Maandelijks archief: december 2021

Marinus Kribbe (ong. 1733 – ong. 1782) en Grietje Lavooij (1733 – na 1785) uit Driewegen.

Marinus Kribbe is een zoon van Krijn / Crijn / Quirin Kribbe en van Elizabeth Vaar. Ik weet niet waar of wanneer hij precies is geboren. Zijn ouders laten in 1737 eenmaal een kind dopen op Driewegen en daar staan ze in 1741 ook geregistreerd als lidmaat van de Nederduits Gereformeerde kerkgemeente.

Maar van Marinus of van zijn andere broer(s) of zuster(s) vind ik nergens doopaantekeningen. Uit het lidmatenboek van Driewegen blijkt, dat Marinus op 21/4/1757 na belijdenis tot lidmaat wordt aangenomen, met de vermelding ”wonende te Driewegen”. Maar vermoedelijk is hij elders geboren.

Marinus groeit op met een broer Cornelis (gehuwd met Adriana Krijger) en een zuster Pieternella (gehuwd met Elias Dirkse Looij). Op Driewegen laten zijn ouders op 21/4/1737 ook nog een zoon Pieter dopen. Doopgetuige is Grietje Kosten. Ik weet niet hoe lang Pieter blijft leven, maar ik vind van hem geen huwelijk of nakomelingen.

Marinus trouwt op 15/4/1758 op ’s Heerenhoek met Grietje (Margarieta) Lavooij. Zij is geboren op 16/8/1733 op Borssele als dochter van Anthonie Lavooij en van Francina Smeer. Marinus en Grietje vestigen zich op een bepaald moment in Driewegen. Volgens het lidmatenboek wonen ze in oktober 1765 op de Smitsweg in huis nummer 32. Daar worden de volgende kinderen geboren:

  • 9/3/1759: Crijn, vernoemd naar zijn grootvader Crijn Kribbe, die ook doopgetuige is en die bovendien permanent samenwoont met het gezin. De andere doopgetuige is Matje Meloek. Krijn zal later trouwen met Maria Poelman en in Goes gaan wonen.
  • 28/9/1760: Francina, vernoemd naar haar grootmoeder Francina Smeer. Doopgetuigen zijn haar oom Marinus Lavooij en haar grootmoeder Francina Smeers. Francina trouwt met Adriaan de Dreu en gaat in Goes wonen.
  • 28/8/1763: Laurus, vernoemd naar zijn overgrootvader Laurus Kribbe. Doopgetuigen zijn Elias Dirkse Looijs en Pieternella Kribbe, oom en tante van de baby. Vermoedelijk sterft Laurus wanneer hij nog een kind is.
  • 28/2/1765: Elisabette, vernoemd naar haar grootmoeder Elisabeth Vaar. Doopgetuigen zijn Pieter Janse Vaar en Pieternella Matthijsse Poelman. Ze trouwt met Jan Leijnse Eversdijk. Elizabeth overlijdt in december 1796 in Kloetinge. Jan Eversdijk overlijdt 5/11/1808, eveneens in Kloetinge.
  • 25/1/1767: Antony, vernoemd naar zijn grootvader Anthony Lavooij. Doopgetuigen zijn Johannes Lavoi en Maria Jansz Komien. Antony trouwt met Klasina Wiskerke en verhuist naar Kapelle.
  • 12/6/1769: Cornelija, vernoemd naar haar overgrootvader Cornelis Smeer. Doopgetuigen zijn haar oom en tante Cornelis Crijnse Cripbe en Adriana Johannesse Krijger. Vermoedelijk sterft ze als kind.
  • 29/11/1771: Pieternella. Doopgetuigen zijn haar oom en tante Elias Dirkse Looi en Pieternella Crinse Kribbe. Ze trouwt met Adriaan Steenaard en verhuist naar Sinoutskerke of Baarsdorp.
  • 10/1/1774: Maria. Doopgetuigen zijn Kornelis la Vooi en Martina Dunhouers. Ze trouwt met Pieter Traas en verhuist naar Hoedekenskerke.

Ik heb geen exacte overlijdensdatum kunnen vinden van Marinus Kribbe en van Grietje Lavooij. In het lidmatenboek van Driewegen staat in oktober 1765 achter de naam van Marinus de vermelding dat hij is overleden, maar dat kan op elk moment tussen 1765 en 1785 zijn geweest. Zijn weduwe Grietje Lavooij staat in 1785 nog als lidmaat vermeld.

Quirijn Kribbe (ong. 1695 – na 1765) en Elizabeth Vaar (ong. 1695 – ong. 1750) uit Driewegen.

Quirijn (Crijn / Krijn) Kribbe wordt geboren omstreeks 1695 op Oudelande, wellicht in een huijs staende onder de Oudelandsche Camerdijck. Zijn ouders zijn Laurus Kribbe en Maatje Kakebeeke. Hij wordt vernoemd naar zijn grootmoeder Krijna Joos. Ik heb van Quirijn geen doopaantekening gevonden. Ik baseer mij op gegevens uit de weeskamer van Oudelande.

Zijn moeder Maatje Kakebeeke is een jongere halfzus van Joris Kakebeeke, die op dat moment één van de rijkste en dus belangrijkste mannen is in de omgeving van Oudelande. Oom Joris Kakebeeke wordt in 1714 en 1716 ook aangesteld als voogd over Quirijn, mochten zijn ouders komen te overlijden wanneer Quirijn zelf nog minderjarig zou zijn.

Quirijn groeit op met een halfzus Elena, een halfbroer Matthijs en een halfzus Cornelia uit het eerste huwelijk van zijn vader. Halfbroer Matthijs overlijdt vermoedelijk in 1710 in Azië als soldaat voor de VOC. Quirijn is dan ongeveer 15 jaar. Vanaf dat moment is hij de enige zoon in het gezin. Van zijn oudste halfzus Elena kan ik geen nakomelingen vinden.

Ook zijn moeder is al eens eerder getrouwd geweest, namelijk met Cornelis Cornelisse de Bruine. Ze woonden op Hoedekenskerke en lieten daar tussen 1677 en 1693 samen vijf kinderen dopen waarvan er minstens twee overleden. Mogelijk groeit Krijn dus ook nog op met een halfbroer Cornelis de Bruine, een halfzus Jannetje de Bruine en een halfzus Susannetje de Bruine.

Terwijl Quirijn opgroeit, verhuizen zijn ouders meerdere keren, zowel binnen het dorp Oudelande als erbuiten. In januari 1717 koopt zijn vader een kleine hoeve op den Dijck tussen de Breen Polder en de Oudelantsen polders genaamd Blommendale. Op dat moment is Quirijn vermoedelijk zelf al volwassen.

Na de dood van zijn vader (er is geen jaartal bekend), hertrouwt zijn moeder met Dirk van Daale. Ze blijft op de hoeve Blommendale wonen. Ik weet niet waar Quirijn gaat wonen als zijn moeder hertrouwt. Ik heb geen huwelijksaantekening van het tweede huwelijk van zijn moeder – en ook niet van het huwelijk van Quirijn met Elisabeth Vaar.

Ik weet alleen maar dat Crijn Crippe en Elisabeth Vaas op 25/6/1724 samen doopgetuige zijn op Driewegen bij de doop van baby Mathijs, een kind van Cornelia Lauwrens Bruijne en van Pieter Fransen. NB: Cornelia Bruijne is dezelfde persoon als Cornelia Kribbe, ze is de oudere halfzus van Quirijn. En baby Mathijs is wellicht vernoemd naar hun overleden (half)broer Mathijs Kribbe die stierf als soldaat voor de VOC.

Op dat moment (1724) zijn Quirijn en Elisabeth dus al getrouwd. Maar uit de eerste jaren van hun huwelijk kan ik nergens doopaantekeningen van kinderen vinden. Pas in 1737 (op 21/4) laten ze op Driewegen een zoontje dopen wat ze Pieter noemen. De doopgetuige is Grietje Kosten. Ik vermoed dat baby Pieter niet erg oud is geworden.

Elisabeth Vaar is een dochter van Johannes Vaar en van Pieternella Joos. Op 6/3/1683 laten Janis Jansen Vaer en Pieternella Joos op ’s Heer Abtskerke een dochter Elisabeth dopen. Vermoedelijk overlijdt dit kindje en wordt er later opnieuw een dochter Elisabeth geboren – mogelijk op Baarland of Oudelande.

Zo niet, dan is Elisabeth Vaer 50 jaar oud wanneer ze op 21/4/1737 haar jongste kind Pieter laat dopen op Driewegen. Het betekent ook dat ze dan ongeveer 12 jaar ouder is dan haar echtgenoot Quirijn Kribbe.

Mogelijk heeft Elizabeth Vaar ook nog een zuster Geertruid. Op 28/9/1713 laten Geertje Jans Vaer en Jakobus Jorisz te Hoedekenskerke een zoon Joris dopen. Doopgetuigen zijn Janis Vaar en Lizebet Vaar. En op 5/2/1711 wordt hun zoon Janis geboren. Hij wordt 8/2/1711 gedoopt te Hoedekenskerke in aanwezigheid van zijn grootvader Jan Janisz Vaar en Klazijntje Joos.

Vier jaar later, in januari 1717, is Johannis Vaar nogmaals samen met zijn dochter Elisabeth Vaar doopgetuige, dit keer op Oudelande bij de doop van zijn kleinzoon en neefje Johannes Vaar.

Ergens in 1741 kom ik Crijn Cribbe en Elizabeth Faas tegen als lidmaten van de gereformeerde kerkgemeenschap van Driewegen en Ovezande. Ze wonen dan op Driewegen en achter de naam van Elizabeth staat geschreven dat ze is overleden (in de jaren na 1741).

Je zou verwachten dat de kinderen van Krijn en ELizabeth de namen Johannes, Maatje en Laurus krijgen. Mogelijk zijn die kinderen er ook geweest, maar zijn ze overleden voordat ze volwassen werden en nakomelingen kregen. Ik heb alleen de volgende kinderen kunnen herleiden tot het gezin: (in willekeurige volgorde, ik heb geen idee wie de oudste is)

  • Cornelis Crijns Kribbe. Hij trouwt op 16/3/1768 in Goes met Adriana Krijger.
  • Pieternella Criense Kribbe, vernoemd naar haar grootmoeder Pieternelletje Joos. Ze trouwt met Elias Dirkse Looij. Ze wonen vermoedelijk op Ellewoutsdijk en krijgen een zoon Dirk (ong. 1757) en een dochter Laurijna (ong. 1760).
  • Marinus Krijnse Kribbe. Hij wordt op 21/4/1757 na belijdenis aangenomen als lidmaat van de Gereformeerde kerkgemeenschap van Driewegen en Ovezande. Hij trouwt omstreeks 1758 met Grietje (Margarieta) Lavooij. Vermoedelijk is hij dus tussen 1728 en 1735 geboren.

Zoon Marinus Krijnse Kribbe vestigt zich met zijn gezin aan de Smitsweg in Driewegen. Uit een lidmatenlijst van de Gereformeerde kerkgemeenschap blijkt dan in 1765 ook (groot)vader Krijn (Quirijn) Kribbe daar staat ingeschreven. Achter zijn naam staat de opmerking ”overleden”. Er staat geen overlijdensdatum bij.

Zoon Cornelis Kribbe en zijn vrouw Adriana Krijger laten te Baarland de volgende kinderen dopen:
– 12/10/1768: Crijn, vernoemd naar zijn grootvader Crijn (Quirijn) Kribbe die ook als doopgetuige aanwezig is samen met zijn dochter Pieternella Kribbe.
– 19/1/1770: Jan, zijn doopgetuigen zijn Jacob Ozee en Dina Marinusse Sies.
– 6/10/1771: Willemina, haar doopgetuigen zijn Daniël Janse Vaar en Willemina Willemse Lamper.
– 8/11/1772: Eliesabeth, vernoemd naar haar grootmoeder Elisabeth Vaar. Haar doopgetuigen zijn haar oom en tante Elias Dirkse Looij en Pieternella Criense Kribbe. Op 15/8/1799 bevalt Elizabet Kornelisse Krippe van een ”onecht” kind genaamd Hendrik. Aan ouderling Jacob Dekker van de NH kerk in Baarland verklaart ze dat de vader van het kind Hendrik Blok is.

Laurus Kribbe (ong. 1665 – ong. 1717) uit Oudelande.

Laurus Kribbe wordt vermoedelijk geboren op Oudelande als zoon van Matthijs Kribbe en van Adriaenken Jans. Hij wordt vernoemd naar zijn grootvader Laurys Cornelissen. Zijn ouders trouwen in juni 1662 en het is goed mogelijk dat Laurus hun eerste kind is. Helaas zijn er nergens doopaantekeningen bewaard gebleven.

Er is alleen maar één gerechtelijk document uit 1680 uit Oudelande waaruit blijkt dat Laurus en zijn (vermoedelijk jongere) broer Jan de kinderen zijn van Matthijs Kribbe en van Adriaenken Jans. Uit andere documenten blijkt dat Laurus ook nog een zuster heeft die Janneken heet.

Lauris Matthijssen Kribbe is 4/5/1687 doopgetuige te Baarland bij de doop van zijn nichtje Neeltje de Vroe, het kind van zijn halfzus Janneke en Jacob Andriessen de Vroe.

Laurus trouwt tweemaal. Zijn eerste huwelijk is met Elisabeth Gillis. Het zal vermoedelijk ergens rond 1685 – 1688 zijn gesloten. Ik heb geen huwelijksaantekening gevonden.

Het enige bewijs van het bestaan van Elisabeth Gillis en haar kinderen is een akte uit 1694 van de Weeskamer van Oudelande. Elisabeth Gillis is dan al overleden. Haar broer Marinis Gillis wordt aangesteld als voogd over haar drie kinderen, namelijk:

  • Elena, geboren omstreeks 1688.
  • Matthijs, geboren omstreeks 1690 en vernoemd naar zijn grootvader Matthijs Kribbe.
  • Cornelia, geboren omstreeks 1692. Ze trouwt met Pieter Fransen de Wale en noemt zichzelf soms Cornelia de Bruyne. Ze is op 23/4/1730 doopgetuige op Ovezande (bij de doop van Jacomintje Otte, dochtertje van Jacob Bastiaansen Otte en Maatje Jacobs).

Na de dood van zijn eerste vrouw gaat Laurus Mattijsse Krubbe, weduwnaar van Lijsbet Jullis, op 18/12/1694 te Houdekenskerke in ondertrouw met Maetie Jans Kuekelbeeke, weduwe van Cornelis de Bruine. Het huwelijk wordt eveneens op Hoedekenskerke voltrokken op 6/1/1695.

Maatje Kakebeeke is een dochter van Jan Jorisse Kakebeeke en van Krijna Joos. Zij laten op 6/4/1653 in de kerk van Baarland hun dochter Matye dopen. Mogelijk overleed dit kindje en werd er later nog een andere dochter met dezelfde naam geboren. Zo niet, dan is Maatje Kakebeeke ongeveer 40 jaar oud wanneer ze trouwt met Laurus Kribbe.

Maatje groeit op met een oudere (half)broer Joris uit het eerste huwelijk van haar vader. Op 13/7/1658 hertrouwt haar moeder met Mante Claese, afkomstig van Petegem in Vlaanderen maar op dat moment woonachtig op Ovezande. Maatje groeit dus ook op met een stiefvader. Haar eigen vader overlijdt wanneer ze hooguit vier jaar is.

Laurus Kribbe en Maatje Kakebeeke krijgen ten minste 1 kind, wat vermoedelijk wordt geboren op Oudelande:

Het leven van Lauris Kribbe lijkt ingrijpend te veranderen na zijn huwelijk met Maatje Kakebeeke. Op 9/1/1698 verkoopt Lauris Cribben aan zijn moeder, Krijnken Joos, zijn huis en hof onder de Oudelandsche Camerdijck voor 36 Vlaamse ponden. NB: Krijnken Joos is niet zijn moeder maar zijn schoonmoeder.

Waar haalt Krijnken Joos dat geld vandaan? Een paar jaar eerder, op 3/10/1693, verkocht Krijnken Joos een hoefken met sijn gevolg in den Moolpolder aan Joris Jansen Kakerbeke, haeren sone. NB: Krijnken Joos is hoogstwaarschijnlijk niet de moeder maar de stiefmoeder van Joris; het is niet 100% zeker of Joris is geboren uit het eerste of het tweede huwelijk van zijn vader Jan van Kakebeke.

Op 21/11/1701 koopt Joris Kakerbeke voor een totaalprijs van 36 Vlaamse ponden van Lauris Cribbe:

  • Zaeijlant in den Baerlandtschen Stelle
  • Weije in de Moolpolder
  • Zaeijlant in de Vierjaer Hoeck

Ik vermoed dat dit land feitelijk eigendom was van Maetje Kakebeeke, de vrouw van Lauris en de (half)zuster van Joris Kakebeeke. Hoe dan ook, uit een akte van 4/9/1703 blijkt tussen de regels door dat Joris bijna twee jaar later nog altijd niet (alles) heeft betaald voor het land wat hij kocht van zijn zuster en zijn zwager.

In 1703 biedt Joris in ruil voor het ontbrekende bedrag zijn zwager (en halfzuster) een huis op het dorp Oudelande. Het gaat om een huys staende op het Zuijt eijnde van het dorp.

Op 28/2/1705 verkoopt Lauris Kribbe een huijs en hof staende onder de Oudelandsche Camerdijck. Het is het zelfde huis wat hij op 9/1/1698 verkocht aan zijn schoonmoeder Krijna Joos. Ik vermoed dus dat Krijna ergens in 1704 is overleden en dat haar huis en de grond eromheen eigendom werd van haar erfgenamen.

Het zou goed kunnen dat Maatje zelfs het enige (overlevende) kind is van Krijna Joos. Maar een gehuwde dochter kan niet erven of zelfstandig een erfenis verkopen volgens de dan geldende regels. Het is haar man die erft en verkoopt.

Twee jaar later, op 26/2/1707, ruilt Lauris Cribben zijn huis op het Zuijt eijnde van het dorp voor een huijs op het Noort-eijnde van dorpe Oudelande op Ambachtsheeren Vroone. Uit een latere akte blijkt dat hij eigenaar blijft van het huis op het ”Zuijt eijnde”.

Nog eens bijna twee jaar later, op 20/12/1708 verkoopt Lauris Kribbe alle zijne goederen zoo roerend als onroerend gelijck hier nader staat uijtgespeciefijceert voor 80 Vlaamse ponden contant aan sijn swager Jacob Andriesse (NB, gehuwd met halfzus Janneken Kribbe). Het betreft het huis in den dorpe, koeien en alles datter in de scheur is plus de inboedel en alle huisraadt.

Vermoedelijk sterft in oktober 1710 de oudste zoon Matthijs, terwijl hij als soldaat voor de VOC in Azië aan het werk is. Van Matthijs (geboren omstreeks 1690) kan ik namelijk geen nakomelingen vinden, maar er is wel een Matthijs Kribbe die als soldaat gaat werken bij de VOC.

Deze Matthijs Kribbe is naar eigen zeggen afkomstig van ”Bronswijk”, wanneer hij zich laat inschrijven bij de VOC. Op 20/1/1710 vertrekt hij met het schip ”Raadhuis van Middelburg” naar Azië. Hij overlijdt volgens de VOC administratie op 3/10/1710 in Azië. Op zijn soldijbrief (zie afbeelding hieronder) is te lezen dat na zijn dood de soldij is betaald aan ”Lr” Matthijssen. Het zou Laurus kunnen zijn.

Op 30/6/1714 regelt Joris Janse Kakebeeke dat hij de voogd wordt van Quirijn Kribbe, ”het kind van zijn zuster”. Ook op 16/5/1716 wordt nogmaals diezelfde overeenkomst gesloten, waarbij Lauris de overeenkomst bezegeld met zijn handmerk.

Op dat moment is Quirijn vermoedelijk de enige overgebleven zoon van Laurus en ook de enige erfgenaam van zijn moeder. Langs vaderskant zijn er op dat moment geen mannelijke familieleden die oud genoeg zijn om als voogd voor Quirijn op te kunnen treden. Toch lijkt de voogdij van Joris Kakebeeke over zijn neef een beetje aan de voorbarige kant.

Want Laurus is nog niet dood. Op 23/1/1717 koopt Laurus Matthijsse Kribbe op Oudelande een hoefken op den Dijck tussen de Breen Polder en de Oudelantsen polders genaamd Blommendale. Hij betaalt er 25 Vlaamse ponden voor plus rente. En drie maanden later verkoopt Lauris Mattijssen Kribbe sijn huis in den dorpe voor 28 Vlaamse ponden.

En daarna wordt het definitief stil rond Lauris Kribbe. Zijn weduwe hertrouwt met Dirk van Daale, maar daar heb ik geen huwelijksaantekening van gevonden. Dirk overlijdt in 1742. Zijn weduwe Maatje Kakebeeke moet vervolgens nog rente afbetalen voor haar huis genaamd “Blommendaal” onder Oudelande. Het is mogelijk dat Maatje Kakebeeke op dat moment bijna 90 jaar is.

Matthijs Kribbe (1628 – ong. 1677) en Adriaenken Jans (ong. 1640 – ong. 1680) uit Oudelande.

Mathijs Kribbe (Crubbe, Cribbe) wordt op 28/5/1628 ingeschreven in het doopregister van de Nederduits Gereformeerde kerk van Ovezande. Hij is een zoon van Laureys Cornelissen en van Leunken Willeboorts. Vermoedelijk wordt hij vernoemd naar de vader van zijn grootmoeder Jacomijna Mattijs.

Zijn ouders wonen binnen de parochie van Oudelande en Mathijs is het enige kind wat wordt gedoopt. Dit zou er op kunnen wijzen dat het gezin in feite Rooms Katholiek is, wat in die periode op het eiland Zuid-Beveland min of meer illegaal is. Ook Mattijs laat zijn kinderen niet dopen in de Nederduits Gereformeerde kerk, en het zelfde geldt voor zijn zoon Laurus.

Matthijs groeit op in een tamelijk groot gezin met meerdere broers, van wie ik tot nu toe geen huwelijksaantekeningen of nakomelingen heb kunnen vinden. Dat komt ook doordat de bewaard gebleven geschreven bronnen van Oudelande uit deze periode helaas heel erg schaars zijn.

Matthijs trouwt – voor zover ik heb kunnen nagaan – tweemaal. Van het eerste huwelijk kan ik niets terugvinden; geen huwelijksaantekening en ook geen doopaantekening van eventuele kinderen. Vermoedelijk wordt uit deze relatie omstreeks 1660 een dochter Janneken geboren. Zij trouwt later met Jacob Andriessen de Vroe en krijgt minstens twee kinderen.

In juni 1662 hertrouwt Matthijs op Baarland met Adriaenken Jans. Zij is ”jongedochter”, wat wil zeggen dat ze nog niet eerder was gehuwd. En ze komt van Baarland. Matthijs woont volgens de trouwaantekening ook op Baarland op dat moment. Zijn achternaam wordt op dat moment geschreven als Ribbe. En dat is vermoedelijk geen vergissing. De vader van Mattijs noemt zichzelf namelijk Rubbens in de overloper van Oudelande uit 1650.

Vermoedelijk verhuizen ze naar Oudelande. Uit dit huwelijk worden ten minste de volgende kinderen geboren:

  • Lauwerus, geboren omstreeks 1665. Hij trouwt met Elisabeth Gillis en met Maatje Kakebeeke.
  • Jan, geboren omstreeks 1670. Hij trouwt met Cornelia Hoogesteger.

De familieband blijkt uit een gerechtelijke acte uit 1680 uit Oudelande, waarbij Lauwerus en Jan expliciet als de twee (op dat moment nog levende) kinderen worden genoemd van Matthijs Laureijs Cribbe en van Adriaenken Jans. Maar uit latere bronnen blijkt dat Mattijs ook nog een dochter Janneken heeft. Vermoedelijk is zij dus geboren uit het eerste huwelijk van haar vader.

Uit een andere gerechtelijke akte blijkt dat Janneken een zus is van Lauwerus. Ze noemt zichzelf hoe dan ook Janneken Matthijssen Kribbe bij de doop van haar twee kinderen Neeltje (Baarland, 4/5/1687) en Andries (Baarland, 29/7/1696). Bij de doop van dit laatste kind is haar (half)broer Jan Matthijssen Kribbe ook één van de doopgetuigen.

Ik weet niet wanneer Matthijs Kribbe en zijn tweede vrouw Adriaenken Jans zijn overleden. Mattijs komt in elk geval niet voor in de Cohier vant familie gelt over het platte lant van Zuijt bevelant, Wolfaersdijck en Noort bevelant d’anno 1678. Dit betekent vermoedelijk dat hij dan al is overleden, maar het kan ook betekenen dat hij te arm was om belastingen te kunnen betalen.

Matthijs Kribbe (1738 – 1781) en Johanna van de Velde (ong. 1735 – na 1799) uit Rotterdam.

Matthijs Kribbe wordt gedoopt op 25/2/1738 in de Nederduits Gereformeerde kerk in Goes als zoon van Paulus Kribbe en van Catharina Smits. Hij is de jongste in het gezin, waar op dat moment alleen nog dochters in leven zijn. Hij groeit dus op in Goes met drie oudere zusters. Zijn moeder komt uit Rotterdam.

Matthijs trouwt met Johanna van de Velde. Vermoedelijk is ze een dochter van Jillis / Gillis van de Velde en van Pieternella Knuijt. Ik kan van haar geen doopaantekening in Goes vinden. Vermoedelijk wonen haar ouders in elk geval in 1735 in Goes want dan wordt een ”kind van Jillis van de Velde” daar begraven.

In de Nederduits Gereformeerde kerk van Goes laten ze het volgende kind dopen:

  • 24/9/1760: Catharina, vernoemd naar haar grootmoeder Catharina Smits. Doopgetuige is Pieternella Knuijt. Ze wordt ongehuwd begraven op 3/8/1785 in Rotterdam

In de Gereformeerde kerk in Rotterdam laten ze de volgende kinderen dopen:

  • 5/5/1763: Gillis Geerhardus, geboren ”in de Prinzestraet”. Doopgetuigen zijn Geerhardus van Uijee en Maria van der Velde. Hij wordt begraven op 4/12/1764 in Rotterdam.
  • 14/10/1764: Poulus*, geboren ”in de Vogelesang” en vernoemd naar zijn grootvader Paulus Kribbe. Doopgetuige is Pieternella Knuijdt. Hij overlijdt ergens in Azië op 13/10/1785.
  • 23/2/1766: Pieternella, geboren ”in de Vogelensang”. Doopgetuigen zijn Gillis van de Velde en Pieternella Cnuijt. Ze wordt begraven op 18/5/1767 in Rotterdam.
  • 2/8/1767: Pieternella, geboren ”in de Vogelezang”. Doopgetuigen zijn Gillis van de Velde en Pieternella Knuijt. Ze trouwt met Adrianus van Driel en overlijdt 22/4/1820 in Rotterdam.
  • 9/7/1769: Jacoba Cornelia, geboren ”op de Goudze Cingel”. Doopgetuigen zijn Jacob Malune en Cornelia Cribbe. Ze wordt begraven in Rotterdam op 31/1/1772.
  • 13/12/1772: Cornelia Adriana, geboren ”op den Goudschen weg”. Doopgetuigen zijn Gillis van de Velde en Pieternella Knuijt. Ze trouwt met Gerardus van Lom en wordt begraven op 10/11/1808 in Rotterdam. Ze laat dan 5 meerderjarige kinderen na en ze woonde bij haar overlijden aan de Schuddemansteeg.

Matthijs overlijdt eind juli of begin augustus 1781. Hij wordt begraven op 4/8/1781 in Rotterdam. Hij laat volgens het begraafboek 4 minderjarige kinderen na: Catharina, Poulus, Pieternella en Cornelia Adriana.

Zijn weduwe trouwt op 21/4/1783 in de Gereformeerde kerk in Rotterdam met Pieter de Waal, een weduwnaar afkomstig uit Dordrecht. Twee jaar later, in 1785, overlijden twee van haar volwassen kinderen, namelijk Catharina en Poulus.

Pieter de Waal overlijdt 3/12/1806 in Rotterdam op ”Colgers Eijland”. Het is niet duidelijk of Johanna van de Velde dan nog leeft. Ze is in mei 1800 nog doopgetuige bij de doop van een kleinkind in Rotterdam. Daarna kan ik niets meer van haar vinden.

* Zoon Poulus Kribbe komt op 30/9/1784 in dienst bij de VOC als bootsgezel. Hij vaart met het schip Middelwijk naar Azië. Daar overlijdt hij op 13/10/1785, op of rond zijn 21ste verjaardag. Zijn stiefvader Pieter de Waal tekent later de schuldbrief (zie afbeelding hieronder).

Met het overlijden van Poulus komt er ook een einde aan deze tak van de Zeeuwse familie Kribbe.

Ary Romijn (1769 – 1828) uit Hardinxveld en Jannigje Roos (1777 – 1818) uit Sliedrecht

Ary / Arij / Arie Romeijn / Romijn wordt geboren in Giessendam (buitendijks) op 25 maart 1769, en gedoopt op 2 april 1769 in Hardinxveld als tweede zoon van Cornelis Romein en van Jannigje de Jong. Hij is nog geen jaar oud als zijn vader sterft (op 28 februari 1770). Zijn vader behoort volgens het begraafboek ”tot de classis van de onvermogenden”.

Zijn moeder blijft achter met de 2-jarige Jacob, de 1-jarige Arie en een derde zoontje (Cornelis) op komst, wat 22 april 1770 in Giessendam gedoopt zal worden. Vervolgens komt er een stiefvader en halfbroers / halfzusters. Als moeder Jannigje de Jong overlijdt op 8 juni 1806 in Sliedrecht, is ze volgens de akte 75 jaar en laat ze een man en 4 kinderen na.

Arij trouwt omstreeks 1795/1796 met Jannigje Roos. Zij is gedoopt op 23 maart 1777 in Sliedrecht als dochter van Dirk Roos en Adriana Visser. Na hun huwelijk vestigen ze zich in Sliedrecht waar de volgende kinderen worden gedoopt:

  • 4 december 1796: Adriaantje Romijn, vernoemd naar haar grootmoeder Adriana / Adriaantje Visser. Ze zal jong overlijden.
  • 28 november 1798: Cornelis Romijn, vernoemd naar zijn grootvader Cornelis Romein. Hij trouwt met Elisabeth Gijsen en met Maria de Jonge. Hij overlijdt op 28/2/1863 in Goes (64 jaar, tuinman van beroep).
  • 22 december 1800: Dirk Romijn, vernoemd naar zijn grootvader Dirk Roos. Hij trouwt 27/12/1838 in Goes met Maatje de Jonge en overlijdt 8/2/1874 op Kloetinge (72 jaar, van beroep tuinman).
  • 6/3/1803: Adriaantje Romijn, vernoemd naar haar grootmoeder Adriaantje Visser. Ze trouwt op 3/11/1825 in Goes met Lauwrens van Hoorn, van beroep schoenmaker.
  • 21/11/1804: Jan Romijn, vernoemd naar zijn overgrootvader Jan Jans de Jong. Hij trouwt 10/8/1826 in Goes met Jacomina Mallekote.

Op 19/4/1808 verhuist het gezin naar Goes. Daar worden de volgende kinderen geboren:

  • 5/5/1810: Hendrika Remijn, vernoemd naar haar overgrootmoeders Henrika Kemp en Hendrikje Hendriks van de Geijn. Ze trouwt 12/3/1835 in Goes met Maarten Olree. Ze overlijdt 1/1/1874 in Goes (63 jaar, weduwe).
  • 4/8/1813: Jacob Romijn, vernoemd naar zijn overgrootvader Jacob Ariens Romein. Hij trouwt op 8/7/1852 in Goes met Josina Goud en overlijdt op 13/7/1886 in Goes (72 jaar, beroep: tuinman).
  • 9/10/1816: Arie / Arij Romijn, vernoemd naar zijn overgrootvader Arie Visser. Hij trouwt 9/8/1838 in Goes met Maatje Zoutewelle en overlijdt op 26-jarige leeftijd op 14/10/1842 in Goes. Hij is dan weduwnaar.

Twee jaar na de geboorte van haar jongste kind overlijdt Jannigje Roos op 41-jarige leeftijd in Goes (28/11/1818). Volgens de akte is ze dan 42 jaar en van beroep arbeidster. Tien jaar later overlijdt Arij Romijn, eveneens in Goes (op 4/4/1828), een week na zijn 59ste verjaardag. Volgens de overlijdensakte is hij dan 54 jaar en arbeider.

Paulus Kribbe (ong. 1697 – 1751) en Catharina Smits (1697 – na 1758) uit Goes.

Paulus Kribbe is een zoon van Jan Kribbe en van Cornelia Hoogesteger. Hij is vernoemd naar zijn grootvader Paulus Hoogesteger. Zijn moeder hertrouwt op 28/2/1714 op Hoedekenskerke met Johannes Lievens, een weduwnaar. Paulus woont als jongvolwassene in de ”Lombertstraat” in Rotterdam. Hij heeft ook een broer Matthijs Kribbe die kinderen laat dopen op Wemeldinge.

Op 25/11/1721 trouwt Paulus in de Gereformeerde kerk in Rotterdam met Catharina Smits. Zij woont op dat moment in ”Katshoek”. Ze is gedoopt op 4/8/1697 in de Gereformeerde kerk van Overschie als Katie, dochter van Mattijs Jorisz. Smit en van Adriaentie Jansd. van der Kelck. Doopgetuige is Catie van der Burgh, mogelijk haar grootmoeder. De ouders van Katie / Catharina Smits wonen ”op de santplaet op de Rotte”.

Het koppel laat in Goes de volgende kinderen dopen:

  • 8/9/1722: Kornelia, vernoemd naar haar grootmoeder Cornelia Hoogesteger. Doopgetuigen zijn Johannes Lievens en Adriana Kelk, de grootmoeder langs moederskant. Zij is vermoedelijk als kind overleden.
  • 5/3/1724: Johanna**, vernoemd naar haar grootvader Jan Kribbe. Doopgetuigen zijn Bartholomeus Bliek en Jannetie Hoogesteger (zuster en zwager van de grootmoeder).
  • 7/7/1726: Matthijs, vernoemd naar zijn grootvader Matthijs Smit. Doopgetuigen zijn Jannis Lievensen en Kornelia Pauwels (Hoogesteger). Hij overlijdt als kind.
  • 20/12/1729: Adriana, vernoemd naar haar grootmoeder Adriana van der Kelck. Doopgetuigen zijn Jannis Lievens en Cornelia Paulussen (Hoogesteger).
  • 23/2/1731: Cornelia*, vernoemd naar haar grootmoeder Cornelia Hoogesteger. Doopgetuigen zijn Louijs Lievens en Johanna Smit.
  • 4/7/1732: Matthijs, vernoemd naar zijn grootvader Matthijs Smit. Doopgetuigen zijn Joannes Bax en Pieternella Rietveldt. Hij overlijdt als kind.
  • 11/12/1733: Pieternella. Doopgetuigen zijn Joannes Bax en Pieternella Regtvelt.
  • 25/2/1738: Matthijs, vernoemd naar zijn grootvader Matthijs Smit. Doopgetuigen zijn Paulus Bliek en Adriana Jochems. Hij trouwt met Johanna van de Velde.

In 1732, 1734 (2x) en 1737 wordt er in Goes ”een kind” begraven van Paulus Krubbe. En in mei 1753 wordt ”een dochter van Paulus Krubbe” begraven in Goes.

Paulus Krubbe overlijdt zelf in september 1751 in Goes. Zijn weduwe is op 20/1/1758 nog doopgetuige bij één van haar kleinkinderen in Goes. Daarna kan ik vooralsnog niets meer van haar vinden.

Uit de notulen van de gemeenteraad in Goes, blijkt dat Paulus Cribbe van beroep slager is. Omstreeks 1740 is hij eigenaar van een pand in de omgeving van de Beestenmarkt / Ossenhoofdstraat en omstreeks 1740 vraagt hij toestemming om een huis aan de Zuid-zijde van de Beestenmarkt te veranderen in een stal. Uit latere aktes blijkt dat die toestemming inderdaad is verleend. 

*Op 23/7/1769 wordt in de Waalse kerk van Rotterdam het huwelijk gesloten tussen Kornelia Cribbe, geboren te Goes, weduwe van Isaac Toffel enerzijds en Jacob Meluine, geboren in ”Gassenay of Gessenay en Suisse” anderzijds.

Cornelia Kribben, echtgenote van Pieter Jacob Mellunen wordt begraven op 6/10/1782 in Rotterdam. Ze woonde op of aan het ”Fransewater bij de kerk”. Of misschien was dit de naam van het kerkhof waar ze haar hebben begraven, aangezien ze door haar huwelijk behoorde tot de Waalse en dus Franstalige kerkgemeenschap.

**Johanna Kribbe trouwt op 26/4/1750 in Goes met Teunis Corneliszoon Roos. In de weken ervoor gaan ze ook in ondertrouw in Rotterdam (waar ze feitelijk wonen), en vermoedelijk ook in Alblasserdam (waar Teunis is geboren) en misschien ook in Goes. Hun zoontje Heindrik wordt 9/5/1751 gedoopt in Rotterdam. Doopgetuigen zijn Kornelis Roos en Kornelia Kribbe.

Kort daarop sterft Teunis Roos, hij wordt 17/6/1751 begraven in Rotterdam. Johanna (Anna) hertrouwt met Adolph Lens. In Rotterdam laten ze 7/12/1755 hun zoon Adof dopen. Doopgetuigen zijn Jan de Ruijter en Krijna Kribbe. In Goes laten ze op 20/1/1758 een zoon Paulus dopen, de vader heet hier opeens Adolf Hageman. Ik denk dat dit een vergissing is van de predikant. Doopgetuige is grootmoeder Catharina Smits.

Janna Kribbe wordt begraven in maart 1759 in Goes.

Matthijs Kribbe (ong. 1695 – ong. 1728) en Janna Troye (ong. 1698 – ong. 1732) uit Wemeldinge.

Matthijs Kribbe / Krubbe / Cribbe wordt op 14/2/1694 op Hoedekenskerke gedoopt als zoon van Jan Kribbe en van Cornelia Hoogesteger. Hij wordt vernoemd naar zijn grootvader Matthijs Kribbe. Doopgetuigen zijn Pieter Hoogesteger en Jannetje Matthijsse Krubbe. Hij groeit op met een broer Paulus die tijdens zijn volwassen leven in Goes woont.

Op 14/4/1713 doet Matthijs Krubbe op 19-jarige leeftijd zijn belijdenis in de NH kerk van Hoedekenskerke. Hij krijgt er op een niet nader genoemde datum zijn attestatie naar ’s Gravenpolder als predikant. In 1713 overlijdt ook zijn vader Jan Mattijsse Kribbe. Zijn moeder hertrouwt op 28/2/1714 op Hoedekenskerke met Johannes Lievens, een weduwnaar. Ze verhuist naar Goes. Matthijs blijft in zijn geboortestreek. In de periode 1713-1714 is hij schoolmeester, voorzanger en koster op Ovezande, en voorzanger op ’s Gravenpolder.

Van 1714 tot 1720 is hij waarnemend voorzanger op Driewegen. In deze periode trouwt hij met Janna (Johanna) Troye. Ze is gedoopt op 31/7/1701 op Ovezande / Driewegen als dochter van Willem Troye en van Cornelia Pontflaems. Eveneens op Ovezande / Driewegen wordt hun eerste kind gedoopt:

  • 24/12/1719: Jan, vernoemd naar zijn overleden grootvader Jan Krubbe. Doopgetuigen zijn de grootmoeder Cornelia Pauwelsen en haar tweede echtgenoot Jannes Lievensen uit Goes. Vermoedelijk sterft dit kindje erg jong.

Vanaf 1720 is Matthijs schoolmeester en voorzanger op Wemeldinge. De volgende kinderen worden gedoopt op Wemeldinge:

  • 15/3/1721: Cornelia, vernoemd naar haar grootmoeders Cornelia Pontvlaems en Cornelia Hoogesteger. Doopgetuigen zijn de grootmoeder Cornelia Pontvlaems en haar man Willem Troye. Ze trouwt met Dignus Katsman.
  • 2/8/1722: Jan, vernoemd naar zijn grootvader Jan Krubbe. Doopgetuigen zijn Jannes Lievensen en Cornelia Paulus (Hoogesteger). Vermoedelijk sterft hij erg jong.
  • 9/1/1724: Cornelis. Doopgetuigen zijn Willem Trooy en Cornelia Pontvlaems.
  • 12/5/1726: Willem, vernoemd naar zijn grootvader Willem Troye. Doopgetuigen zijn Johannis Lievense en Cornelia Paulisse (Hoogesteger).
  • 26/10/1727: Janna (Johanna), vermoedelijk vernoemd naar haar grootvader Jan Krubbe. Doopgetuigen zijn Paulus Krubbe en Catharina Matthyss (Smits). Ze trouwt met Jan Schuyllink. Tijdens de volkstelling van 1797 woont ze op de Vlasmarkt in Goes waar ze samen met haar dochter Joanna Schuiling een winkeltje heeft. Moeder en dochter zijn dan allebei weduwe.

Ik vermoed dat Matthijs Kribbe in 1728 komt te overlijden.

Want op 8/10/1730 wordt op Wemeldinge een kind gedoopt van Janna Trois en van Michael Cornelisse Zuydweg. Het kind is genaamd Cornelis. De doopgetuigen zijn Cornelis Imantse Zuydweg en Tanneken Machies, vermoedelijk de grootouders.

En drie jaar later, op 16/10/1733, laat Machiel Suytweg op Wemeldinge een kind dopen van hemzelf en van Maria Voorts (Foortse). Dat betekent dat ook de moeder van het gezin, Janna Troye, niet langer meer in leven is.

En dat betekent dan weer dat de kinderen van Matthijs Kribbe en Janna Troye vanaf dan weeskinderen zijn. In elk geval blijven er minstens twee dochters in leven. Johanna en Cornelia Kribbe laten kinderen dopen in Goes.

Jan Kribbe (ong. 1670 – voor 1714) en Cornelia Hoogesteger (1671 – na 1730).

Jan Kribbe is een zoon van Matthijs Kribbe en van een vooralsnog onbekende moeder. Vermoedelijk is hij geboren op Oudelande. Hij heeft waarschijnlijk ook een zuster Janneke die trouwt met Jacob de Vroe, zoon van Andries de Vroe.

Jan trouwt op 25/2/1693 op Hoedekenskerke met Cornelia Hoogesteger. Ze is gedoopt op 22/3/1671 op Hoedekenskerke als dochter van Paulus Hogesteger en van Leuntje Hoek van Dijke. Haar vader is een zoon van Philip Hoogesteger en van Janneke Andries. Haar moeder is een dochter van Thomas Hoek van Dijke en van Pieternelletje Leys.

Er komen ten minste twee zonen (ik weet niet wie de oudste is):

  • Matthijs, vernoemd naar zijn grootvader Matthijs Kribbe en geboren omstreeks 1695. Hij trouwt met Janna Troye. Ze laten kinderen dopen op Wemeldinge.
  • Paulus, vernoemd naar zijn grootvader Paulus Hogesteeger. Hij is geboren omstreeks 1697. Hij trouwt in Rotterdam met Katharina Smits en ze laten kinderen dopen in Goes.

Jan en zijn vrouw zijn op 3 juli 1706 aanwezig in de Nederduits Gereformeerde kerk van ’s Heer Abtskerke. Ze worden daar peter en meter van het kindje Maatien, dochter van Dummers (Deumis) Machielsen en Lisabeth (Jans). Ze heten dan Jan Mateijsen en Cornelia Paulus.

Cornelia Hoogesteger trouwt voor de tweede maal op 28/2/1714 op Hoedekenskerke met Johannes Lievens, een weduwnaar. Dit betekent dat haar eerste man Jan Kribbe voor die datum overleden is.

Cornelia Hoogesteger en haar tweede man komen tot 20/12/1729 met grote regelmaat voor als doopgetuigen bij (stief)kleinkinderen in Wemeldinge en Goes. Na die datum niet meer.

Cornelis de Leeuw (ong. 1770 – 1837) en Elizabeth Horrens (1774 – 1848) uit ’s Heer Arendskerke

Cornelis de Leeuw wordt tussen 1769 en 1772 geboren in Nieuwland (Nieuw- en Sint Joosland) als zoon van Bastiaan de Leeuw en van Prijntje Roessing. Hij groeit op met een zuster Christina (ong. 1766) en een broer Pieter (7 maart 1768). Wellicht waren er nog meer broers en zussen, maar die zijn jong overleden.

Vermoedelijk sterft zijn moeder voordat Cornelis 10 jaar oud is. Daarna komt er een stiefmoeder en krijgt hij nog minstens drie halfzusters.

Cornelis de Leeuw staat vanaf 25/6/1792 ingeschreven als matroos op het fregatschip de Minerva, geregistreerd in Nieuwland. Een paar jaar later belandt hij in Halsteren, waar Lysabeth Hoorens woont. Ze is Rooms Katholiek gedoopt op 28/7/1774 als Elisabetha, dochter van Mathias Horrens (afkomstig uit Lummen of Lommel (BE)) en van Margareta Zeep, afkomstig uit Namen in het huidige Wallonië.

Elisabeth raakt zwanger van Cornelis en ze bevalt van een dochtertje wat ze Anna Maria noemt. Het kindje wordt vernoemd naar Anna Maria Horrens, een 6 jaar oudere zus van Elizabeth die ook als doopgetuige optreedt. Het kindje wordt Rooms-Katholiek gedoopt op 15/2/1796 te Halsteren, met de vermelding ”onwettig” en de toevoeging dat de vader Hervormd is en afkomstig van Nieuwland bij Middelburg.

(Anna Maria de Leeuw zal op 2/5/1817 in ’s Heer Arendskerke trouwen met Cornelis Vermeulen. Ze sterft 4/2/1834 te ’s Heer Arendskerke.)

Twee dagen voor de doop van hun dochtertje, op 13/2/1796, trouwen Cornelis en Elizabeth. Dat gebeurt zowel in de Nederlands Hervormde als in de Rooms Katholieke kerk van Halsteren (op dezelfde dag). In het trouwboek van de Nederlands Hervormde kerk wordt niet gesproken over het geloof van de bruid. In het Rooms-Katholieke trouwboek staat vermeld dat Cornelis een ander geloof heeft.

Cornelis neemt zijn bruid mee naar Tholen, weg uit het Katholieke Halsteren waar ze is geboren en getogen. Ze gaan wonen in de Vijftienhondergemetenpolder op het eiland Tholen. In de Nederduits Gereformeerde kerk van Tholen (stad) laten ze twee kinderen dopen:

  • Bastiaan, gedoopt 29/11/1797. Hij wordt vernoemd naar zijn grootvader Bastiaan de Leeuw uit Nieuwland, die tijdens de doop aanwezig is. Bastiaan de Leeuw trouwt op 12/7/1823 op ’s Heer Arendskerke met Cornelia van Dijke. Na haar dood trouwt hij op 31/8/1826 met Durftje Kriekaardt. Na haar overlijden trouwt hij op 18/9/1828 met Johanna van Vijven, zus van de vrouw van zijn broer Matthijs. Bastiaan de Leeuw overlijdt 3/10/1868 op ’s Heer Arendskerke.
  • Matthijs, gedoopt 22/12/1799 en vernoemd naar zijn Vlaamse grootvader Mathias Horrens. Hij trouwt 24/12/1824 op het gemeentehuis van ’s Heer Arendskerke met Maatje van Vijven, zus van de vrouw van zijn broer Bastiaan. Hij overlijdt 27/8/1746 op Nieuwdorp.

Ik weet niet waar het gezin tussen 1799 en 1804 verblijft. Er worden vermoedelijk ergens kinderen geboren en gedoopt die ook waarschijnlijk allemaal erg jong overlijden. In 1804 gaan Cornelis en Elizabeth in elk geval met hun gezin ”in de Nieuwen Kraaier” wonen, een polder tegen ’s Heerenhoek, maar destijds deel van de gemeente ’s Heer Arendskerke.

Er wonen in de omgeving van ’s Heerenhoek tamelijk veel Katholieken en er zijn meerdere zogenoemde gemengde huwelijken, zodat Cornelis en Elizabeth minder uit de toon vallen. Ik kan geen doopaantekeningen van hun kinderen vinden in Nederduits Hervormde kerken in de omgeving.

In de Rooms-Katholieke kerk van ’s Heerenhoek worden de volgende kinderen gedoopt:

  • 14/12/1806: Cornelis, vernoemd naar zijn overgrootvader Cornelis de Leeuw. Hij overlijdt 26/3/1814 (7 jaar) in de gemeente ’s Heer Arendskerke.
  • 14/4/1808: Margareta, vernoemd naar haar grootmoeder Margaretha Zeep. Speciaal voor de doop komt Laurens Horrens, de broer van Elizabeth, naar ’s Heerenhoek om doopgetuige te zijn. Margareta wordt 1 jaar oud en overlijdt omstreeks mei 1809 in de gemeente ’s Heer Arendskerke.
  • 18/12/1809: Anna Elizabeth. Ze trouwt 6/5/1831 op het gemeentehuis van ’s Heer Arendskerke met Adriaan Vermeulen.

En op het gemeentehuis van ’s Heer Arendskerke doet Cornelis aangifte van de jongste twee kinderen:

  • 30/9/1811: Pierre, vernoemd naar zijn overgrootvader Pieter Roessing en overleden op 12/1/1812 (3 maanden).
  • 18/10/1813: Maria, vernoemd naar een overgrootmoeder langs moederszijde. Ze overlijdt op 29/3/1814 (ruim 5 maanden). In de overlijdensaangifte heet ze ”Digna”.

Elisabeth Horrens overlijdt 31/10/1848 in de gemeente ’s Heer Arendskerke. Haar leeftijd wordt geschat op 78 jaar (in werkelijkheid is ze 73). Ze werkt dan nog altijd als arbeidster. Haar man Cornelis de Leeuw overlijdt 18/12/1837 in de gemeente ’s Heer Arendskerke. Zijn leeftijd wordt geschat op 68 jaar.