Maandelijks archief: maart 2021

Een mysterieuze akte uit het Schepenboek van Veghel

In het Schepenboek van Veghel, de zogenoemde Schepenbank, bevindt zich een lijst met namen tussen akten uit 1587.

De transcriptie van de akte luidt als volgt:

Lijst met namen:
Lithoijen, V stuyvers
Venerus XII october LIIII
– Dirick Peters ende ’t Convent van den Predicaren
– Cornelis Goertss ende Willem Peters tot Kessel
– Joachim Gerit Lauwen ende
– Peter Diricxzoen ende Handerick Hanrick Pelgrom
– cantor heer Peter Leyen, priestere (sent serie)
– Lambert Janszoen ende Joosten Jan Bloemartz
– Steyns Dirxsoen in de Olijmoelen ende het Couwe water tot Roesmalen
– Joachim Gerit Lauwen ende Lijsken weduwe Gerit Eymberts
– Lamberts van de Laerschot
– Kathelijn weduwe Hanrick Willem Lamberts ende Jannen van Emmerick Jansz
– Henrick van den Sande ende Henrick Beijens d’ Oude
– Willem Petersz van Maren
– Metken Hanrick Willem Goessens ende
– Bernt Evertszoen
Venerus XVI november
– Lambert Petersz ende blockmeesters van den Hinthamereyndt
– Peter Joesten ende d’ erfgenamen heer Jacop Sanders Jacobus (unis heredie sent serie)
– Willem Jansz van Maren ende Joesten Bloemarts
– Steyns Dircxz van Heeze ende Henricken Beijens
– Stijns Clinge ende
– Willen Seyns Clingez
Venerus Ven decembris
– Dirck Petersz ende meester Coenraet van Maseyck (doorgestreept)
– Peter Storm ende Willemen Krespenninck op
Venerus IIIIen januarij
– Lijsken Thijssoen den Wer te doen dat zy haer comme expuneren by eede oft Jan van Beeck sal zynen eedt doen prout in actum
– Steijns Cline ende Jannen heeren Jacopsz
Venerus XVen meerte
– Lambert Janss ende meester Henricken die Orgelmaker
– Loey Goessen Willemsz ende Jutken van Delft (doorgestreept)
– Bernt Ernerss
– Willem Peterss van Maren ende
– Peter Janssen alias Scraem ende Henricken Lambertsz van Uden tegen die Prekers over
– Peter Dirxsoen
– Eveer Mathyss ende ’t Groot Gasthuys
– Genrick Geritss alias Ries
– Pauwels Peterss ende Henricken van Rijsingen den Ouden
– Jan Cline Janssen schout ende Daniel Geritss van Maeren

– Aleyt wedye Willen Dirck Storms ende Lambert van den Heesacker, cremer cum suis
– Peter Sorm ende Lyntken weduwe Helmert Hagens (doorgestreept)
– Steijns Bernts ende Willem Petersz van Maren ende Reijner … Gisberts
– Henrick Bernts ende Styntken van Liebergen voor hondert ende thien Carolus gulden’
Hanrick van den Sande ende Jannen van Emmerick


Venerus XVen meerte
– die wedue Peter Stevens ende Jan van Thuyl ende Jan Peters in de Torenstraet
– Pauwels Peters ende Dirck van den berge
– Goert Huygen tot Lith ende Thomas Loetgieter aen den Hoogen Steenwech
– die kynder van Claes Rutgers, Rutger filius van Jannen van Beeck
– die kynderen van … van Lent, vidua Oeijken
– Peter Dirxsoen ende Henrick van Rysingen alias Beys
– Peter Storm ende Lyntken weduwe Dielman Hagens
– Jan Claeszoen ende Jannen Pynappel Willemszoen tegen die Bustraet over
– Claes van Lent ende
– die kynder van Evert Thijs ende Sanctus Spiritus Buscoducis
Tussenkop: Pascha XIII aprilis anno XVC LV (Pasen, 14-04-1555)
Venerus XIIIIen Junij
– Goessen Arnt Janssen ende Mathys Lamberts Stooters
– Rutger Claesz Vloetende

– Jan Henrick Maessen en Joesten Jan Bloemerts
– Lambert Jansz ende Jacop Rutten tot Geffen
Venerus XXVI aprilis
– Lambert Jansz ende heer Goijaert van Erpe, domheer tot Ludick voor XIIII gulden
Venerus XIIIIen Junij
– Gerart Jansz van Lenth ende heer Jannen van Helmont, priestere, voor VIII gulden X stuyvers
– Peter Storm ende Joesten Jan Bloemarts in de Postelstraet
– Steijns Claes Rutgers ende
– Daniel Goijaertszoen van Maren ende Henricken Beijens
– Joris van Rysingen in de Hinthamerstraet
– Ghijben wedue Peter Goijaert Gijbkens ende Jacoppen Bacx, nomine quo voor XXIIII stuyvers jaerlicx
– Lenaert Henrixsoen te Loet ende Mathys Lambert Stoeters
– Adriaen Geritszen ende
– Ghijbken weduwe Peter Goyaerts de Lange ende meester Jannen van Broegel, nomine quo

– Henricken van den Sande den (Wert) te Doerne dat hij hem come eppergeren by eede oft Jan van den Marck sal den eedt doen pro ut in actes
– Aelken weduwe Meeus van Lent ende Hilleken van Os
– Jan Gyben ende ’t Convent van Sinte Geertruden
– Hadewich Clinge
– Wouter Steynssen endeVervolg:- Henrick van den Sande vel uxoris
– Gerart Jansz van Lent ende heer Mathys Goyaertsz, priestere tot Lith
– Cornelis Goyaertsz van dorps weegen ende Christina van Liebergen
Daniel Goyaertsz van Maren endeGoijarden Buijsen Henricxz, clerck van mijn heere den scouth In de marge: Willem P. van Bolck, secretaris in Vechel

Waar gaat dit over en wie zijn deze mensen? Waar wonen ze en wat is hun relatie tot elkaar? Ik ben de genoemde personen gaan onderzoeken. Het lijkt een soort cijnslijst te zijn – er worden geldbedragen genoemd die zijn opgehaald of afgedragen in de winter van 1554 – 1555 in Lithoijen en elders. Er staan ook personen bij die meerdere keren in de lijst voorkomen.

Ik ben deze lijst tegengekomen omdat ik op zoek ben naar de voorouders van Henrick Baijens of Beijens, die leefde tussen ongeveer 1560 en december 1625 in Lithoijen. De personen die mij dus het meeste intrigeren zijn Henricken Beijens en Henrick Beijens d’Oude. Zij staan dan ook centraal in mijn onderzoek.

Henricken Beijens en Henrick Beijens d’ Oude

In het schepenboek van Veghel bevindt zich een mysterieuze akte met veel namen van personen die op dat moment in Lithoijen wonen. De akte zit op datum van 1587 maar de gegevens stammen uit de winter van 1554 – 1555. De personen die mij het meeste interesseren in deze akte zijn Henricken Beijens en Henrick Beijens d’ Oude. Zijn het de voorvaderen van Henrick Baijens uit Lithoijen (1560 – 1625) ?

In dezelfde akte wordt ook nog een Henricken van Rijsingen den Ouden genoemd, samen met Pauwels Peterss. We vinden verder nog een Henrick van Rysingen alias Beys. Mijn onderzoek naar de familie van Rijsingen is intussen ver gevorderd en één van de mogelijke conclusies is dat Henricken van Rijsingen alias Beijs dezelfde persoon is als Henricken Beijens. Het zelfde geldt voor Henrick Beijens d’ Oude en Henricken van Rijsingen den Ouden.

Het is een veronderstelling. Misschien is het heel toevallig zo dat er in Lithoijen twee broers wonen die allebei Henrick Beijens heten (de oude en de jonge) terwijl er in dezelfde periode ook twee broers uit de familie van Rijsingen alias Beijens leven die allebei Henrick genoemd worden. Ofwel gaat het om dezelfde personen.

Verder is er in schepenaktes uit Lithoijen in de periode 1540 – 1555 ook regelmatig sprake van ene “Henricken Beijens Ten Bossche”. Het is heel goed mogelijk dat ook hier in feite Henrick van Rijsingen wordt bedoeld, nazaat van Boudewijn en dus kortweg Henricken Beijens uit ’s Hertogenbosch.

Ik weet ook dat de beide broers Henrick van Rijsingen poorter zijn van Den Bosch.

Eén ding staat vast: Henricken van Rijsingen den Ouden en Henricken van Rijsingen de jonge waren broers. Het zijn zonen van Jan van Rijsingen en Bessela Henrick van de Kerckhoff. En het zijn kleinzonen van Boudewijn van Rijsingen die is geboren omstreeks 1420 – 1425. De toevoeging ”beys” of meestal voluit ”beijens” verwijst naar Boudewijn van Rijsingen, hun stamvader. Want er zijn in deze periode meerdere stammen van de familie van Rijsingen.

De genoemde personen zijn vermoedelijk nakomelingen van ene Boudijn van Rijsinge die op 22 juni 1286 een stuk grond krijgt waarover hij cijnsen mag heffen. De grond is afkomstig van het kapittel van St. Pieter te Utrecht. Boudijn krijgt net als zijn vader Andries het recht op ”de tiende van negentien gemet te Rijsinge”. https://www.europeana.eu/en/item/2048359/providedCHO_3_01_01_3_01_01___1069

Met ”de tiende” wordt eigenlijk bedoeld: 10% van de opbrengst van 19 gemet land in Rijsinge. Omstreeks 1286 werden trouwe ridders niet beloond met geld maar via land wat ze ”in leen” kregen van een koning of in dit geval van de kerk. Dit land mochten ze aan boeren uitlenen in ruil voor erfcijns. De erfcijns bestond uit geld of een (10e) deel van de opbrengst van het land, zoals een pond boter of een mud tarwe.

In de loop der eeuwen veranderde het bezit van de familie van Rijsinge. Hun oorspronkelijke ”tiende” ligt in de buurt van Sint-Oedenrode maar wellicht via huwelijken wist de familie ook bezittingen te verwerven in ’s Hertogenbosch (huizen) en landerijen in onder andere Driel en Lithoijen.

Ik heb ontdekt dat Henrick van Rijsingen d’ Oude onder andere een zoon Christoffel van Rijsingen heeft en die erft blijkbaar na de dood van zijn vader de landerijen in Lithoijen. Maar Christoffel kan of wil niet persoonlijk in Lithoijen langs de deuren te gaan om zijn ”tienden” op te gaan eisen bij de boeren die zijn landerijen in gebruik hebben.

In een akte in het schepenboek van Sint-Michielsgestel van 30 oktober 1563 lezen we: Christoffer Henricks van Risingen en machtigt hierbij Pouwels zoon wijlen Peter Bernaerts wonend te Lithoijen die nu afwezig is, om namens hem al zijn zaken te behartigen die hij nu heeft lopen in het dorp Oijen en nog zal hebben in de toekomst. 

De genoemde ” Pouwels zoon wijlen Peter Bernaerts ” is dezelfde persoon uit de akte uit Veghel. Hier wordt ene Pauwels Peterss in dezelfde regel genoemd als Henricken van Rijsingen den Ouden (de vader van Christoffer). Het is dus geen toeval dat deze twee namen naast elkaar staan. Ze hebben een zakelijke relatie.

Ik wil nu verder vertellen over de familie van Rijsingen. Jan van Rijsingen en Bessela Henrick van de Kerckhoff hadden samen vijf kinderen die volwassen werden. Ik heb zwart op wit bewijs gevonden dat twee van hun drie zonen de voornaam Henrick kregen. Het staat in de aktes hieronder.

De aktes zijn uit oktober 1531 in het Bosch Protocol. De aanleiding is vermoedelijk het overlijden van hun moeder Bessela, die dan al tamelijk lang weduwe is: ”Boudewijn ende Henrick die oude, zoonen wilner Jans Boudewijns van Rijsinge vanden selven wilner Jan ende Besselken zijne huijsvrouw, dochter wilner Henrix vanden Kerchove tesamen verweckt” (…) In deze akte wordt een erfdeling afgesproken.

Deze afbeelding heeft een leeg alt-atribuut; de bestandsnaam is boudewijn-en-henrick-de-oude-.jpeg

Daarnaast is er een tweede akte waarin melding wordt gemaakt van ”Hendrik die jonge, zoon wijlen Jans Boudewijns van Rijsinge vanden selve wijlen Jan en wijlen Besselken sijnen huisvrouw dochter wijlen Henrix vanden Kerchove ”(…) Zie de tekst van de akte hieronder uit het Bosch Protocol, gedateerd oktober 1531.

Hier volgt een totaaloverzicht van de kinderen van Jan Boudewijns van Rijsinge (geboren omstreeks 1445 – 1460 en overleden omstreeks 1510 – 1515) en Bessela Henrickx van den Kerchove:

  • Marike Jans van Rijsingen, geboren omstreeks 1490 en overleden omstreeks 1553. Ze trouwt met Robbert Gijsbert Heijmans. Samen krijgen ze minstens 6 kinderen: Gijsbert, Jan, Lambert, Hendrick, Heijlwich en Besselke.
  • Katharina Jans van Rijsingen, geboren omstreeks 1490 – 1505. Ze trouwt met Arnold Jan Hermans van Bergen. Hun kinderen heten Jan, Anna, Aricke, Henrick en Jacob.
  • Henrick Jans van Rijsingen den Ouden, geboren omstreeks 1480 – 1495. Hij trouwt met Beatrice, dochter van Dierick Arnts. In augustus 1556 zijn ze allebei overleden. Ze krijgen drie zoons: Arnold, Jan en Christoffel. Er is ook nog een dochter Besselke, gehuwd met Jacob van Mersele.
  • Boudewijn Jans van Rijsingen, geboren omstreeks 1485 – 1495 en overleden omstreeks 1550. Hij trouwt met Catharina, dochter van Johannes Thomas de Broegel en van Luijtgard, dochter van Willem Hagens en Jacoba van den Passe (overleden omstreeks 1555). Catharina overlijdt na 1555. Hun kinderen: Henrick (overleden voor 1583, gehuwd met Leonora), Lambert, Robert en Luijtken (gehuwd met Jan Jan Hanrick Willems, overleden na 1615).
  • Henrick Jans van Rijsingen de jonge, geboren omstreeks 1490 – 1505 en overleden na 1556.

Uit het bovenstaande blijkt dat zowel Henrick de Oude als Henrick de Jonge nog in leven waren in de winter van 1554 – 1555 toen het document uit het schepenboek van Veghel werd opgesteld. Hierdoor is het feitelijk mogelijk dat ze dezelfde personen zijn als twee ”andere” personen uit de lijst, namelijk Henricken Beijens en Henrick Beijens d’ Oude.

Daarnaast blijkt uit andere aktes dat met name Henrick de Oude bezittingen had in Lithoijen. Van Henrick de Jonge heb ik geen aktes kunnen vinden waarin letterlijk staat dat hij rechten heeft op cijnsen en tienden uit Lithoijen maar misschien kom ik die aktes later nog tegen.

De meest cruciale akte gaat over een erfdeling van de drie zonen van Henrick de Oude, gedateerd 17 augustus 1556 uit het Bosch Protocol: ”Heer Arnt, priester, Jan en Christoffel zonen van wijlen Henricx Jans Boudewijns van Rijsingen de Oude bij wijlen Beatrice zijn huisvrouw dochter van wijlen Dierick Arnts, gaan erfdeling aan van de goederen van wijlen hun ouders: te Littoijen, St Oedenrode, Driel; renten, pachten en chijnsen.”

Later volgen nog vele aktes waarin zowel Arnt (Arnoldus) als Christoffel melding maken van hun bezit in Lithoijen. Die aktes dateren uit de periode 1556 – 1570. Omstreeks 1566 sterft Christoffel en het lijkt erop dat Arnt dan de bezittingen van zijn broer in Lithoijen erft. Het is niet duidelijk wanneer Arnt sterft. In 1602 wordt hij nog in een akte vermeldt als ”wijlen”. Hij heeft volgens die akte een beloofde som geld betaald.

En dan is er nog deze akte van 11 november 1542 uit het schepenboek van Lithoijen: Die scepenen gezwoiren ende gemeijne naebueren des dorps van Littoijen beloven Cornelis Goertss, Pauwels Peterss, Peter Derck Stormss ende Willemen Clinge Dircxz scaideloos te houdene van alzulcken erfchijns van 18 carolus gulden tsiairs als zij van weghen den gemeijnen naebueren des voirs dorps vercoft ende opgedragen hebben Robbert Ghijsbertss als in scepenbrieven vanden Bossche daer af gemaict zijnde volcomelijcker begrepen staet, ende den voirs erfchijns binnen 3 jairen sullen lossen ende quijten alzoe dat die voirs geloeveren daer nemmermeer commer of scaide af gecrijgen en sullen, vuijtgenomen dat se hon aenpart mede sullen gelden dair af gelijck andere naebueren. Claes Janss, Henrick Janss, Willem Cling Dircxz ende Goessen Aertss.

Wie is Robbert Ghijsbertss? Dat is de zwager van Henrick Jans van Rijsingen de Oude alias Beijens. Robbert Ghijsberts Heijmans is gehuwd met Marike Jan Boudewijns van Rijsingen.

Hier nog een akte uit het Bosch Protocol van oktober 1532 die ik niet volledig kan ontcijferen, maar in de akte worden twee personen genoemd: “Henrick soen wijlen Jans Booyens anders van Rijsingen” en ”Robberst Gijsberstss”.