Laurus Kribbe (ong. 1665 – ong. 1717) uit Oudelande.

Laurus Kribbe wordt vermoedelijk geboren op Oudelande als zoon van Matthijs Kribbe en van Adriaenken Jans. Hij wordt vernoemd naar zijn grootvader Laurys Cornelissen. Zijn ouders trouwen in juni 1662 en het is goed mogelijk dat Laurus hun eerste kind is. Helaas zijn er nergens doopaantekeningen bewaard gebleven.

Er is alleen maar één gerechtelijk document uit 1680 uit Oudelande waaruit blijkt dat Laurus en zijn (vermoedelijk jongere) broer Jan de kinderen zijn van Matthijs Kribbe en van Adriaenken Jans. Uit andere documenten blijkt dat Laurus ook nog een zuster heeft die Janneken heet.

Lauris Matthijssen Kribbe is 4/5/1687 doopgetuige te Baarland bij de doop van zijn nichtje Neeltje de Vroe, het kind van zijn halfzus Janneke en Jacob Andriessen de Vroe.

Laurus trouwt tweemaal. Zijn eerste huwelijk is met Elisabeth Gillis. Het zal vermoedelijk ergens rond 1685 – 1688 zijn gesloten. Ik heb geen huwelijksaantekening gevonden.

Het enige bewijs van het bestaan van Elisabeth Gillis en haar kinderen is een akte uit 1694 van de Weeskamer van Oudelande. Elisabeth Gillis is dan al overleden. Haar broer Marinis Gillis wordt aangesteld als voogd over haar drie kinderen, namelijk:

  • Elena, geboren omstreeks 1688.
  • Matthijs, geboren omstreeks 1690 en vernoemd naar zijn grootvader Matthijs Kribbe.
  • Cornelia, geboren omstreeks 1692. Ze trouwt met Pieter Fransen de Wale en noemt zichzelf soms Cornelia de Bruyne. Ze is op 23/4/1730 doopgetuige op Ovezande (bij de doop van Jacomintje Otte, dochtertje van Jacob Bastiaansen Otte en Maatje Jacobs).

Na de dood van zijn eerste vrouw gaat Laurus Mattijsse Krubbe, weduwnaar van Lijsbet Jullis, op 18/12/1694 te Houdekenskerke in ondertrouw met Maetie Jans Kuekelbeeke, weduwe van Cornelis de Bruine. Het huwelijk wordt eveneens op Hoedekenskerke voltrokken op 6/1/1695.

Maatje Kakebeeke is een dochter van Jan Jorisse Kakebeeke en van Krijna Joos. Zij laten op 6/4/1653 in de kerk van Baarland hun dochter Matye dopen. Mogelijk overleed dit kindje en werd er later nog een andere dochter met dezelfde naam geboren. Zo niet, dan is Maatje Kakebeeke ongeveer 40 jaar oud wanneer ze trouwt met Laurus Kribbe.

Maatje groeit op met een oudere (half)broer Joris uit het eerste huwelijk van haar vader. Op 13/7/1658 hertrouwt haar moeder met Mante Claese, afkomstig van Petegem in Vlaanderen maar op dat moment woonachtig op Ovezande. Maatje groeit dus ook op met een stiefvader. Haar eigen vader overlijdt wanneer ze hooguit vier jaar is.

Laurus Kribbe en Maatje Kakebeeke krijgen ten minste 1 kind, wat vermoedelijk wordt geboren op Oudelande:

Het leven van Lauris Kribbe lijkt ingrijpend te veranderen na zijn huwelijk met Maatje Kakebeeke. Op 9/1/1698 verkoopt Lauris Cribben aan zijn moeder, Krijnken Joos, zijn huis en hof onder de Oudelandsche Camerdijck voor 36 Vlaamse ponden. NB: Krijnken Joos is niet zijn moeder maar zijn schoonmoeder.

Waar haalt Krijnken Joos dat geld vandaan? Een paar jaar eerder, op 3/10/1693, verkocht Krijnken Joos een hoefken met sijn gevolg in den Moolpolder aan Joris Jansen Kakerbeke, haeren sone. NB: Krijnken Joos is hoogstwaarschijnlijk niet de moeder maar de stiefmoeder van Joris; het is niet 100% zeker of Joris is geboren uit het eerste of het tweede huwelijk van zijn vader Jan van Kakebeke.

Op 21/11/1701 koopt Joris Kakerbeke voor een totaalprijs van 36 Vlaamse ponden van Lauris Cribbe:

  • Zaeijlant in den Baerlandtschen Stelle
  • Weije in de Moolpolder
  • Zaeijlant in de Vierjaer Hoeck

Ik vermoed dat dit land feitelijk eigendom was van Maetje Kakebeeke, de vrouw van Lauris en de (half)zuster van Joris Kakebeeke. Hoe dan ook, uit een akte van 4/9/1703 blijkt tussen de regels door dat Joris bijna twee jaar later nog altijd niet (alles) heeft betaald voor het land wat hij kocht van zijn zuster en zijn zwager.

In 1703 biedt Joris in ruil voor het ontbrekende bedrag zijn zwager (en halfzuster) een huis op het dorp Oudelande. Het gaat om een huys staende op het Zuijt eijnde van het dorp.

Op 28/2/1705 verkoopt Lauris Kribbe een huijs en hof staende onder de Oudelandsche Camerdijck. Het is het zelfde huis wat hij op 9/1/1698 verkocht aan zijn schoonmoeder Krijna Joos. Ik vermoed dus dat Krijna ergens in 1704 is overleden en dat haar huis en de grond eromheen eigendom werd van haar erfgenamen.

Het zou goed kunnen dat Maatje zelfs het enige (overlevende) kind is van Krijna Joos. Maar een gehuwde dochter kan niet erven of zelfstandig een erfenis verkopen volgens de dan geldende regels. Het is haar man die erft en verkoopt.

Twee jaar later, op 26/2/1707, ruilt Lauris Cribben zijn huis op het Zuijt eijnde van het dorp voor een huijs op het Noort-eijnde van dorpe Oudelande op Ambachtsheeren Vroone. Uit een latere akte blijkt dat hij eigenaar blijft van het huis op het ”Zuijt eijnde”.

Nog eens bijna twee jaar later, op 20/12/1708 verkoopt Lauris Kribbe alle zijne goederen zoo roerend als onroerend gelijck hier nader staat uijtgespeciefijceert voor 80 Vlaamse ponden contant aan sijn swager Jacob Andriesse (NB, gehuwd met halfzus Janneken Kribbe). Het betreft het huis in den dorpe, koeien en alles datter in de scheur is plus de inboedel en alle huisraadt.

Vermoedelijk sterft in oktober 1710 de oudste zoon Matthijs, terwijl hij als soldaat voor de VOC in Azië aan het werk is. Van Matthijs (geboren omstreeks 1690) kan ik namelijk geen nakomelingen vinden, maar er is wel een Matthijs Kribbe die als soldaat gaat werken bij de VOC.

Deze Matthijs Kribbe is naar eigen zeggen afkomstig van ”Bronswijk”, wanneer hij zich laat inschrijven bij de VOC. Op 20/1/1710 vertrekt hij met het schip ”Raadhuis van Middelburg” naar Azië. Hij overlijdt volgens de VOC administratie op 3/10/1710 in Azië. Op zijn soldijbrief (zie afbeelding hieronder) is te lezen dat na zijn dood de soldij is betaald aan ”Lr” Matthijssen. Het zou Laurus kunnen zijn.

Op 30/6/1714 regelt Joris Janse Kakebeeke dat hij de voogd wordt van Quirijn Kribbe, ”het kind van zijn zuster”. Ook op 16/5/1716 wordt nogmaals diezelfde overeenkomst gesloten, waarbij Lauris de overeenkomst bezegeld met zijn handmerk.

Op dat moment is Quirijn vermoedelijk de enige overgebleven zoon van Laurus en ook de enige erfgenaam van zijn moeder. Langs vaderskant zijn er op dat moment geen mannelijke familieleden die oud genoeg zijn om als voogd voor Quirijn op te kunnen treden. Toch lijkt de voogdij van Joris Kakebeeke over zijn neef een beetje aan de voorbarige kant.

Want Laurus is nog niet dood. Op 23/1/1717 koopt Laurus Matthijsse Kribbe op Oudelande een hoefken op den Dijck tussen de Breen Polder en de Oudelantsen polders genaamd Blommendale. Hij betaalt er 25 Vlaamse ponden voor plus rente. En drie maanden later verkoopt Lauris Mattijssen Kribbe sijn huis in den dorpe voor 28 Vlaamse ponden.

En daarna wordt het definitief stil rond Lauris Kribbe. Zijn weduwe hertrouwt met Dirk van Daale, maar daar heb ik geen huwelijksaantekening van gevonden. Dirk overlijdt in 1742. Zijn weduwe Maatje Kakebeeke moet vervolgens nog rente afbetalen voor haar huis genaamd “Blommendaal” onder Oudelande. Het is mogelijk dat Maatje Kakebeeke op dat moment bijna 90 jaar is.

Plaats een reactie