moment is overleden, of dat hij de daaropvolgende jaren in Batavia is gebleven.

Hendrik Bajese (1695 – voor 1752) uit Herwijnen

Hendrik Bajese is de oudste zoon van Arien Baijens en zijn eerste vrouw Jenneken Brent. Hij wordt gedoopt op 27 oktober 1695 in Gameren als Hendric en is vernoemd naar zijn grootvader Hendrik Baijens. Er zijn geen doopgetuigen.

Wanneer Hendrik nog geen 7 jaar is, sterft zijn moeder. In de daaropvolgende tien jaren, krijgt hij drie verschillende stiefmoeders. Als Hendrik 10 is, wordt zijn halfbroer Lucas geboren. Acht jaar later komt er nog een halfbroer Jasper, twee jaar later gevolgd door een halfzus Jenneke. Hendrik is tegen die tijd 20 jaar en vermoedelijk is hij dan al de wijde wereld in getrokken.

In het geval van Hendrik, bestaat die wijde wereld uit het dorp Herwijnen aan de overkant van de Waal. Daar ontmoet hij  Hendrina Thiessen van der Berg. Op 12/4/1719 gaan ze in ondertrouw in Gameren. Maar op het allerlaatste nippertje houdt de bruid het voor gezien. Ze gaat er vandoor voordat het huwelijk wordt voltrokken.

Het duurt ruim vier jaar voordat Hendrik nog eens aan trouwen durft te denken. Op 23/10/1723, op of rond zijn 28-ste verjaardag, gaat Hendrik nogmaals in ondertrouw in Herwijnen. De aanstaande bruid is de dan 30-jarige Marij Koperman. Ze is op 7/4/1693 gedoopt in Leerdam als Maria, dochter van Willem Koperman en Jacomina Waverlee. Onmiddellijk na hun ondertouw in Herwijnen, reist het koppel naar Gorinchem om ook daar een dag later in ondertrouw te gaan. Daar vindt drie weken later ook het wettelijk huwelijk plaats (14/11/1723).

Tot nu toe heb ik van Hendrik en Marij maar één doopaantekening gevonden. Op 9/7/1724 wordt in Herwijnen hun tweeling gedoopt. Het zijn twee meisjes, Jenneke en Willemijntje. Jenneke is vernoemd naar haar grootmoeder Jenneke Brent. Willemijntje is vernoemd naar haar grootvader Willem Koperman. De doopgetuigen zijn Pieternel Brandt – ik heb geen idee wie dit is – en Lijsbet Kopermans (een zus van de moeder en tante van de baby).

Het laatste wat ik weet van dit gezin, is dat Marie Koperman op 31/12/1751 als weduwe van Hendrik Baijensz, in ondertrouw gaat in Leerdam. De aanstaande bruidegom is Jan van IJseren, een weduwnaar uit Delfzijl. Het huwelijk wordt voltrokken op 19/1/1752, eveneens in Leerdam. Marie is dan 57 jaar.

Er blijven veel onbeantwoorde vragen. Wat is er van de tweeling geworden? Waren er nog meer kinderen, en zo ja, waar zijn die gedoopt? Alleszins niet in Herwijnen of Leerdam. Wie weet kom ik ze ooit nog eens tegen.

Maarten van Anrooij (1737 – voor 1793) uit Hardinxveld

Maarten van Anrooij is de (vermoedelijk) jongste zoon van Stijntje Baijens en Arien van Anrooij. Hij is vernoemd naar zijn overgrootvader Maarten van de Pol en wordt gedoopt op 30 juni 1737 in Nieuwaal, waar hij opgroeit samen met nog minstens drie oudere broers: Hendrik, Pieter en Jan.

Ook zijn tante Hendrina Baijens, een veel oudere zus van zijn moeder, woont in het huis waar Maarten opgroeit. Blijkbaar is Maarten het lievelingetje van zijn tante want ze laat een paar keer een testament opmaken wat heel sterk in het voordeel van Maarten is. Tegen de tijd dat Hendrina Baijens sterft is het testament weeral veranderd en worden alle vier de neven gelijk behandeld.

Als hij op eigen benen kan staan, trekt Maarten naar Hardinxveld. Daar ontmoet hij Annigje  Ambagtsheer. Ze trouwen op 2 mei 1766 in Giessendam. De bruid is gedoopt op 8 december 1743 in Hardinxveld als dochter van Pieter Pieterse Ambagtsheer en Neeltje Gijsbertse de Vogel.

Ik schrijf nu over “Maarten van Anrooij” en over “Annigje Ambagtsheer”. In werkelijkheid is deze familie geregistreerd onder de meest onmogelijke namen. Het loopt van Martinus van Anroeije, Maarten van Andel, Ammelrooij, (Neeltje) Aaroije en (Christina) Amvoorde tot Johanna dan wel Anna van Ambagtsheer. Wie weet sprak de familie heel erg binnensmonds, waardoor de predikant niet goed hun naam kon verstaan.

Hoe dan ook, Maarten en zijn vrouw krijgen twee dochters die beiden worden gedoopt in de Nederlands Hervormde gemeente van Hardinxveld:

  • 11/12/1768: Stijntje, vernoemd naar haar grootmoeder Stijntje Baijens. Doopgetuige is Maaike Ambagtsheer. Stijntje wordt later Christina en zal tweemaal huwen.
  • 1/1/1772: Neeltje, vernoemd naar haar grootmoeder Neeltje de Vogel. Doopgetuige is Neeltje Ambagtsheer (= Neeltje de Vogel). Neeltje van Aaroie laat op 31/7/1799 een tweeling dopen in Gorinchem. De jongens heten Hendrik en Jan. Ze zijn geboren op 24/7/1799. Doopgetuige is Klasina van Son.

Het zou goed kunnen dat Maarten van Anrooij de kost verdient als dijkwerker. Het is een beroep wat in de streek veel voorkomt en mannen die stevig gebouwd zijn, kunnen er goed de kost mee verdienen. Maar ze zijn wel lange periodes (ver) van huis.

Ergens tussen 1772 en 1781 verhuist het gezin naar Gorinchem. Daar wordt op 27/4/1781 zoon Martinus gedoopt. Doopgetuigen zijn Pieter Ambagtsheer en Neeltje Gijsbertse Vogel, de beide grootouders langs moederskant.

Ik heb het gevoel dat zoon Martinus van Anrooij niet bij zijn moeder, zusters en zijn latere stiefvader opgroeit, maar bij zijn bovengenoemde grootouders langs moederskant. Wanneer zoon Martinus later trouwt, vernoemt hij namelijk zijn kinderen naar deze twee grootouders en niet naar zijn “echte” ouders.

En ik heb hoe dan ook twijfels of zoon Martinus wel werkelijk het kind is van Maarten van Anrooij. Volgens de doopaantekening in Gorinchem is hij de vader, maar ik kan nergens het overlijden vinden van vader Maarten van Anrooij.

Voor het zelfde geld is vader en echtgenoot Maarten van Anrooij dus al veel eerder overleden terwijl hij ergens ver van huis in een polder werkt als dijkwerker, en trekt Anna Ambagtsheer in tevergeefse afwachting van zijn terugkomst vervolgens naar de grote stad (Gorinchem) waar ze met haar twee dochters probeert te overleven.

Twee jaar na de geboorte van haar zoon Martinus, op 1 juni 1793, gaat de dan 49-jarige weduwe Anna Ambagtsheer in ondertrouw. De bruidegom is Hendrik van Oest, die dan al tweemaal weduwnaar is en aanvankelijk als “Roomsch” word omschreven. Zijn eerste vrouw is Hendrika Willemstijn, en op 6 april 1781 trouwt hij met Adriana Schalk. Het derde huwelijk van Hendrik van Oest vindt plaats op 19 juni 1793 in de Nederlands Hervormde gemeente van Gorinchem. De bruid heet dit keer Anna Ambagtsheer.

Ruim 33 jaar na haar tweede huwelijksdag sterft Annigje Ambagtsheer. In haar overlijdensakte heet ze Johanna Ambachtsheer, de weduwe van Hendrik van Oest. Ze overlijdt 29 oktober 1826 om half tien ’s avonds in de Lommersteeg in Gorinchem. Ze is dan volgens de overlijdensacte 87 jaar oud, in werkelijkheid is ze vermoedelijk 82.

Pieter van Anrooij (rond 1725 – 1755) uit Dordrecht

Pieter van Anrooij is een zoon van Stijntje Baijens en Arien van Anrooij. Hij is vernoemd naar zijn grootvader Pieter Baijens, en vermoedelijk is hij geboren en getogen in het huis op Nieuwaal waarin ook zijn grootvader heeft gewoond. Wellicht leefde grootvader Pieter Baijens zelfs nog toen zijn kleinzoon ter wereld kwam. Ik heb tot nu toe nog geen doopaantekening van Pieter van Anrooij gevonden, maar afgaande op zijn huwelijksdatum, vermoed ik dat hij rond 1725 het levenslicht zag.

Pieter groeit op met minstens drie broers: Hendrik, Jan en Maarten / Martinus. Omdat zijn ouders niet al hun kinderen lieten dopen (voor zover ik kan nagaan), is het lastig te zeggen hoe groot het gezin van zijn ouders precies was.

Wanneer hij op eigen benen kan staan, vertrekt Pieter naar Dordrecht, waar hij op de Groenmarkt gaat wonen. Hij leert daar Maria Meesters kennen, dochter van Goris en Maria Kleijkluijt. In de zomer van 1751 doen ze hun trouwaangifte. Pieter en zijn vrouw  trouwen op 8 augustus 1751 in Dordrecht. Maria Meesters is gedoopt op 11/5/1718 in Dordrecht; ze was dus 33 jaar toen ze trouwde.

Ruim een jaar na hun huwelijk, op 23 december 1752, wordt dochter Christina gedoopt in Dordrecht. Ze is vernoemd naar haar grootmoeder Stijntje Baijens.

Twee jaar later, in 1754, is Maria Meesters opnieuw zwanger, maar Pieter zal dit kind nooit kennen. Enkele maanden voor de geboorte van het kind, op 24 juni 1755, wordt Pieter van Aanroy “pro deo” begraven in Dordrecht. Hij werd ongeveer 30 jaar. Twee maanden later, op 26/8/1755, laat zijn weduwe een zoon Pieter dopen in Dordrecht, vernoemd naar zijn vader.

De kinderen krijgen een voogd toegewezen – hun  oom Hendrik van Anrooij, de oudste zoon binnen de familie op het moment dat Pieter komt te sterven. Mogelijk is de weduwe Maria Meesters hertrouwd, maar tot nu toe kan ik daar niets van vinden. Dochter Christina van Anrooij blijft alleszins in Dordrecht wonen en trouwt tweemaal. Zoon Pieter verhuist naar Rotterdam en sticht daar een gezin.