Maandelijks archief: augustus 2013

Pieter Baijens (1788-1844) van Wolphaartsdijk

Pieter Baijens wordt geboren op 17 maart 1788 in Koudekerke als zoon van Martinus Bajens en Maatje Kerkhove. Zijn vader is smid. Hij wordt vernoemd naar Pieter Baijens, een broer van zijn overgrootvader Jan Baijens. Deze Pieter Baijens is op zijn beurt weer vernoemd naar zijn grootvader, die ook weer is vernoemd naar zijn grootvader.

Pieter is net geen 3 jaar oud wanneer zijn moeder sterft en 5 jaar oud wanneer zijn vader overlijdt. Er zijn dan minstens vier kinderen in het gezin die als wees achter blijven. Pieter is daarvan één van de jongste.

Hoe hij na de dood van zijn ouders overleeft is niet duidelijk. Vermoedelijk worden de kinderen verdeeld over de rest van de familie en belandt Pieter voor een aantal jaren bij zijn tante Catharina en oom Floris Wisse op de Grote Abeele (bij Oost-Souburg) waar oom Floris zes jaar eerder een woonhuis heeft gekocht.

Floris Wisse is kleermaker, en Pieter kiest later voor dit zelfde beroep. Dat is de reden dat ik denk dat hij bij zijn tante Catharina is belandt. Het zal alleszins een tijdelijk onderkomen zijn geweest want tante Catharina sterft op 10 maart 1801, vlak voordat Pieter 13 jaar oud wordt.

Oom Floris hertrouwt anderhalf jaar later in Middelburg met een weduwe van Groede, Maria de Lieser. Nog geen zeven jaar later is ook Floris Wisse overleden en begraven.

Pieter groeit hoe dan ook op in een rumoerig tijdperk van de geschiedenis. In navolging van de Franse revolutie breken ook in Nederland opstanden uit die veel chaos veroorzaken. Niet lang daarna valt Napoleon Bonaparte met zijn legers Zeeland binnen en vanaf dan is Pieter onderdaan van de Franse Republiek.

Uit Franse documenten blijkt, dat Pierre Baeijens, geboren op 17 maart 1788 te Koudekerke, in Frankrijk een deel van zijn militaire dienstplicht heeft vervuld. Het is nog even wachten tot de scans van zijn inschrijving online staan en we alle details kunnen zien (https://www.memoiredeshommes.sga.defense.gouv.fr/fr/). Tot nu toe is alleen bekend dat hij diende in de 71e Cohorte met Stamboeknummer 421. Hij valt voor de archieven onder codenummer 23Yc139.

Wat we ook weten is dat hij in 1808 – meteen al bij het eerste Zeeuwse cohort – wordt opgeroepen voor dienstplicht en ook als een van de weinigen meteen wordt goedgekeurd en wordt ingedeeld bij de Garde Nationale. Hij woont op dat moment in Vlissingen, is ongeveer 20 jaar oud en hij werkt als kleermaker.

Uit de volkstelling van 1811 blijkt dat hij op dat moment weer terug is in Nederland. Hij woont dan  in Wolfaartsdijk waar hij opnieuw kleermaker is. Volgens dat zelfde document woonde hij tot juni 1806 in Bath. In die tijd is Fort Bath een belangrijk verdedigingswerk, maar het is niet met zekerheid te zeggen dat Pieter daar zelf ook als soldaat gelegerd was. Hij kan er even goed kleermaker geweest zijn en bijvoorbeeld legeruniformen genaaid hebben.

Wanneer hij 28 jaar oud is , trouwt hij (op 7 november 1816) met Jacoba Tramper, geboren 23/9/1792 op Wolfaartsdijk als dochter van Adriaan Tramper en Berendina Beverlander. Jacoba is boeremeid bij haar huwelijk. Hun kinderen, allemaal geboren in Wolphaartsdijk:

  • 25/4/1817: Maatje, vernoemd naar haar grootmoeder van vaderskant (Maatje Kerkhove)
  • 10/5/1818: Adriaan, vernoemd naar zijn grootvader van moederskant (Adriaan Tramper).
  • 10/11/1820: Martina, vernoemd naar haar grootvader van vaderskant (Martinus Baijens). Martina sterft als ze anderhalf jaar oud is op 21/4/1822.
  • 29/10/1821: Maarten, vernoemd naar zijn overgrootvader van moederskant (Maarten Bevelander).
  • 21/1/1823: Barendina, vernoemd naar haar grootmoeder van moederskant,  Barendina Beverlander.
  • 30/1/1824: Martinus, vernoemd naar grootvader Martinus Baijens; hij wordt  anderhalf jaar en sterft op 25/6/1825.
  • 21/6/1826: Martinus, vernoemd naar grootvader Martinus Baijens. Hij vestigt zich op Kapelle.
  • 10/4/1828: Tannetje, vernoemd naar overgrootmoeder Tannetje van Wallenburg, de moeder van grootvader Adriaan Tramper. Ze sterft als ze bijna 11 maanden oud is (7/3/1829)
  • 5/10/1833: Jan, vernoemd naar zijn overgrootvaders Jan Baijens en Jan Tramper. Hij wordt koopman en sterft ongehuwd op 43-jarige leeftijd op Wolfaartsdijk (30/6/1877)

Pieter Baijens sterft op 25 mei 1844 op Wolfaartsdijk. In zijn overlijdensakte worden zijn ouders niet vermeld. Dat doet vermoeden dat Pieter geen contact meer heeft met zijn familie, en dan met name zijn broer Jan op Meliskerke en de kinderen van zijn broer Aarnout die in Vlissingen wonen.

Jacoba Tramper sterft twee jaar na haar man op 7 september 1846, ook op Wolfaartsdijk. Haar jongste zoon, Jan, is dan nog geen 13 jaar oud.

Jan Baijens (1723 – 1800) en Susanna Schavouters (1725 – 1784)

Jan Baijens is één van de drie zonen van Martinus Baijens en Jerina Valckeniers. Hij groeit op in Colijnsplaat op het eiland Noord-Beveland, waar hij op 22/12/1723 wordt gedoopt in de Nederduits Hervormde kerk. Het gezin telt drie zonen waarvan minimaal de jongste twee zonen naar het eiland Walcheren vertrekken. Wat er met de oudste zoon Hendrik is gebeurd, weet ik niet zeker. Het zou kunnen dat ook broer Hendrik naar Middelburg is verhuisd.

Jan Baijens trekt in elk geval naar Koudekerke waar hij samen met zijn vrouw Susanna Schavouters een omvangrijk gezin sticht. Jan wordt smidsbaas en verwerft veel land op en rond Koudekerke. Het zou kunnen dat het geld daarvoor deels afkomstig is van zijn vrouw. Susanna komt van Oost-Souburg, waar ze op 16 december 1725 is gedoopt als dochter van Aarnout Schevouters en Katharina Duyvekot.

De kinderen van Jan en Susanna, allemaal gedoopt op Koudekerke:

  • 18/2/1753: Jerina, vernoemd naar haar grootmoeder Jerina Valkenier die voor de gelegenheid vanuit Colijnsplaat naar Koudekerke is gereisd om doopgetuige te kunnen zijn. De andere doopgetuige is Jacob Aarnoutze Schavouters, oom langs moederskant. Jerina wordt hooguit tien jaar oud.
  • 4/1/1754: Katharina, vernoemd naar haar grootmoeder Kaatje Duijvekot. Doopgetuigen zijn Pieter Baijens uit Middelburg en Janna Schavouters, respectievelijk oom en tante langs vaders- en moederskant. Katharina sterft als baby.
  • 17/1/1755: Marthynus, vernoemd naar zijn grootvader Martinus Baijens. Doopgetuigen zijn Janna Valkenier, schoonzuster van de inmiddels overleden grootvader Martinus Baijens die speciaal voor de doop uit Colijnsplaat is overgekomen, en Jacob Aarnoutze Schavouters, oom langs moederskant.
  • 23/12/1755/ Katharina, vernoemd naar haar grootmoeder Kaatje Duijvekot. Doopgetuigen zijn Pieter Baijens uit Middelburg – oom langs vaderskant – en Janna Schavouters, tante langs moederskant.
  • 6/6/1757: Aarnout, vernoemd naar zijn grootvader Aarnout Schavouters. Doopgetuige is Prijntje Schavouters, tante langs moederskant. Aarnout sterft als baby.
  • 24/7/1758: Prijntje, vernoemd naar haar tante Prijntje Schavouters die ook als doopgetuige optreedt. Prijntje Baijens sterft 29/8/1775 te Koudekerke, ze werd juist 17 jaar oud.
  • 12/9/1759: Aarnout, vernoemd naar zijn grootvader Aarnout Schavouters. Aarnout Baijens zal nooit trouwen en sterft op 33-jarige leeftijd op 2/2/1793 te Koudekerke.
  • 12/9/1664: Jerina, vernoemd naar haar grootmoeder Jerina Valkeniers. Doopgetuigen zijn Pieter Baijens (oom langs vaderskant) en zijn tweede echtgenote Janna Befort. Jerina Baijens wordt tien jaar later op 29/3/1775 begraven te Koudekerke.
  • 16/9/1669: Johanna.
  • 5/1/1771: Pieternella. Van Pieternella heb ik tot nu toe geen overlijden of huwelijk gevonden. Ik heb geen idee wat er van haar is geworden.

Jan Baijens is smidsbaas en zeer waarschijnlijk woont hij met zijn gezin op het dorpsplein van Koudekerke, vlak bij de kerk. Daar staat tot op de dag van vandaag nog een oude smidse die momenteel in gebruik is als restaurant, en die aan de binnenkant nog grotendeels is gebleven zoals het oorspronkelijk was met de open haard, de kolenkelder en het afdak aan de straatkant.

Naast de smidse zelf, staat het bijbehorende woonhuis wat later door zoon Martinus en zijn gezin wordt bewoond, en vervolgens door dochter Johanna en haar man.

SAM_1112

Dit is de smidse zoals hij er vandaag uit ziet. Uiterst rechts is nog de voordeur te zien van het aanpalende woonhuis; de gevel met de groene deuren aan de linker kant was oorspronkelijk het werkhuis van de wagenmaker. In het huidige restaurant staat een oude foto van de situatie van decennia geleden. Namelijk:

SAM_1118

Uiteraard is het ook mogelijk dat het pand op de foto’s dateert van na 1800 en dat Jan Baijens in een bouwval heeft gewoond die na zijn dood is gesloopt. Feit is alleszins dat tot begin 1800 alle lijken in Koudekerke rond de kerk worden begraven. Dit betekent dat Jan en zijn vrouw Susanna elke dag kijken op de laatste rustplaatsen van hun vele overleden kinderen.

Susanna Schavouters wordt 58 jaar oud en overlijdt 10 maart 1784 in Koudekerke, waar ze wordt begraven bij de kerk. Jan Baijens overlijdt 1 februari 1800, eveneens in Koudekerke, op 76-jarige leeftijd. De laatste twee decennia van zijn leven is hij rentenier, dankzij het feit dat hij tijdens zijn leven diverse stukken land heeft opgekocht, die hij dan vervolgens verpacht.

Een lijst van zijn bezittingen:
– Op 11/11/1763 koopt hij voor 198 pond een weiland bij Aagtekerke.
– Op 3/1/1766 koopt hij zaailand bij Koudekerke voor 18 pond. Hij verkoopt het 28/2/1777 voor 25 ponden.
– Op 8/4/1766 verkoopt hij voor 289 pond land bij Ritthem (Nieuwwerve). Mogelijk was dit land feitelijk via een erfenis in bezit gekomen van zijn vrouw Susanna Schavouters.
– Op 16/10/1766 koopt hij voor 256 ponden land bij Hoogelande. Dit wordt later verkocht.
– Op 14/5/1767 koopt hij nogmaals land bij Hoogelande, dit keer voor 42 pond. Ook dit land verkoopt hij later.
– Op 26/5/1769 koopt hij land bij Koudekerke voor 43 ponden.
– Op 10/7/1770 koopt hij voor 114 pond een weiland bij Koudekerke. Hij verkoopt het 18/3/1774 voor 58 ponden.
– Op 17/6/1774 koopt hij haaimanland bij Koudekerke voor 102 ponden.
– Op 10/6/1775 koopt hij voor 66 ponden land bij Koudekerke.
– Op 20/1/1784 koopt hij land bij Biggekerke voor 56 pond.
– In mei 1785 koopt hij een weiland bij Aagtekerke voor 60 pond.

In maart 1774 zit hij blijkbaar in acute geldnood. Op 16/3/1774 verkoopt hij twee stukken land op Hoogelande, het ene voor 149 ponden, het andere voor 92 ponden. Twee dagen later (18/3/1774) verkoopt hij ook een weiland bij Koudekerke voor 58 ponden.

Aarnout Baijens (1785 – 1830) uit Vlissingen

Aarnout Baijens is de zoon van Martinus Bajensz en Maatje Kerkhove. Hij wordt geboren op 14/8/1785 op Koudekerke en vernoemd naar zijn overgrootvader Aarnout Schavouters. Zowel zijn vader als zijn grootvader zijn smid op Koudekerke, en ook Aarnout wordt later smid. Aarnout groeit aanvankelijk op in een kinderrijk gezin.

Maar dan, als hij ongeveer 5 jaar oud is, sterft zijn moeder. Er komt een stiefmoeder, maar dan sterft zijn vader. Op 8-jarige leeftijd is Aarnout wees. Zijn stiefmoeder, die de smidse en het huis van zijn vader erft, verkoopt de boel zo snel ze kan en vertrekt naar Grijpskerke.

Ik weet niet wat er dan gebeurt. Het is mogelijk dat Aarnout daarna wordt opgevoed door zijn tante en oom, Johanna Baijens en Hendrik Bruns. Die kopen namelijk de smidse en het huis van zijn overleden vader. Het is ook mogelijk dat Aarnout en zijn broers Jan en Pieter in een weeshuis terecht komen.

In de zomer van 1808, wanneer hij bijna 23 is, verhuist Aarnout van Oost-Souburg naar Ovezande. Nog geen jaar later, op 13 februari 1809, gaat hij vanuit Ovezande terug naar Koudekerke. Aarnout wordt uiteindelijk smidsknecht in Vlissingen, waar hij in 1820 driemaal in de gevangenis belandt.

Omstreeks 1818 ontmoet hij Catharina van der Meulen, geboren in Vlissingen als dochter van Dirk van der Meule en Pieternella Christiaanse. Catharina heeft op dat moment al een dochter die aanvankelijk geregistreerd staat als Catrine Harp, geboren 2/3/1814 in Vlissingen. Maar daar heb ik tot nu toe geen bewijs van gevonden.

Catharina van der Meulen zou zijn geboren op 1/12/1793 in Vlissingen. In het bevolkingsregister van omstreeks 1815 kom ik haar tegen als zijnde 20 jaar oud terwijl dochter Catharina (geboren 1814) op dat moment 2 1/2 jaar oud is. Er klopt dus iets niet.

Op 24/12/1816 wordt haar vader ingeschreven in het Arm- Gast- en Weeshuis van Vlissingen. Een jaar later, op 22/1/1818, wordt ook haar moeder ingeschreven in dit zelfde Arm- Gast- en Weeshuis, waar ze exact elf maanden later sterft. Haar man sterft 30/1/1821. Tegen die tijd wonen Catharina en haar dochter al enige tijd samen met Aarnout Baaijens.

Catharine Harp of Erps, zoals ze later consequent heet,  zal haar hele leven lang deel blijven uitmaken van de familie Baijens en uiteindelijk sterven als Catharina Baijens. Maar Aarnout heeft haar nooit als zijn natuurlijke dochter erkend en er is ook niets wat hier op wijst.

Aarnout en Catharine gaan samenwonen in de Lange Walstraat in Vlissingen, waar Catharine werkt als werkvrouw en Aarnout als smidsknecht. Hier worden de volgende kinderen geboren:

  • 12/6/1819: Maatje, vernoemd naar haar grootmoeder Maatje Kerkhove. Ze wordt 6 jaar en overlijdt 27/8/1826.
  • 9/11/1821: Pieternella, vernoemd naar haar grootmoeder Pieternella Christiaanse. Ze trouwt met Izaak de Hond.
  • 7/2/1824: Martinus, vernoemd naar zijn grootvader Martinus Baijens. Hij overlijdt 16 juni 1880 te Vlissingen, ongehuwd.
  • 6/7/1826: Dirk Aarnout, vernoemd naar zijn grootvader Dirk van der Meule en naar zijn vader Aarnout Baijens. Dirk Aarnout overlijdt als baby op 29 oktober 1827.
  • 17/10/1828: Jan, vernoemd naar zijn overgrootvader Jan Baijens. Jan trouwt met Cornelia Breitenmoser.

Tussendoor, op 10 oktober 1827, trouwen Aarnout en Catharine op het stadhuis van Vlissingen. Tijdens de huwelijksvoltrekking werden alle dan nog levende kinderen “bijgeschreven”.

Drie jaar na zijn trouwdag, op 5 december 1830 om 11 uur ’s ochtends sterft Aarnout Baijens in Vlissingen. Hij wordt 45 jaar oud en laat een vrouw, drie eigen kinderen en een stiefdochter na.

Catharina van der Meulen wordt 30/8/1845 opgenomen in het Arm- Gast- en Weeshuis van Vlissingen. Ze blijft er twee maanden (tot 30/10/1845) en vertrekt dan vermoedelijk naar Dordrecht waar ze terecht komt in het krankzinnigenhuis op de Vest. Daar sterft ze op 26/11/1845.

Haar kinderen wonen op dat moment samen in Vlissingen en zorgen voor elkaar.