Mathijs de Wolf (ong. 1614 – 1678) en Magdalena Gort (ong. 1614 – 1681) uit Goes.

Mathijs de Wolf wordt omstreeks 1614 geboren in Goes als het jongste (overlevende) kind van Joos de Wolff en Margarieta Pieters. Zijn vader is schipper en zijn gezin woont op de plaats waar nu Grote Kade 18 in Goes is. Na de dood van zijn vader, koopt Mathijs dit huis over van zijn broer en zus. Tegen die tijd heeft hij zelf al een gezin.

Mathijs is nog een baby of een kleuter wanneer zijn moeder sterft. Op dat moment bestaat het gezin uit oudste dochter Maeijken, en verder alleen maar zonen: Pieter, Gillis, Stoffel en Jan. Tegen de tijd dat Mathijs zelf volwassen is, zijn hoogstwaarschijnlijk drie van zijn broers inmiddels overleden en zijn alleen zus Maeijken en broer Pieter nog in leven.

En Mattijs zelf is er nog. Hij krijgt een stiefmoeder (Helena, dochter van Pieter Busschieter) die zelf weduwe is, maar die vermoedelijk geen eigen kinderen meebrengt in het gezin.

Op 1/2/1636 trouwt Matthijs de Wolff te Goes met Magdalena Gortssen. Zij is geboren omstreeks 1614 in Goes als dochter van Cornelis Gortssen en van Tanneken Hubrechtsen. Haar vader is geboren in Douai (Noord-Frankrijk) en haar moeder komt uit Hulst. Haar ouders trouwen in 1609 en Magdalena is het derde overlevende kind. In 1648 zijn er nog altijd 6 van haar broers en zussen in leven.

De kinderen van Mathijs de Wolf en Magdalena Gortsen, allemaal gedoopt te Goes:

  • 25/10/1637: Joos. Hij wordt vernoemd naar zijn grootvader Joos Janssen de Wolf, die ook doopgetuige is, samen met grootmoeder Tanneke Hubrechts en tante Janneke Isaax. Joos Mathijse de Wolf wordt begraven op februari 1711 in Goes.
  • 23/1/1639: Cornelis, vernoemd naar zijn grootvader Cornelis Gortsen die ook aanwezig is als doopgetuige. Overige doopgetuigen zijn tante Maeijken Joos de Wolf en stiefgrootmoeder Helena Pieters, de vrouw die Mathijs de Wolf als kleuter onder haar hoede kreeg. Cornelis trouwt driemaal en overlijdt omstreeks 1700, vermoedelijk in Borssele.
  • 26/12/1640: Griettje, vernoemd naar grootmoeder Margareta Pieters. Doopgetuigen zijn oom Hubrecht Cornelissen Gort en tante Jacquemijntje Hendrix Mispelbloeme. Ze overlijdt als baby.
  • 15/1/1642: Margriete, vernoemd naar grootmoeder Margareta Pieters. Doopgetuigen zijn oom Pieter Joossen de Wolf, tante Maeijken Cornelis Gort en tante Joseijnken Cornelis Gort.
  • 2/3/1644: Tanneken, vernoemd naar haar grootmoeder Tanneken Huijbregts. Doopgetuigen zijn grootvader Cornelis Gortssen, oom Pieter Christiaanssen en tante Jannetje Cornelis Gortssen. Ze trouwt met Cijprianus Verkamer. Op 23/1/1676 wordt te Goes dochtertje Magdalena gedoopt en op 23/5/1674 dochter Stoffelijntjen.
  • 31/3/1645: Maeijken. Doopgetuigen zijn oom Franchoijs Gortssen en Jacomijntjen Borm.
  • 31/8/1646: Jan, vernoemd naar zijn overgrootvader Jan de Wolff. Doopgetuigen zijn Cornelis Andriessen en Francijntjen Rousseaus. Jan de Wolf trouwt 15/5/1680 te Goes met Cornelia Pieters en laat 14/5/1681 een kind Matthijs dopen wat na 5 maanden wordt begraven. Hij hertrouwt 1/10/1681 met Pieternelle Cauweliers. Jan Matthijssen de Wolf wordt begraven op 22/10/1690 in de kerk in Goes.
  • 5/2/1648: Hubrecht, vernoemd naar overgrootvader Hubrecht N.N. uit Hulst. Doopgetuigen zijn oom Pieter Christiaenssen en tante Catelijntjen Cornelis Gortssen. Huibrecht Mathijssen de Wolf, wonende in Delft, koopt 21/1/1697 een huis genaamd de Westschanse aan de westzijde van de haven in Goes. Hij verkoopt huis en schuur op 20/4/1699.
  • 8/8/1649: Magdaleentjen, vernoemd naar haar overgrootmoeder Magdalena Coupe. Doopgetuigen zijn oom Hubrecht Cornelis Gortssen en tante Maeijken Davids.
  • 2/6/1652: Pieternelle, vernoemd naar haar overgrootvader Pieter N.N. uit Veere. Doopgetuigen zijn oom Pieter Joossen de Wolf en zijn vrouw Jacobmijntjen Mispelbloem. Pieternelle Mathijs de Wolf, jongedochter van Goes, trouwt te Goes op 29/1/1676 met Cornelis Bouwens, weduwnaar van Anna Frans.
  • Er is ook nog een dochter Catherine Mathijs de Wolf, geboren omstreeks 1647 of 1650. Zij trouwt 14/3/1670 te Goes met Joannes Digmans Hase, jonkman van Sint Annaland, met attestatie van Middelburg. Ze trouwt voor 1681 met Augustijn Forts.

Op 14/10/1647 koopt Matthijs de Wolf een huis in de Sint Adriaanstraat 5 in Goes. Blijkbaar wonen schoonzus Janneke Gortsen en zwager Reijnier Schoorhoucq in dit huis. Wanneer Reijnier vervolgens overlijdt, blijkt uit een weeskamer akte van 22/6/1649 dat Mattheus Joossen nog het geld moet betalen voor het huis in de Sint Adriaanstraat. Hij verkoopt dit huis op 15/11/1649.

Matthijs Joossen de Wolff koopt 25/6/1657 een huis op een adres wat we nu kennen als Wijngaardstraat 10. Hij verkoopt dit op 24/5/1660.
Op 29/8/1667 koopt Matthys Joossen de Wolff, schipper, een huis binnen de Westschans in Goes. De erfgenamen Mathijs Joossen de Wolf verkopen dit huis op 25/3/1680. Het wordt dan omschreven als een huis genaamd “de Stadts Herberge” gelegen bij een fort aan de Westzijde van de haven in Goes.
Mathijs Joossen de Wolff koopt 3/11/1753 een huis tussen de 2 waterpoorten, wat hij vervolgens weer verkoopt op 18/3/1675.

Op 13/1/1680 wordt een dochter van Mathijs de Wolf begraven in het koor van de kerk in Goes. Ik weet niet welke dochter hier precies mee wordt bedoeld. Het kunnen in principe al zijn dochters zijn behalve Catharine.

Matthijs Joossen de Wolf wordt begraven in december 1678 te Goes.
Zijn weduwe Magdalena Gortsen wordt begraven op 10/3/1681 in het koor van de kerk in Goes. Na haar dood verkopen haar erfgenamen het huis waarin ze woonde, op een locatie die nu gekend is als Grote Kade 18 in Goes.

Plaats een reactie